De keuzes van Marije Lieuwens

Cultureel ondernemer Marije Lieuwens: “Een stad die organisch ontstaat, is vaak leuker dan een stad bedacht door vastgoedmagnaten”

Marije Lieuwens

In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken in hun vakgebied. Maar ook daarbuiten. Vandaag Marije Lieuwens. Ze is werkzaam in de culturele sector, bedenker van de zogenaamde Corona-poster “Utrecht Zorg Goed Voor Elkaar” en  organiseert met haar initiatief City Canvas diverse muurschilderingen in de stad.

Ik spreek met Marije Lieuwens af bij Warmoes een buurtcafé in het Werkspoorkwartier. Het is niet toevallig dat Marije daar wil afspreken, het is ook haar buurtcafé. Wanneer zij het terras oploopt wordt zij van alle kanten begroet. Haar bedrijf, op het Hof van Cartesius en zit bijna naast Warmoes. Het Hof bestaat nu zes jaar, er is gebouwd met tweedehands bouwmaterialen en ondernemers zijn in de gelegenheid gesteld om een stukje grond te kopen en werden zo mede-eigenaar. “Dit stukje Utrecht blijft zodoende behouden voor idealisme”. We kijken uit op een oude glijbaan. “Die zag iemand op Marktplaats staan en heeft hem gekocht voor het Hof.”

Marije Lieuwens (45), geboren in Den Haag. Ze groeide op met haar drie jaar jongere broertje. Vader was binnenhuisarchitect en illustrator, moeder stewardess en later PR adviseur. Toen Marije één jaar oud was verhuisde het gezin naar Lemmer in Friesland. De stad van Epke Zonderland en Rintje Ritsma. Samen begonnen haar ouders in Lemmer een communicatiebureau.

“Regen en wind bouwen een stoer Hollands karakter”

“Lemmer was een toeristendorp, dat in de zomer driemaal zoveel inwoners kende als in de winter. Het was geen ingeslapen Fries dorp, er was veel horeca en er gebeurde altijd wel iets. Mijn jeugd bestond uit zeilen, veel mensen hadden een boot of een bootje. Ook schaatsen was erg belangrijk. In mijn jeugd werden er nog Elfstedentochten gereden en zelf reden we delen van de tocht. Lemmer ligt op de grens van Friesland en de Noordoostpolder. Ik kon naar de middelbare school in Sneek of in Emmeloord. Sneek was 25 kilometer fietsen en Emmeloord 18 kilometer. Het werd Emmeloord, iedere dag 18 kilometer heen en terug en altijd wind tegen. Een lange rechte weg, geen enkele bocht en een regenbui zag je al in de verte hangen. Regen en wind bouwen wel een stoer Hollands karakter. We fietsten altijd in een groep, je had nog geen MP3-speler met muziek. Wel sprak ik mijn huiswerk in op mijn walkman voor onderweg.”

“In het dorp was ik wel het meisje dat van “buiten” kwam, van dat gekke gezin uit de Randstad”

“Ik sprak Nederlands, en veel van mijn vrienden spraken Fries. Nog altijd kan ik het Fries verstaan, maar durf het niet meer te spreken. In het dorp was ik wel het meisje dat van “buiten” kwam, van dat gekke gezin uit de Randstad. Maar wel het gezin waar alles mocht: verkleedpartijen, huttenbouwen, taarten bakken en brooddeegfiguren maken. Mijn vader is in 2009 overleden en op zijn uitvaart waren honderden mensen. Het bevestigde dat ze toch echt wel “van Lemmer” waren geworden. Na de middelbare school wilde ik heel erg graag naar Utrecht, weg uit het Noorden. Ik wilde naar een stad met bioscopen, podia en musea. Mijn klasgenoten gingen naar Groningen, Zwolle of Kampen, maar daar was het voor mij niet groot genoeg. Ik kende Utrecht omdat mijn vader daar aanvullende cursussen grafisch ontwerp had gevolgd en soms dan mochten wij met hem mee. Ik kende Hoog Catharijne en het grootstedelijke trok mij. Ik wilde naar de “beruchte” School voor de Journalistiek in Utrecht, ik was 17 en werd ingeloot.”

“Mijn docenten op de School voor de Journalistiek adviseerden: Ga roken, drinken en vooral veel koffiedrinken!”

“Wel erg jong, maar ik wilde het risico niet lopen om een volgende keer niet ingeloot te worden. Ik moest een woonruimte vinden en sliep maanden onder het bureau van een neef die in Utrecht woonde. Ik heb wel vijfentwintig keer gehospiteerd, maar wie wil er nu een 17-jarige huisgenoot die in het weekend naar huis gaat naar haar ouders en haar vriendje? Eindelijk kreeg ik in de gaten wat de gewenste antwoorden waren en ik kreeg een kamer in Lunetten. Toen begon Utrecht als een warm bad te voelen. Maar op de opleiding vonden ze mij te jong. Ik kreeg het advies van mijn docenten om veel levenservaring op te doen; “Ga roken, drinken en vooral veel koffiedrinken!” Louis Engelman, Dick van der Lugt en Rudi Kross waren mijn docenten. Het meeste leerde je van praktijklessen, dan gingen we naar een presentatie van de jaarcijfers van AKZO en zeiden ze; “luister maar wat er wel en niet gezegd wordt.  In 1997 was ik lid van de Landelijke Studenten Vakbond en heel actief.”

“Voordat ik het wist zat ik met de minister van Onderwijs Jo Ritzen om de tafel”

“Er gebeurde nogal wat: de afschaffing van de studiefinanciering en de OV-jaarkaart. Voordat ik het wist was ik voorzitter en zat ik met de minister van Onderwijs Jo Ritzen om de tafel. Ik maakte mijn studie af en zou daarna veertien jaar in de omroepjournalistiek werkzaam blijven. Ik heb bijna overal gewerkt voor alle omroepen behalve voor de EO. Ik heb nooit een huis kunnen kopen in “de goede tijd” en heb geen “wooncarrière” gemaakt. Ik kende altijd woningnood en ben noodgedwongen jaren op mijn studentenkamertje blijven wonen. Ik had als Fries meisje pas na een paar jaar door dat je in kon schrijven bij Woningnet. Pas veel later kreeg ik door hoe het systeem werkte. Ergens in mijn achterhoofd had ik het idee dat ik nog eens terug zou gaan naar mijn geboortestad Den Haag. Uiteindelijk ben ik toch beland in de Geraniumstraat, een zijstraat van de Amsterdamsestraatweg. Mijn leven speelt zich sommige dagen af op een paar vierkante kilometer, er gaan dagen voorbij dat ik daar niet uitkom. Ik werk op het Werkspoor kwartier en mijn dochter zit op de Pijlstaartschool. Voor mij voelt de Amsterdamsestraatweg als een dorpje in de stad. Een dorp met een heel warm karakter en het is er nooit saai.”

“Het moet voor mij altijd iets idealistisch hebben”

“Ik ben na mijn journalistieke carrière in de culturele sector terechtgekomen als communicatie-adviseur voor musea, kunstenaars en ontwerpers, maar altijd met een maatschappelijke relevantie. Het moet voor mij altijd iets idealistisch hebben. Mensen uit de culturele sector huurden mij in voor ideeën waar ze een commmunicatie-advies voor nodig hadden. Maar soms verzin ik zelf een project en dan doe ik het gewoon zelf. Zo organiseer ik ook muurschilderingen in de stad. Met City Canvas hebben we al diverse muurschilderingen gerealiseerd. Zoals de muurschildering van Jan Jansen en Joop Zoetemelk gemaakt door Daniel Roozendaal, de muurschildering in de Molenstraat van Aafke Bouman en de grootste muurschildering van de stad aan de Lamerislaan van Vincent de Boer. Allemaal kunstenaars met Utrechtse roots. We zoeken nog nieuwe muren voor projecten in 2024-2025. Dus ik doe even een brutale oproep: als er mensen zijn die een kale muur in de straat hebben waar ze iets bijzonders op willen, dan kunnen ze mailen naar MooieMurenUtrecht@gmail.com of www.citycanvas.nl.

De keuzes van Marije

Muziek

“Ik ben opgevoed met Jazz en klassieke muziek. Mijn vader had altijd muziek opstaan. Hij was geboren in Den Haag en had daar geweldige concerten bezocht.  Voor mij is Jazz heel erg verbonden met mijn vader. Als ik ‘Kind of Blue’ van Miles Davis hoor dan komen er bij mij heel veel emoties los, soms vind ik dat zelfs te moeilijk om naar te luisteren.  Om in Utrecht te blijven, kies ik voor het album ‘Bitterzoet’ van Eefje de Visser, het heeft mij door Corona gesleept.”

“Als ik ‘Kind of Blue’ van Miles Davis hoor dan komen er bij mij heel veel emoties los”

Film

“In mijn studententijd ging ik altijd naar Sneak-Previews in Camera/ Studio op de Oudegracht. Je wist niet wat er zou komen en ik hou ervan om mij te laten verrassen. Maar om een recente film te noemen dan wordt het ‘Triangle of Sadness’. Het laat de machtsverhoudingen zien en hoe de maatschappij in elkaar zit. Er zitten allerlei actuele zaken in, maar ook de relatie tussen mensen. Als je een zwakke maag hebt dan is de film geen aanrader, er zit een kotsscène in die eindeloos duurt. Ik ga ook graag naar het NFF of naar IFFR in Rotterdam.”

“Deze film laat de machtsverhoudingen zien en hoe de maatschappij in elkaar zit”

Boek

“Titaantjes’ van Nescio, is mijn ‘all time favorite’. Het gaat over mensen die idealistisch zijn en de maatschappij anders zien. Maar hier ook in teleurgesteld worden, is inherent aan dingen willen. ‘Het Nieuwe Land’ van Eva Vriend is een boek over de polder waarin ik ben gegroeid, waar ik mij in bewoog. De Noordoostpolder die perfect moest zijn. Eigenlijk was het een sociaal experiment, waarin de overheid bepaalde wie er wel en niet geschikt waren om daar te wonen. Het is een bijna communistisch verhaal. De moderne boeren kregen de boerderijen en konden zich vestigen in de polder. Eigenlijk is er niet veel veranderd ten opzichte van de landbouwcrisis waar we nu in zitten: te weinig land voor te veel boeren.”

“Het Nieuwe Land van Eva Vriend is een boek over de polder waarin ik ben gegroeid, waar ik mij in bewoog”

Kunstwerk

“Wiek’ van Schweigman&. Het is een voorstelling tussen dans en performance. In een rond theater in de buitenlucht staan dansers tussen “wieken” van een molen die steeds sneller ronddraaien. Bezoekers komen vlak voor zonsondergang en aan het einde van de voorstelling is het donker. De dansers worden opgejaagd, het is zo mooi en voelt zo fysiek. Ik zag er onze gejaagde maatschappij in, we zijn allemaal een beetje gevangen in de maalstroom. En om dan nog even in Utrecht te blijven: Phobiarama van Dries Verhoeven was ook een indrukwekkende voorstelling die ik zag tijdens SPRING festival. Je neemt als bezoeker plaats in een botsautootje dat op rails rijdt door een spookhuis-achtige setting dat je langs teksten en dansers voert. De dansers zien er angstaanjagend uit: het archetype van de enge man. Maar dan blijkt dat die mannen ook erg aardig kunnen zijn. Het gaat om het ontkrachten van vooroordelen. Ik hou van voorstellingen in een weiland, park of op een plein. Van fysieke ervaringen, buiten de muren van musea of theaters, niet gekaderd.”

“Ik zag in Wiek onze gejaagde maatschappij, we zijn allemaal een beetje gevangen in de maalstroom”

Stad

“Utrecht, ik zou nergens anders willen wonen. Maar ik maak mij wel zorgen over de stad, er moeten woningen bij en iedere centimeter wordt volgebouwd. Maar of dat de juiste manier is om een stad leefbaar te houden vraag ik mij af. Wat er gebouwd wordt, zijn meestal luxe appartementen in het hogere segment, met weinig ruimte voor groen en recreatie. Zoals hier in het Cartesius-gebied, ooit een belangrijke rafelrand van de stad. Hier vonden mensen, die creatief bezig zijn, betaalbare plekken. Een stad is meer dan wonen alleen. Ik zie steeds meer mensen vertrekken uit de stad, omdat de woningen niet meer te betalen zijn en met hen verdwijnt ook een deel van de cultuur waar Utrecht zo trots op is. Het doet mij pijn dat DB’s oefenstudio’s moet verhuizen en daardoor wellicht verdwijnt, omdat er niet genoeg ruimte wordt gemaakt. Bands waar we nu als stad trots op zijn allemaal daar begonnen; zoals Kensington en John Coffey. Steeds meer culturele broedplaatsen komen door bouwprojecten in de verdrukking. Het is belangrijk dat er plekken blijven bestaan waar mensen de ruimte hebben om dingen uit te proberen en mogen falen of slagen. Niet alles moet wijken voor woningen. Een stad die organisch ontstaat is vaak leuker dan een stad bedacht door vastgoedmagnaten.”

“Het doet mij pijn dat DB’s oefenstudio’s moet verhuizen en daardoor wellicht verdwijnt”


Restaurant

“Taj Mahal, de beste tandoori curry eet je daar, maar ik eet ook graag tali bij Krishna Vilas. Op zaterdag ga ik vaak naar markt waar een Indiaas foodkraampje staat met heerlijke dosa’s. In mijn rijtje mag ook Veg Nation in de Jacobistraat niet ontbreken. Ik breng een ode aan Indiaas eten, het is vaak heel erg lekker en de smaken blijven verrassen.”

“De beste tandoori curry eet je bij Taj Mahal”

Drank

“Blond bier van La Chouffe en Earl Grey thee van Simon Lévelt. Maar mijn favoriet is gember aanmaaksiroop van Belvoir. Eigenlijk zou ik de Utrechtse siroop van Roze Bunker moeten noemen, maar die van Belvoir is net iets pittiger.”

“Mijn favoriet is gember aanmaaksiroop van Belvoir”

Utrechter

“Arlette de Jong. Zij is nu directeur bij De Helling. Arlette zet zich in voor de kleine bandjes. De Helling biedt (lokale) talenten een podium. Zo draagt ze ook bij aan de culturele onderstroom waar artiesten kunnen groeien. Haar Utrecht verhaal is heel erg verbonden met dat van mij. Zij maakte deel uit van het groepje waarmee ik vroeger naar Emmeloord fietste. Blijkbaar zijn we allebei gehard door regen en de tegenwind. Omdat ze vroeger bij Tivoli Oudegracht werkte heb ik heel veel bijzondere concerten bezocht die ik anders nooit zou hebben gezien; zoals REM. En belandde ik op Acid House feesten van het Utrechtse DJ-collectief 030303. Waar ik ook mijn vriend ontmoette. Samen hebben we een dochter van bijna 10 jaar.”

“Arlette en ik zijn allebei gehard door regen en tegenwind”


Wat zou jij doen als je burgemeester was?

“Ik zou de rafelranden koesteren. De culturele humuslaag, waar het talent van de toekomst vandaan komt, want daar ontstaat, bloeit en groeit talent. En zorg dat leraren en mensen uit de zorg een woning kunnen krijgen in de buurt van hun werk. Stel paal en perk aan de bouw van dure appartementen, want een stad is meer dan alleen wonen en consumeren.”

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *