Voor de carrièreswitch van melige komedies naar menselijk drama hoeft Melissa McCarthy allesbehalve om vergeving te smeken. En daar komt nog bovenop dat er ondanks alle treurigheid enorm veel te grinniken valt in Can You Ever Forgive Me?
Melissa McCarthy is niet de eerste standup comedian die de paaltjes van het werkveld graag verplaatst om zich van een meer dramatische kant te laten zien. Wat dat betreft gaat ze met Can You Ever Forgive Me gewoon concullega’s als Tom Hanks, Jim Carrey, Robin Williams en Steve Carrell achterna. Of die drang te maken heeft met een hardnekkig Pierrotcomplex of een roep om serieuze erkenning is, blijft voer voor psychologen. Strategisch voordeel dat al die grapjassen stuk voor stuk flink uitbuiten is hun inherente likability, waardoor ze zelfs nare typetjes nog iets sympathieks geven.
Wat onsympathieke figuren betreft zet Can You Ever Forgive Me een magistrale highscore neer. De film wordt uitsluitend bevolkt met gemene, doortrapte, chagrijnige, egocentrische, narcistische en/of onaangepaste types (ik tel voor het gemak even die anderhalve bijrol niet mee). Wie had durven denken dat een knorrige pot (de zuchtende en steunende McCarthy als aan lager wal geraakte biografe Lee Israel) en een sjofele nicht (Richard E. Grant als Jack Hock, de rol van zijn leven) zulk aangenaam gezelschap zouden blijken om naar te kijken?
Natuurlijk, het haast-niet-te-geloven-echte-verhaal, waarin Israel de penibele financiële boel probeert te redden als literaire meestervervalser die in mede-barfly Jack de perfecte heler naar boven brengt, is een geestig gegeven. En bovendien goed verpakt in smeuïge dialogen en oneliners waar het cynisme vanaf druipt. Maar het is de feilloze timing en het sterkte samenspel die maken dat het verhaal werkt, zodat je het criminele duo ondanks hun vele onhebbelijkheden toch in het hart sluit.
Logisch dat McCarthy er een Oscarnominatie aan overhield (de tweede na haar doorbraakrol in de even platte als hilarische Bridesmaids). Maar de werkelijke criminele actie komt voor rekening van tegenspeler Richard. E. Grant. De beste man bouwde een Hollywoodcarrière als edelfigurerende scènedief, maar kreeg sinds zijn jarentachtigdebuut in de Britse cultfavoriet Whitnail & I niet meer de kans om zó schaamteloos te schitteren en schmieren als hier. Een kans die hij dubbel en dwars verzilverde. Dus gééf die man die Oscar! Anders word ik echt nukkig.
Te zien in Louis Hartlooper Complex én op de Oscar Night in Kinepolis Jaarbeurs
Laat uw reactie achter
Reactie