Een serie over inspirerende Utrechtse vrouwen die een jaartje ouder worden. Billie-Jo Krul (48): “Ik heb zoveel moeten zoeken omdat het fundament van mijn jeugd niet stevig genoeg was. Het voelt nu alsof ik meer vaste grond onder mijn voeten heb.”
Aan de telefoon klinkt ze al leuk, Billie-Jo Krul. En wanneer ze buiten haar huis op mij staat te wachten, blijkt dat ook zo te zijn. Een energieke, vrolijke en mooie vrouw, met oranje gestifte lippen. Haar Lakeland terriër Murphy, zes maanden oud, springt vrolijk in het rond. Billie-Jo en Murphy lijken op elkaar, dezelfde hartelijkheid en hetzelfde haar: kort en blond. Billie-Jo heeft haar huiswerk goed gedaan, ik zie op de eettafel een stapel jeugdfoto’s. “Wanneer je oude foto’s aan het uitzoeken bent dan trekt je leven aan je voorbij”, zegt ze lachend. Terwijl ze de melk voor de koffie aan het kloppen is betrekt haar gezicht even, ”Ik weet niet of ik het droog ga houden.”

Met Murphy.
Billie-Jo Krul, geboren in Calgary, Canada. Haar vader was net als zo velen, rond de vijftiger jaren, naar Canada vertrokken, om in het beloofde land een nieuw bestaan op te bouwen. “Hij trouwde en kreeg twee kinderen. Zijn vrouw was door ziekte niet meer in staat om voor de kinderen te zorgen en ze zochten een au-pair. Dat was mijn moeder, ze vertrok in 1968 naar Canada met het idee dat ze nooit meer naar Nederland terug zou keren. Ze nam de boot, de trein en de bus, ze reisde zo langzaam mogelijk om zich te realiseren dat ze heel ver wegging. Ze wilde de taal goed leren en in het verre Canada een gezin stichten. Uiteindelijk stichtte ze dat gezin met mijn vader, adopteerde mijn broer en zus en kregen mij. Toen ik negen maanden oud was, keerden mijn ouders met ons terug naar Nederland. Over het hoe en waarom verschillen de verhalen. We woonden eerst even in Delft en daarna in Zwijndrecht waar ik mijn jeugd heb doorgebracht. Ik was een vrolijk kind, huilde nooit, en wilde altijd lief en aardig gevonden worden. Ik was nieuwsgierig en onbevangen, ging al heel jong op onderzoek uit zodat mijn moeder mij geregeld kwijt was. Ik scheelde twaalf jaar met mijn broer en vijfeneenhalf jaar met mijn zus. Het leeftijdsverschil met mijn broer was groot, hij trouwde toen ik twaalf was. Ons contact zou met de jaren steeds beter worden. Ik vond het heerlijk om naar school te gaan, had veel vriendjes en vriendinnetjes. Ik speelde met Barbie’s en met de hond en had nog een jaar een eigen pony. Ik was verschrikkelijk lenig en turnde intensief op hoog niveau.”

Verschrikkelijk lenig.
“Zijn stemming kon als een blad aan de boom omslaan, dat maakte mij onzeker. Ik was bang voor hem”
“Mijn moeder is de goedheid zelve en bij mijn vader wist je eigenlijk nooit waar je aan toe was. Als hij binnenkwam peilde ik altijd hoe zijn pet stond en daar paste ik mijn gedrag op aan. Zijn stemming kon als een blad aan de boom omslaan, dat maakte mij onzeker en ik was bang voor hem. Als klein meisje had ik altijd het gevoel dat zoals ik was, niet goed genoeg was. Dat gevoel heb ik jarenlang met me meegedragen en af en toe kan het nog weleens de kop op steken. Toen ik veertien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Het mag duidelijk zijn dat zij geen gelukkig huwelijk hadden. Op de middelbare school, had ik het reuze naar mijn zin en zat in een leuke klas. Ik moest hard werken want de scheiding had zijn uitwerking op me. Ieder jaar was ik bij de overgangsvergadering een bespreekgeval. Ik mocht altijd weer door naar het volgende jaar: “Ze heeft het zo naar haar zin in de klas, ze kan altijd nog een keer blijven zitten”. Toen ik ook nog in één keer voor mijn eindexamen VWO slaagde, kon de rector het toch niet nalaten om mij “het blonde wonder” te noemen. Mijn vader hertrouwde met een Antilliaanse vrouw, verhuisde naar Curaçao en ik ging in het begin daar wel naartoe. Hij bewandelde zakelijk gezien nooit de reguliere paden en wat hij deed was in nevelen gehuld. Hij was een charmante man en wist “het” goed te brengen. Voor hem telde geld en de buitenkant. Eind twintig verbrak ik ieder contact met mijn vader. De relatie met hem was zo voorwaardelijk en frustrerend dat ik op een gegeven moment niet anders kon dan hem uit mijn leven te weren om niet totaal van mezelf te vervreemden. Ondanks ‘het blijft toch je vader’. Ik heb het hem ooit nog geprobeerd uit te leggen, maar hij snapte niet waar ik het over had, verklaarde me voor gek en van de kilte in zijn blik kan ik nog de rillingen krijgen. Ik ging Culturele Wetenschappen studeren in Rotterdam, een nieuwe en brede studie omdat ik nog niet goed wist wat ik wilde. Na drie maanden had ik die studie wel gezien, het was allemaal te vaag voor woorden. Een studiegenootje switchte naar Kunstgeschiedenis in Utrecht en ik besloot mee te gaan en Kunstgeschiedenis te gaan studeren. Als kind was ik nooit meegesleurd naar musea, ik voelde dat ik algemene ontwikkeling ontbeerde en eigenlijk meer van kunst wilde weten. Ik vond een piepklein kamertje in een studentenhuis aan de Cremerstraat, zo klein dat ik een stuk van mijn bed moest afzagen.”
“Het was één groot feest: vrienden, een leuk huis en een baantje bij de avondwinkel in de Jan van Scorelstraat Bonheur”
Ik had een geweldige tijd in Utrecht. Wanneer je uit Zwijndrecht komt, weet je niet wat er “te koop” is in de wereld, het gevoel van “kan dit ook?” beviel me. Het was één groot feest: vrienden, een leuk huis en een baantje bij de avondwinkel in de Jan van Scorelstraat “Bonheur”, waar ik samen met een vriendinnetje werkte. Na het werk door naar “het Pakhuis” waar we ons vaste plekje aan de bar hadden, dansen in de Woo, Tivoli en de Winkel van Sinkel. Ik maakte mijn studie Kunstgeschiedenis af en had eigenlijk helemaal geen zin om te stoppen, ik had het zo naar mijn zin. Een studievriendin vroeg mij te solliciteren op een baan bij ArtLease, waar kunst werd verhuurd aan bedrijven en particulieren. Ik kon aan de slag als art consultant en richtte bedrijven in met kunst. Na zes jaar kende ik het kunstje wel en via via kwam men bij mij of ik een boekje wilde schrijven voor de serie Langs…. Ik maakte het deeltje “Langs meer dan Kunst”, waarin ik kunst in al haar facetten beschreef en mijn toenmalige vriend de foto’s maakte. Daarna heb ik mijn baan bij de kunstuitleen opgezegd en ik dacht “Ik zie wel wat er gebeurt, laat de creativiteit maar komen”. Er gebeurde alleen niet erg veel. Maar na een paar maanden kon ik aan de slag als projectleider om een Culturele Zondag vorm te geven, het werd de Nieuwjaarsduik in januari 2007. Ik had inmiddels een aardig netwerk en werd vervolgens gevraagd door Museum Catharijneconvent voor een functie op de afdeling marketing en communicatie. Het was tijdens mijn studie een droom geweest om in een museum te kunnen werken en het werk paste me als een jas. Ik pakte veel op en vond het allemaal zo leuk! Maar na een aantal jaar ebde het plezier langzaam weg doordat ik te veel hooi op mijn vork nam en viel ik in de valkuil dat ik iedereen wilde “pleasen”, leuk en aardig gevonden wilde worden. Ik vergat mijzelf. Ik kwam thuis te zitten met een burn-out. Na een jaar ziek thuis te hebben gezeten en een jaar re-integreren, hebben het museum en ik afscheid van elkaar genomen. Het was alles behalve een makkelijk proces, maar we zijn er toch goed uitgekomen met elkaar.”

Trots temidden van de zeven portretten die ze maakte in opdracht van Museum Catharijneconvent voor de tentoonstelling Relieken.
“Ik had niks te verliezen en besloot te kiezen voor iets waar mijn hart lag, maar eerder nooit voor durfde te gaan: de fotografie”
“En alles “lag op zijn gat”, ik had niks te verliezen en besloot te kiezen voor iets waar mijn hart lag, maar eerder nooit voor durfde te gaan: de fotografie. Ik volgde de opleiding aan de Foto Factory in Amsterdam. Na twee jaar studie ben ik voor mijzelf begonnen en kwamen de eerste opdrachten binnen. Ik ben begonnen met het fotograferen op openingen van musea, waaronder die van Museum Catharijneconvent, en merkte gaandeweg ook dat het maken van portretten mij heel erg lag. Daar ben ik me steeds meer in gaan specialiseren. Ik probeer het moment te vinden waarop het masker wegvalt en men zichzelf laat zien. Ondanks het onzekere bestaan als zzp-er, ben ik zo blij dat ik het pad van fotografie ben ingeslagen. Ik kan er andere mensen blij mee maken en het is ook een heel mooi instrument om, door middel van mijn vrije werk, mijn ideeën, fascinaties of emoties te vertalen in beeld. Vijf jaar geleden ben ik met mijn broer en zus naar Curaçao gegaan toen we het bericht kregen dat het slecht ging met onze vader. Wij drieën hebben eindeloos gepraat en herinneringen opgehaald. We bleken ieder verschillende herinneringen te hebben aan onze jeugd en een andere perceptie. Wij hebben, ieder op onze manier een deuk opgelopen, maar ik heb als jongste kind, denk ik, toch het meest last gehad van het gedrag van mijn vader. Na het overlijden van mijn vader hebben we een eventuele erfenis verworpen.

