column

De maat der dingen

Leidsche Rijn is bijna klaar

De mens is de maat der dingen. Klopt dat? Ik heb een  voorbeeld waarin niet de mens, maar de organisatie de maat der dingen was. Dat speelde op de School voor de Journalistiek, waar ik les gaf en in de medezeggenschapsraad zat.

In een bepaald jaar, ik weet niet meer precies wanneer, kregen we te horen dat we qua personeelsbezetting ver boven onze stand leefden en dat er zeven of acht docenten uit moesten, volgens het principe last in, first out. We gingen na wie dat waren en constateerden dat we dan een stel hele goeie mensen kwijt zouden raken. Het zou een pijnlijke aderlating zijn. 

Viel er geen mouw aan te passen? Jawel, door meer studenten aan te nemen. Dat kon. In  die luxe-positie verkeerde de school in de tijd. Er waren wachtlijsten; je kon de kraan gewoon een stukje verder open draaien. 

Opgelost. We vergrootten de groepen, gingen meer lessen als hoorcolleges geven, etc . Dat alles zonder te kijken naar de arbeidsmarkt, los van de vraag of al die extra studenten nog wel een plekje konden vinden in de journalistiek.

Toegegeven: dit gaat over vroeger, ik kan het niet laten. Ter verontschuldiging: ik denk er aan nu ik in de digitale nieuwsbrief Nieuwsch en ander Nieuwsch ook een voorbeeld las waarin de belangen van een organisatie allesbepalend zijn. Schrijver is de nimmer aflatende Kees van Oosten. Hij is een gedreven luis in de pels van de gemeente, soms heftig verontwaardigd, maar bijna altijd heeft hij het bij het rechte eind. 

Het is een horrorscenario. Utrecht groeit helemaal uit z’n voegen. Al tijden vraag ik me af waarom de stad zo nodig in recordtempo wil groeien met 60.000 woningen. Van Oosten geeft het antwoord, namelijk om de Ontwikkelingsorganisatie Ruimte (OR) (voorheen Stadsontwikkeling) in de huidige omvang (ongeveer zevenhonderd mensen) in stand te kunnen houden. 

Nu Leidsche Rijn bijna klaar is (alleen in de omgeving van mijn flat zie je nog bouwkranen) is geen plekje binnen de gemeentegrenzen meer veilig voor de OR. Al die nieuwbouw zou nodig zijn om de woningnood in Utrecht op te heffen. Maar de wachttijden voor een sociale huurwoning zijn de laatste 25 jaar, ondanks de bouw van de grootste Vinexwijk van Nederland, alleen maar toegenomen. En dat is niet omdat de stad te maken heeft met een enorm, alles in de war sturend geboorte-overschot.  Conclusie: Utrecht bouwt vooral voor nieuwkomers die vaak helemaal niet aan stad gebonden zijn, maar bijvoorbeeld op de Zuidas werken. 

Natuurlijk, ik heb makkelijk praten, ik heb al een huis. Iedereen moet kunnen wonen, het is een grondrecht, ik sta er helemaal achter. Maar Utrecht hoeft toch niet de problemen van half Nederland op te lossen? 

Auteur Dick Franssen
Auteur

Dick Franssen

Dick Fransen was jarenlang gerenommeerd verslaggever bij het Utrechts Nieuwsblad. De afgelopen achttien jaar was hij als hoofdredacteur de drijvende kracht achter de Binnenstadskrant. Begin 2020 nam hij afscheid van deze krant.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *