Afgelopen zaterdag werd in het voormalige gebouw van de Kamer van Koophandel aan de Maliesingel 2 een gedenksteen onthuld. Het is een eerbetoon aan de verzetsstrijders die daar door de Duitsers werden opgepakt.
Op 22 november 1944, met de naderende bevrijding langzaam in zicht komend, wordt in het gebouw van de Kamer van Koophandel aan de Maliesingel 2 voor het eerst een samenkomst gehouden met de belangrijkste verzetsgroepen van Midden-Nederland. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden lekt de vorige dag de aankondiging voor deze vergadering uit bij de aanhouding van een Utrechtse koerierster in Veenendaal.
Een dag later valt de bezetter de vergadering binnen. Twee aanwezigen vluchten naar boven; de anderen vluchten naar de kelder en worden gearresteerd, mishandeld en afgevoerd in gevangenschap. Een latere bevrijdingsactie mislukt jammerlijk, met nog meer slachtoffers tot gevolg. De twee naar boven gevluchte verzetsmensen weten zich twee etmalen verborgen te houden op zolder en slagen erin ondanks meerdere doorzoekingen miraculeus te ontsnappen.
Van de negen afgevoerde verzetsmensen overleven er zeven anderen de oorlog niet. Voor hen is een jaar na de oorlog door de Utrechtse beeldhouwer Pieter d’Hont een gedenksteen gemaakt die in de Kamer van Koophandel een plaats krijgt. Na een verhuizing is de gedenksteen bij de Kamer in depot geraakt. De Kamer heeft aan de gemeente gevraagd om een goede bestemming voor de gedenksteen te zoeken. De gemeentelijke Werkgroep Directe Voorzieningen heeft een geschikte plaats gevonden in een zijgevel van Maliesingel 2 aan de zijde van de Nachtegaalstraat. Daarmee komt de steen terug, nu aan het pand waar hij oorspronkelijk binnen werd geplaatst.
In de podcast ‘Herrie in de Slachtstraat’ wordt dit verzetsdrama uitvoerig besproken.
Mijn oom is 4 uur voor zijn executie ontsnapt uit de gevangenis aan het wolvenplein> Zat in het communistisch verzet, samen met mijn vader. Mijn vader is 3 x gemarteld. gebonden over een regenton, tot aan botten, pezen en spieren aan toe, als 14 jarige jongen… door meerdere officieren. liet niets los. Kon er met wenigen over praten, niet eens met mijn zusters, kwam later er allemaal pas uit. Mijn oom heeft hem horen schreeuwen. Ze woonden aan de Riouwstraat. Er zijn daar vele vreselijke dingen gebeurd. Omgeven door NSB-ers. Die wisten dat ze niets moesten flikken omdat ze dan omgelegd zouden worden. De pistolen , revolvers, geweren, munitie lagen onder de grond in de kruipruimtes van het huis in het zand begraven in kisten. mijn oma wist daar niets van , als zij weg was werd het daar neer gelegd. Dit om doorslaan te voorkomen . Ze was compleet zenuwlijder. Vrouwen werden met pervetin behandeld. hierdoor vielen ze vreselijk af, het was wat wij nu noemen chrystal meth. Dit werd door de bezetter gratis verstrekt. ook cocainetabletten, cocainechocola. Vrouwen hadden totaal niet door wat ze kregen van de artsen, raakten verslaafd , draaiden door. Mensen werden onmensen door deze drugs in de oorlog. Mijn vader woog na 2 hongerwinters (het waren er 2 ipv die ene die altijd wordt genoemd) en een kaalgeschraapt huis (alle hout eruitgesloopt tot vloeren aan toe (asbest golfplaten er voor in de plaats om op te lopen) stervend van de kou gingen ze die winter in. hij woog net 30 kilo toen de oorlog was afgelopen. Mijn grootvader zat in een concentratiekamp . omdat hij banden had met joodse Nederlanders, hij heeft het daar kunnen redden tot de postkamer. Daar heeft hij, met gevaar voor eigen leven, heel wat post door te herfrankeren en heradresseren op het juiste adres kunnen krijgen. Hij wist naar welke adressen hij het kon sturen , dan werd de ombrief er af gehaald en het persoonlijk bezorgd aan de geadresseerde. Mijn vader heeft krantjes rondgebracht. In een kinderwagen, mijn tante (veel jonger) erin, in de lade die er toen onderzaten (voor de luiers etc) zaten de krantjes, vrij nederland, Trouw, etc. Hij moest alle adressen uit zijn hoofd leren , want er mocht niets opgeschreven worden. Meerdere keren achterna gezeten achtervolgd en op hem geschoten, in pinnen van hekwerken terecht gekomen, bijna doodgeschoten op het net gebombardeerde station, met vrienden onder wagons gelegen om kolen (sintels van treinen) te stelen, en pakketten met eten te stelen uit de wagons, levensgevaarlijk. Je wordt snel volwassen. Mensen laten onderduiken. Mijn oom als meisje geleefd in Friesland , daar kinderen geblondeerd, verzetswerk gedaan, mensen helpen vluchten, onderduiken, zat zelf tijdens razzia onder een keukenblok verscholen . etc. Kan er boeken over schrijven. Jongeren weten niet half hoe gelukkig en verwend ze zijn tegenwoordig. Die tegenwoordigheid van geest heb ik in mijn opvoeding meegekregen. Streng, rechtvaardig, maar nimmer oppervlakkig. Dat waren mijnouders. Ik wens niemand oorlog toe> maar wel zo’n opvoeding als ik gehad hebt. het maakt je enorm dankbaar en zorgt ervoor dat je met weinig spullen heel veel kunt. Materieel doet je niets meer. Geld ook niet. Geestelijke vrijheid ís alles. Dat beseffen helaas nog maar weinig mensen tegenwoordig.