Haar werk in Stedelijk Museum Schiedam.
“Die twee aspecten vielen een jaar na het overlijden van mijn vader samen in het idee voor een fotoproject: Bloedlijn”
Het verwerpen van een erfenis gaat via de bloedlijn door tot de zesde graad. Ik had daar nog nooit van gehoord. Het fascineerde me wel, net zoals gelijkenissen van familieleden. Die twee aspecten vielen een jaar na het overlijden van mijn vader samen in het idee voor een fotoproject: Bloedlijn. Hiervoor heb ik al mijn familieleden, met wie ik via de bloedlijn verbonden ben tot in de zesde graad, gefotografeerd zoals mugshots: allemaal op dezelfde manier qua achtergrond en uitsnede, frontaal en en profiel. Alle portretten heb ik tweemaal afgedrukt: op fotopapier en op van die ouderwetse, doorzichtige overheadsheets, zodat je de portretten over elkaar heen kunt leggen om eventuele gelijkenissen met elkaar te vergelijken. Het was geweldig om tijdens het fotograferen van mijn familieleden allemaal verhalen over vroeger te horen die als vanzelf kwamen opborrelen. En voor mijzelf was het een hele goede manier om door de ervaringen met mijn vader heen te werken en zo van iets naars juist iets moois te maken. Ik ben geregeld teruggegaan naar Canada omdat mijn zus daar dik twintig jaar geleden in Vancouver is gaan wonen toen ze met een Canadees trouwde. Vroeger zijn we ook wel terug geweest naar Calgary, maar ik was daarvoor te klein om het me te herinneren. Ergens ben ik zo Hollands als het maar zijn kan, maar het feit dat ik in Canada geboren ben, heeft nog altijd invloed op mijn leven. Ik heb de Canadese nationaliteit met een verblijfsvergunning voor Nederland en ik heb er mijn naam aan te danken. Met de jaren groeide mijn nieuwsgierigheid naar mijn geboortegrond en zo ben ik twee jaar geleden voor het eerst bewust naar Calgary gegaan en besloot er meteen een fotoproject mee te starten: Back to my Roots. Mijn wortels ontdekken, met eigen ogen zien hoe mijn geboortegrond eruit ziet, hoe het daar ruikt en voelt. Als kader voor dit project nam ik de reisroute van mijn moeder als uitgangspunt: per boot, per trein en per bus, al is mijn plan om dat in fases te doen.”
“Hij heeft me gevraagd of ik een deel van zijn as wil uitstrooien op Canadese grond, in de Rocky Mountains”
“Mijn broer had voorgesteld om met mij mee te gaan en dat vond ik een heel goed idee, maar de eerste keer wilde ik alleen. Ik zou toch meerdere keren gaan. Maar twee, drie maanden na mijn eerste reis naar Canada in 2018, bleek plotseling dat mijn broer ongeneeslijk ziek was. Ik voelde me zo schuldig dat ik alleen was gegaan. Maar hij zei tegen mij dat ik, door alleen te gaan, vast meer mensen had ontmoet. Hij hoopte dat hij, ondanks zijn ziekte, toch nog naar Canada zou kunnen gaan, nog één keer. Die kans heeft hij niet meer gekregen en dat vind ik verschrikkelijk. Hij is vorig jaar op 16 oktober overleden. Zodra het kan, zal ik weer naar Canada gaan, niet alleen naar de plekken die voor mij van belang zijn, maar nu ook naar de plekken waar hij nog zo graag naartoe wilde. Hij heeft me gevraagd of ik een deel van zijn as wil uitstrooien op Canadese grond, in de Rocky Mountains. Natuurlijk ga ik dat doen, hoe moeilijk het ook zal zijn. Ik denk iedere dag aan hem. Het gemis voelt groot en rauw. Maar wanneer ik zijn oude vliegeniersjack aantrek, is hij een beetje bij mij. Als jongen wilde hij graag straaljagerpiloot worden maar hij was te lang. Hij kreeg via een kennis wel een echt vliegeniersjack van de Amerikaanse luchtmacht en dat droeg hij altijd, tot de mouwen halverwege zijn onderarmen kwamen. Het was het meest dierbare dat hij had en het enige dat hij meenam toen ons huis in Zwijndrecht afbrandde. Het is nu mijn dierbaarste object, het sterkt mij, letterlijk en figuurlijk. Als of het zegt:” I’ve got your back”. Dierbare voorwerpen, zoiets moet iedereen toch hebben? Samen met theatermaakster Mees besloot ik mensen met hun meest dierbare “voorwerp” te portretteren; zij tekende de verhalen op voor haar theaterprogramma ‘Ieder z’n ding’ en op Oerol 2019 exposeerde ik mijn fotoserie ‘Dierbaar’ in en om het theater van haar voorstelling. We hopen hier op den duur verder mee te kunnen gaan en er ook ooit een boek van te maken.”

“Wanneer ik zijn oude vliegeniersjack aantrek, is hij een beetje bij mij.”
Hoe is het om ouder te worden?
“”Mijn moeder zegt regelmatig: “Kind: het lijkt wel of je ieder jaar jonger wordt!” Ik vind het in ieder geval steeds leuker worden. Dankzij mijn burn-out ben ik dichterbij mij zelf komen te staan. Ik maak mij minder druk om hoe ik overkom, dat voelt relaxter en maakt mij zekerder. Ik heb zoveel moeten zoeken omdat het fundament van mijn jeugd niet stevig genoeg was. Het voelt nu alsof ik meer vaste grond onder mijn voeten heb. Als er iets positiefs is voortgekomen uit de plotselinge ziekte van mijn broer dan is het wel dat ik heb geleerd dingen niet langer voor me uit te schuiven. Zo bizar hoe een leven van het ene op het andere moment totaal kan veranderen. En zodoende is Murphy er nu. Al jaren wilde ik een hond, maar durfde het niet aan. Nu dus toch gedaan en ik ben dolgelukkig met hem. Murphy is echt een ontzettend lekker ding, “Mr. Cuteness” is zijn middlename. En als Mr. Right dan ook eindelijk eens mijn pad zou kruisen… Mijn antenne voor mannen heeft lange tijd verkeerd afgesteld gestaan. Op de een of andere manier pikte ik ze er telkens uit, mannen die op mijn vader leken: charmant, dominant en narcistisch. Gelukkig heb ik ervan geleerd, maar ontmoet maar eens een lieve leukerd in Coronatijd. Van de weeromstuit heb ik me deze zomer zelfs nog even ingeschreven via een dating-app, maar nee, dat is echt niets voor mij. Laat mij maar iemand in real life tegen het lijf lopen.”
Wat is je geheim?
“Onbevangenheid en eigen-wijsheid. Ik heb veel zijpaden moeten inslaan om mijn eigen pad te vinden. Mijn vader overkwam mij en ik werd telkens weer geraakt door de impact die hij op mij heeft gehad. Ik heb mij door veel heen moeten ploeteren, maar omdat ik doorging heb ik mijn eigen weg weten te vinden. Diep van binnen ben en blijf ik een onverbeterlijke optimist!
Yoga, tennis of bridge?
“Ik ben een vreemde eend in de bijt wat bridge betreft, mijn hele familie speelt bridge, behalve ik. Ik heb vroeger veel geturnd, heel intensief, maar nu probeer ik hard te lopen en te skaten. Eigenlijk is wandelen met Murphy wat ik nu het liefst doe.”
Is je stijl veranderd?
“ Altijd basic, wel strak, zonder te veel tierelantijnen en geen prints. Vroeger droeg ik veel zwart, maar nu mag het van mij wel iets kleurrijker. Ik zeg; ”vrouwelijk maar stoer.”
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Daar heb ik geen beeld bij. Mijn vriendinnen zijn allemaal hele leuke meiden”.
Aan wie geef je het stokje door?
“Chantal Perlee. Partner in crime, steun en toeverlaat. Een superlieve, prachtvrouw”
Het fotoalbum.

Net geboren.

Op de schouders van opa Willem naar wie Billie-Jo is vernoemd.

Met moeder, zus en broer.

Met moeder, zus en broer, 2019.

Met de hele leuke klas van de middelbare school.

Sinterklaas op Zaal.
Museum Catharijneconvent, Utrecht.

Nog eentje met Murphy. Omdat die zo leuk is.
Lieve Billie-Jo, heb je verhaal tot de laatste punt gelezen. Wat ben je een prachtig mooie vrouw in al zijn facetten. Lieve groet, Bianca.
Heb het meeste al eens mogen horen! Een mooi verhaal, een heel boeiend leven tot dusver en the best is yet to come!
Arnoud
Hi Billie-Jo,
Mooi verhaal met een onbegrijpelijke lacune…
Zeg maar waar wij elkaar tegen het lijf kunnen lopen! 😉
Tot snel,
Mark
Mooi en moedig verhaal!
Goed Verhaal, mooi interview over keuzes maken met je hart en daar gelukkig van worden. Ook zelfinzicht ontwikkelen helpt. Top