broese boekverkopers

Broese Top 10 (+ boekverkoper Bertram Borkes tipt ‘Rudeboy: inside outsider’) 

Bertram tipt

Top 10 fictie: 

  1. Krekel / Annet Schaap
  2. Dageraad boven de boete / Suzanne Collins
  3. Oroppa / Safae el Khannoussi
  4. Al het blauw van de hemel / Mélissa Da Costa
  5. Op een andere planeet kunnen ze me redden / Lieke Marsman
  6. Tyler Green komt nooit meer vrij / Nicci French
  7. Als de wolven huilen / Kristin Hannah
  8. Odyssee / Stephen Fry
  9. Nacht / Lars Kepler
  10. De gedichtenapotheek / Philip Huff
‘Tyler Green komt nooit meer vrij’ van Nicci French op nr. 6

Top 10 non-fictie: 

  1. De wereld en de aarde / David Van Reybrouck
  2. Beladen huis / Christien Brinkgreve
  3. Veggilaine / Ghislaine Voogd
  4. Gezonder met dokter Elise / Elise Janssen
  5. Ik ga toch iets zeggen / Aaf Brandt Corstius
  6. De 100 leukste dagjes weg voor pensionado’s / Marlou Jacobs en Godfried van Loo
  7. Vrijuit / Iris de Graaf
  8. Over de rand laait het vuur / Chris van der Heijden
  9. Het uur van het hart – echt contact / Irvin D. Yalom
  10. Ajax in 125 verhalen / Arco Gnocchi
‘De wereld en de aarde’ van David Van Reybrouck op nr. 1

BROESE TIP

Rudeboy: inside outsider 

‘We hebben het zelf verpest”. Een duidelijke kop boven een NRC interview vorige week is net zo belangwekkend als de openingszin van een stukje tekst. Inside outsider is de autobiografie van rapper Rudeboy Remington, geboren Patrick Tilon  (1964). Een muzikant op oorlogspad, een boze man met een missie! Zijn memoires over zijn tijd bij Urban Dance Squad zijn ongelooflijk rauw en openhartig, en nogal heftig. 

Waarom las ik zijn zojuist verschenen stoeptegel? Rudeboy zou te gast zijn op RSD bij Broese vórig jaar!  Echter, het boek bleef maar weg… “Er moet nog meer aan gewerkt worden”, of “het moet compacter” was wat ik vernam als ik maar weer eens naar de verschijningsdatum vroeg.  Nu heb ik 550 pagina’s achter de kiezen… en jeetje. Het slingerde me zeker terug in de tijd. Een muzikale revelatie uit de jaren 80 & 90. Dát was Urban Dance Squad (een naam die door de band met hand en tand verdedigd werd).

Mijn tijd bestond toen uit studie, lezen, muziek luisteren en werken bij een Mexicaans restaurant. Ik zag veel livebands, maar op een avond werd ik van mijn spreekwoordelijke sokken geblazen door deze band uit Utrecht. Het eerste optreden dat ik van UDS zag vond plaats in een venue in Nijmegen die overigens niet meer bestaat, genaamd O42. 

De mix van opzwepende stijlen gecombineerd met DJ DNA’s live scratch (als volwaardig 5e muzikant/bandlid) was niet eerder vertoond.  De vloer trilde. Mijn lijf ook… Wat opwindend! Ik zag in die jaren veel Nederlandse acts zoals Herman Brood, Nits, Clan of Xymox, Claw Boys Claw en The Div. Maar niets had diezelfde onuitwisbare indruk als UDS. Tuurlijk waren er meer Nederlandse bands die hits scoorden of in het buitenland speelden, maar zo invloedrijk als UDS was niemand (tot er in het nieuwe millennium dj’s als Tiësto stadions vulden én een wereldwijde invloed hadden op dance en pop).

Rudeboy neemt de tijd in het boek om zijn ingewikkelde jeugd grondig uiteen te zetten: gescheiden ouders, de lastige periode in Eindhoven, de Bijlmer, hoogoplopende ruzies, veel hartzeer en ingebakken wantrouwen tegen zo’n beetje íedereen. 

Als hij per toeval DNA bij een scratchbattle in Paradiso tegenkomt en de vibe voelt van de andere leden, realiseert hij zich dat deze band, zijn teksten – dat De SQUAD zijn levenswerk zal worden. In die beginjaren is UDS het snoepje van het live circuit. Zonder managers, zonder platencontract: ze zijn de sensatie! En een flink Utrechts tintje zit ook in dit boek. Soms struikel je over het persoonlijke ongemak: een verkeerd haarproject, de vieze, ongewassen T-shirts van een ander bandlid, het kettingroken in de bandbus, het niet willen dragen van het tapijt voor onder het drumstel, de verkeerde bas bij de opnames van de eerste plaat. En het moet gezegd worden: zijn zelfanalyse is duidelijk, soms erg overdadig. 

Pittig is bijvoorbeeld een hoofdstuk dat hij na lange tijd zijn biologische moeder gaat bezoeken in NY,  de keuzes die labels maken, de platen die er wel, niet komen. De band opdoeken, of toch weer niet…kleedkamers die gevuld worden met bewonderaars (van De la Soul  tot Paul Simon), tot uiteindelijk het befaamde machinegeweerincident.

Is het een goed boek? Neen. Soms is het wijdlopig, en de vele cliffhangers aan het eind van ieder hoofdstuk doen gekunsteld aan. Verder is het een bozig, zeer openhartig en dapper boek van een ingewikkeld mens, een groot bewonderaar van 2-Tone (zoals te zien op de omslag) en bovenal een perfectionist die gemakzucht verafschuwd.  Wat blijft is fijne herinnering aan de sensatie UDS. Je kunt het verschil goed zien als je een snipper van UDS online kijkt, bijvoorbeeld uit 1990 met DNA in vergelijking met 1994 vlak voor de band wordt opgedoekt. Allemaal te lezen in dit onverschrokken boek!

Trouwens: het is morgen opnieuw Record Store Day in Utrecht bij Broese! Geen Rudeboy overigens… We verkopen dat prachtige, éénmalig vinyl, en ontvangen S10, I am Oak, Postmen & Marta Arpine als gasten om een instore te spelen!  Zegt het voort! En lees! (Bertram Borkes)

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *