Dinsdag overleed Utrechter Arjan Paans, van 2009 tot 2013 redactiechef van AD/Utrechts Nieuwsblad. Paans werd 53 jaar. Sinds in mei bekend werd dat hij een levensbedreigende vorm van kanker had, beschreef hij zijn ziekteproces openhartig op zijn facebookpagina.
Arjan Paans bleef na zijn vertrek bij het Utrechtse AD in de stad wonen. Hij werd adjunct-hoofdredacteur van het landelijke AD en werkte daarna onder andere voor het Telegraaf-concern.
NUK-medewerker Cees Grimbergen was columnist in de tijd van Paans’ chefschap bij AD/Utrecht. Hij was er getuige van hoe een levenskunstenaar -veel te vroeg- afscheid moest nemen van het leven. In de wetenschap dat zijn dood aanstaande was, bedacht Paans kort voor kerst een ‘levensviering’. Een bijeenkomst met muziek en tekst, filmpjes en foto’s, met tranen en lachsalvo’s. Volgens Grimbergen een afscheidsritueel dat navolging verdient.
Met veel daadkracht denderde Arjan Paans in 2009 de redactie AD/Utrecht op. Die daadkracht werd hem niet door iedereen ter redactie in dank afgenomen. Nou was ik als columnist zelden tot nooit op die redactie te vinden, dus het geploeter om dagelijks zestien krantenpagina’s te maken, ontging mij een beetje. Ik schreef in die tijd kroniek-achtige stukjes over onze stad. Met plezier: gekke mensen, bizarre fenomenen, de schoonheid van de Domstad, de uitwassen van modern stadsbestuur. Paans stimuleerde me om nóg meer als een soort verslaggever de randen van de stad te beschrijven. Zo herinner ik me de dag van de gemeenteraadsverkiezingen in 2010. Ik beschreef het alledaagse leven in Overvecht, rond de verkiezingsbureaus. In het licht van de slogans op de verkiezingsaffiches leverde het geen nieuwe inzichten, wél een inkijkje in het leven van Overvechters op. Én het inzicht in de beperkingen van het lokale democratische proces. Met dank aan coach Arjan Paans.
Ik schaamde me in die tijd niet om in een rood-wit AD-windjack door de stad te wandelen. En deed alles voor de verkiezing Utrechter van het Jaar en ons eigen AD-Utrecht burgemeestersreferendum. Door Arjan was ik een AD/UN-jochie geworden.
Maar het gaat mij bij Arjan Paans nu niet om zijn en onze journalistieke hoogstandjes of onze potjes pingpong, in de kelder van het mediagebouw aan de Hengeveldstraat, waar AD/Utrecht toen huisde.
Best interessant en leuk. Maar klein als het om het leven zelf gaat.
Aangekondigde dood
Ik wil het kort hebben over hoe levenskunstenaar Arjan zijn dierbaren en zichzelf ruimte gaf. Want hoe neem je afscheid zonder je naasten te veel te belasten met het verlies van het dierbaarste dat je hebt, je eigen leven? En wat doe je met een aangekondigde dood?
Arjan Paans werd in zijn laatste acht levensmaanden bijzonderder door de wijze waarop hij zijn vrouw Loes, zoon Wolf, familie, vrienden en oud-collega’s wist ‘mee te nemen’ in zijn ziekte. Niet dwingend. Subtiel. Met zelfspot. Informatief. Liefdevol richting zijn dierbaarste achterblijvers. En hij gooide dat proces op zijn facebook-pagina open voor alle lezers. Daarvoor was Arjan ook te veel journalist. Op die facebook-pagina maakte hij de lezer deelgenoot van het proces waar hij door heen ging. Zonder dat wij ons voyeurs voelden.

Een fragment uit afgelopen herfst, 11 oktober:
Of het slecht nieuws is, dat ze al zo lang niets van me heeft gelezen, vroeg de moeder van een vriendje van Wolf deze week. Ik geloof het niet, al merk ik dat het aantal blogjes wel wat in frequentie is afgenomen, sinds de eerste turbulente weken in mei en juni.
Volgende week is chemo nummer 6 en daar kijk ik niet bepaald naar uit. Wel naar ons tripje naar Berlijn, de week erna. Ik merk in de tussentijd dat ik wat bewuster omga met mijn energie. Ik kan zomaar een halve dag op de bank liggen, als ik weet dat ik ‘s avonds iets leuks ga doen. Zoals onlangs, naar een concert van Jonathan Jeremiah in Paradiso. Ook nu lig ik weer even op de bank, maar verder was ik best druk vandaag. Gewerkt in de morgen (ook vanaf de bank , vanmiddag een coronaprik gehaald en daarna op de fiets naar de fysiotherapeut.
Paans bedacht nieuw afscheidsritueel
En toen was er op de maandag voor Kerst het bericht van zijn behandelend artsen in het AVL. De laatste ingezette chemo werkte niet tegen de voortwoekerende kankercellen. Geen behandeling zou nog helpen.
De dag erna liet Arjan Paans weten familie, vrienden, collega’s nog één keer te willen zien. Een middag vol herinneringen, verhalen, muziek, foto’s, filmpjes mocht het worden. Zijn familie maakte een groepsapp onder de titel ‘Matinée met Arjan’ aan. Zonder begrafenisondernemer liep de organisatie … op rolletjes.
Zou Arjan die middag gaan halen?
Hij haalde het. Zo kwamen bijna honderd mensen op de vrijdag voor Kerst samen in de benedenzaal van Theaterhuis Berenkuil. Het stortte van de regen. Zenuwachtig fietsten ook wij naar de Biltstraat. Zou het niet een groot tranendal worden? En hoe zouden we ons daarmee verhouden?
Het werd een viering van zijn leven. In aanwezigheid van de man Arjan zelf. De gouden vrijwilligers van de Wensambulance reden Arjan op de brancard de zaal in. Staand heette hij ons welkom. En vertelde over de dierenambulance die die ochtend -vergissing- klaar had gestaan bij zijn huis aan de Veilinghavenkade. Waarna hoofdpersoon Arjan in muziek en tekst zijn leven aan zich voorbij zag trekken. De tranen vloeiden inderdaad. Maar er was meer. Hij kreeg terug wat hij blijkbaar ooit zaaide. De liefde voor de man die afscheid aan het nemen was, hing in alle hoeken. En hij werd niet gespaard. Zijn dwingende kanten bleven niet onbesproken. Hij sprak tegen waar het hem paste. Er werd gelachen. Alles dus in zijn aanwezigheid.
De ideeënrijke journalist -in het vak was weinig hem te gek- voegde met zijn gedurfde initiatief een dimensie toe aan het begrip ‘afscheid nemen’. Zou rouw lichter zijn na zo’n afscheid met de levende Arjan erbij? En wie vraagt zich niet eens stiekem af hoe bij je afscheid in aula van crematorium of begraafplaats over je wordt gesproken? ‘Paans bedacht een nieuw afscheidsritueel’, zou een mooie krantenkop kunnen zijn.
Een week later, in een bedankwoordje, probeerde journalist Paans zijn afscheid te plaatsen. ‘Als ik toch een poging mag wagen om deze levende necrologie te duiden, dan schuilt het bijzondere er vooral in dat ik nog niet overleden was. Zo kon ik alles horen en op al het gezegde commentaar hebben. Overigens geen vorm die ik iedereen aan zou raden, maar wel een die paste bij mijn leven.’
Hij schrijft dat hij ‘ vaak een eigengereide man’ is geweest, gezien de geluiden op het afscheid. ‘Maar gelukkig ook lief, inspirerend, een levensgenieter en zelfs een vorm van artificial intelligence’, voegt hij er aan toe.
‘Bedankt ook dat jullie zijn gebleven. Tweehonderdtien minuten maar liefst. Best een lange zit voor zo’n kort leven. Om het maar even in het Duits te zeggen: man sieht sich immer zweimal im Leben. Wie weet, geldt dat ook voor na de dood.’
Groots eerbetoon aan een unieke, eigenwijze mensch en journalist. Onvergetelijk, ons etentje bij Chez Jacqueline voorjaar 2015 waarin we overlegden over een reeks columns Van Domtoren tot Eiffeltoren, de Tour van 2015. Het was maar een voorbeeld van de vele projecten die hij met warmte omarmde.
Het belangrijkste wat een gestorvene achterlaat zijn ieders gedachten aan hem of haar.
Dit bedacht ik me toen ik over jouw afscheid las Cees.
Mooi verwoord Cees, want een bijzondere (heftige) bijeenkomst was het van een bijzonder mens.
Te vroeg weg gegaan. Erg jammer.
Wel gewaagd;vier het leven. Mag zo’n bijeenkomst zonder vergunning?
Bedankt Cees, prachtig.