Universitair hoofddocent aan de Universiteit van Utrecht dr. Berend Jan Bosch was al met het coronavirus bezig vóór de pandemie uitbrak. Marieke van Willigen sprak met hem over virussen, het leven en Gods schepping.
Inzicht 1: Werk met toewijding
“’s Ochtends stap ik om kwart over zeven op de fiets naar mijn werk. De Uithof is helemaal leeg, er wordt alleen nog maar gewerkt aan het COVID-19-virus door een handjevol wetenschappers. Aan het begin voelde het unheimisch, die lege gebouwen, maar het went. We doen met een klein team onderzoek. Als ik arriveer, is er altijd al een Chinese collega-onderzoeker aan het werk. Mijn Chinese collega’s werken zeven dagen per week, veertien uur per dag. Die toewijding raakt me. Als je iets waardevols wilt bereiken, kost dat inspanning. Die toewijding is op dit moment meer dan noodzakelijk. We zijn in oorlog, we zitten in het bovengronds verzet tegen het virus. Het geeft een goed gevoel om iets nuttigs te doen voor de samenleving, iets waardevols waarmee je de samenleving echt helpt. En dat kan als je het met toewijding doet. “
“Als corona-onderzoekers zagen we de bui al hangen”
Inzicht 2: Wees er op tijd bij
“Coronavirussen zijn de laatste twintig jaar al twee keer langsgekomen. De eerste keer was in 2003, toen het SARS-virus opkwam in Zuidoost-Azië, de tweede keer in 2012 toen het MERS-virus werd ontdekt in het Midden-Oosten. Beide virussen hebben een dierlijke oorsprong. Ze kunnen ernstige luchtwegklachten veroorzaken bij mensen. Als corona-onderzoekers zagen we de bui voor een virus als COVID-19 al hangen. Toch was er weinig aandacht voor, ondanks de risico’s van het virus. We hebben onderzoeksgelden aangevraagd om ons op een dergelijke uitbraak voor te bereiden, maar het is lastig financiering te krijgen voor nog niet bestaande problemen. Na de uitbraak van dit coronavirus zijn we meteen aan de slag gegaan. We hebben inmiddels een antilichaam gevonden dat de infectie van het virus kan blokkeren. We hadden eerder antilichamen tegen het oude SARS-virus ontwikkeld, die lagen nog in de vriezer. Het SARS-virus is van dezelfde familie als COVID-19, maar minder snel overdraagbaar. Dan is het een kwestie van trial and error. Past het antilichaam ook op dit coronavirus? We hebben eindelijk een antilichaam gevonden dat het nieuwe coronavirus bindt en de infectie remt van cellen. We moeten nog heel wat hordes nemen, maar dit betekent wel een eerste, belovende stap in de ontwikkeling van een medicijn.”
Inzicht 3: Never waste a good crisis
“Door corona is de samenleving in een soort winterslaap gekomen. De medische en sociale impact van dit virus is enorm. Maar de crisis heeft ook positieve kanten. We hebben oog gekregen voor de eenzame ouderen en de vitale beroepen zijn in een positief daglicht gesteld, zoals onderwijs en zorg. We hebben onze kwetsbaarheid ervaren. Eerst riepen we ‘Het gaat goed met Nederland’ en dat riepen we op basis van economische groeicijfers. Nu zien we in dat daar meer voor nodig is. Door het virus gaan we herijken, terug naar onze bron.”
“Ik weet niet wat God en het virus met elkaar te maken hebben, ik zoek niet naar zulke verbanden”
Inzicht 4: Geloof en wetenschap bijten elkaar niet
“Ik ben christelijk opgevoed. De waarden die me zijn meegegeven zijn mij vertrouwd en vol betekenis. Mijn geloof heeft met een levenswijze te maken, met het vertrouwen dat God er is. In het christelijk geloof is het individu belangrijk, het beschouwt jouzelf en je naasten als waardevol. Ik heb geen evangelisatiedrang of zo. Het gaat er om hoe je leeft in de samenleving, en welke rol je daarin speelt. Je bent niet het middelpunt van het heelal. Soms weet je niet hoe je verder moet, maar dan is Jezus voor mij een voorbeeld. Die wist het soms ook niet meer, maar hij leefde wel zoals het bedoeld is. Geloof en wetenschap hebben als overeenkomst dat het allebei leeft vanuit verwondering. Verder zijn het twee verschillende dimensies. Ik weet niet wat God en het virus met elkaar te maken hebben, ik zoek niet naar zulke verbanden. De situatie is er gewoon, ga er zo goed mogelijk mee om. Ik heb er vroeger, toen ik studeerde wel mee geworsteld. Ik ben orthodox-protestants opgegroeid, in een kerk met een dogmatische geloofsbenadering. En dan kan wetenschap en geloof ingewikkeld worden. Maar ik heb dat losgelaten. Geloven is een andere dimensie. Geloven en wetenschap zijn een soort van twee waarheden, die elkaar niet bijten. Geloof is net als muziek, je moet niet willen ontcijferen waarom het mooi is. Het vergt een andere benadering dan in de wetenschap. Als protestanten kunnen we leren van de katholieken, die doen niet ingewikkeld over bijvoorbeeld de evolutietheorie en de schepping. Geloven is iets organisch, je moet je niet vermoeien met allerlei modellen.”
Inzicht 5: Liefde komt op het juiste moment
“Ik was vroeger helemaal niet zo bezig met liefde of een relatie. Ik was vooral bezig met studeren, en misschien ook loskomen van mijn orthodoxe geloofsopvoeding. Toen kwam ik Esther tegen. We hadden een paar gemeenschappelijke vrienden en we kenden elkaar al langer. Ik vond en vind mooi aan haar dat ze onafhankelijk denkt. Dat is voor mij heel belangrijk, anders zou het niet werken. We gingen steeds meer dingen samen doen, en op een gegeven moment sloeg de vonk over. We zijn vrij laat getrouwd, pas op ons dertigste, en we hebben twee kinderen.”
“Het levende is van voorbijgaande aard, maar er ontluikt van daaruit steeds iets nieuws”
Inzicht 6: Gods schepping maakt rustig
“Ik ben een liefhebber van de natuur, daarom ben ik destijds gaan studeren aan de landbouwuniversiteit van Wageningen. De natuur zie ik als een weerspiegeling van het leven. De schepping is mooi, er is veel schoonheid in de natuur. Maar de dood waart er ook rond. Jezus zei: “Het graan moet sterven om tot wasdom te komen.” Dat zie je terug in de natuur. Het levende is van voorbijgaande aard, maar er ontluikt van daaruit steeds iets nieuws. Dat maakt me rustig.”
Inzicht 7: Gastvrijheid gaat om de moed elkaar te dienen
“Bij mijn ouders is iedereen welkom. Mijn ouders zijn Tukkers, uit Twente. Dat gastvrije uit die streek zag je bij ons thuis terug. Er kwamen altijd mensen over de vloer, en dat is nog steeds zo bij mijn moeder. Je moet er zijn voor je naasten, dat leefde mijn moeder ons voor, en nog steeds trouwens. Ik heb daar veel van geleerd. Ik ben best verlegen, dat kan ook een rem zijn. Dat je je door je bescheidenheid onder een ander stelt moet je niet doen. Ik hoorde pas een uitleg van het woord ‘deemoed’, de moed om elkaar te dienen. Daar gaat het om, ook bij de gastvrije instelling van mijn moeder.”
Inzicht 8: We zijn allemaal van dezelfde lap gescheurd
“Juist door sociaal in het leven te staan, weet je dat we allemaal gelijk zijn. Mijn moeder is hartelijk voor iedereen, zonder aanzien des persoons. Gun elkaar het goede. Mij maakt het niet uit wie je bent, ik ga met iedereen op dezelfde manier om. Als ik Mark Rutte hier op straat tegen zou komen, zou ik niet anders tegen hem gaan doen omdat hij minister-president is. Je moet er voor je naasten zijn, wie het ook is. We zijn allemaal van dezelfde lap gescheurd.”
Dit artikel verscheen in de glossy PUP, het magazine van de protestantse kerken in Utrecht. Er is ook een site: www.depup.nl
Lijkt me en hele aardige man! Blijft voor mij toch altijd weer een raadsel waarom de suggestie gewekt moet worden dat je een beter mens bent als je christelijk bent opgevoed. Of meer van de wereld kunt genieten…En er zit ook iets in van “wij hebben de enige echte overtuiging”. OK, we zijn tolerant….maar al die verschillende religies kunnen het niet allemaal bij het rechte eind hebben. Blijf het ook merkwaardig vinden dat je in een schepping geloofd, dus dat niet kritisch wenst te onderzoeken. En op je eigen vakgebied wel pas in iets gelooft als het gefalsifieerd kan worden, maar dat voor je wereld in zijn totaliteit niet geld. Maar hij doet op zijn deelgebied absoluut fantastisch werk. Hulde!