In de tijd BC (Before Corona) interviewde ik iedere week een vrouw van 50+ voor mijn rubriek “Het Mooiste Meisje”. Persoonlijke gesprekken die aan de keukentafel met een pot thee tussen ons in plaatsvonden. Ans Gravenmaker: “We zaten in een prachtig hotel maar konden geen kant meer op.”
Ik heb vaak gezegd dat ik als een wild vreemde binnenkwam en dat we als vriendinnen uit elkaar gingen. Een band opbouwen met de geïnterviewde gaat niet in een telefoongesprek zelfs niet al zou je erbij Facetimen. In mijn vaste vragen kwam altijd het geheim van hun jeugdigheid ter sprake. De een zwom, de ander danste, de volgende had haar vriendinnen en weer een ander had haar eigen bedrijfje. Nu dat allemaal wegvalt ben ik benieuwd hoe zij hun dagen doorbrengen. Ik ga ze bellen en vraag hen waar ze nu energie van krijgen. Ans is in deze reeks een uitzondering. Ze bleef niet thuis.
Wat ben je aan het doen?
”Ik ben afspraken aan het verzetten en afbellen”.
Ans is eigenaar van het Echocentrum Leidsche Rijn en volgens de richtlijn van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen mogen er geen “pret-echo’s” meer gemaakt worden. Uitsluitend echo’s op medische indicatie, de termijnecho en de 20 weken echo worden uitgevoerd. “Soms een teleurstelling voor de ouders die graag willen weten of zij een meisje of een jongetje kunnen verwachten. Ook is het een teleurstelling dat de man niet meer mee naar binnen mag maar in de auto via Facetime de echo kan volgen. Vrouwen die Corona gerelateerde klachten hebben, moeten we helaas vragen om niet te komen. Deze zaken klinken logisch voor iedere buitenstaander. Wij werken met mondkapjes en handschoenen en vanaf morgen achter een scherm, maar toch is er contact en zit je dicht bij de vrouw. Maar mensen proberen toch met allerlei smoesjes binnen te komen en worden echt heel boos wanneer ik een afspraak afbel”.

“Pret-echo’s” worden niet meer gemaakt.
“Mijn kinderen vroegen of we gek geworden waren”
Waarom Ans nu pas de afspreken afbelt? “We zijn net, zondag, teruggekomen uit Thailand. We zijn 16 maart vertrokken, voor een schitterende rondreis door Thailand. Ik had zelf mijn twijfels: ”Moeten we wel gaan? Komen we wel terug?’’ Maar Dick mijn partner is een optimist en die riep: “Komt allemaal goed.” Ik vond het ook moeilijk om mijn kinderen achter te laten. Ik had alles gelezen van het Ministerie van Buitenlandse zaken over de situatie in Thailand en daar werd ik niet vrolijk van. Mijn kinderen vroegen of we gek geworden waren. De reisorganisatie verzekerde ons dat er geen problemen werden verwacht, het kon hoogstens wat rustiger zijn wat toeristen betreft. Niet te veel toeristen zou ook wel prettiger kunnen zijn. We vertrokken, het perron op Utrecht CS was uitgestorven en Schiphol ook stil. We vlogen businessclass met de KLM en werden in de watten gelegd. In Bangkok hadden we een geweldig hotel met een restaurant met een ster, vreemd dat we maar met zes personen in de eetzaal zaten. Wel werd overal waar we naar binnen wilden, hotels en winkelcentra, onze temperatuur gemeten. In een winkelcentrum in Bangkok zag ik allemaal vrouwen achter naaimachines zitten, ze naaiden in een razend tempo mondkapjes van allerlei leuke stofjes. Thailand viel nog steeds buiten het “direct terug reizen” advies. Naarmate de week vorderde zag je steeds meer kapjes verschijnen. Eind week één besloten we zelf ook maar onze kapjes, die ik had meegenomen uit de praktijk, te gaan dragen omdat mensen je erg raar aan keken wanneer je geen mondbedekking droeg.”

De eerst week leek er niet veel aan de hand.
“De Air France vlucht was onze enige hoop, zaten we daar bij?”
“Op vrijdag, na een boottocht, een ritje in een tuktuk, waanzinnige tempels en heel veel Boedha’s begon ik mij steeds meer zorgen te maken. We wilden eigenlijk wel terug naar Nederland maar er waren geen vluchten beschikbaar. Onze vlucht op zondag 29 maart stond er nog steeds in. Alle andere vluchten zaten bomvol. Restaurants sloten, alleen nog maar take-away, café’s en barretjes waren dicht en het werd steeds stiller op straat. Omdat we toch niet terug konden, vlogen we op dinsdag volgens plan naar het Noorden naar Chiang Mai. Winkels sloten en we wilden echt weg. Wanneer je buiten was kon je nog wel één en ander van je af zetten, maar op je hotelkamer met Wifi kwam alles weer full force op je af. Ook moesten we eten op onze hotelkamer omdat het restaurant van het hotel dicht was. Op woensdag, we zaten nog in Chiang Mai, kregen we bericht dat onze vlucht eruit was gehaald. We vlogen de volgende dag terug naar Bangkok. Misschien konden we mee met een vlucht van Air France via Parijs op de 27ste we stonden op de wachtlijst, anders werd het dinsdag de 31ste. Inmiddels had Dick ons aangemeld voor een vlucht van de Nederlands Ambassade, maar daar werden we ook weer op een lijst gezet, geen plek.”
“Op de luchthaven veel huilende mensen die wanhopig waren.”
“Het reisbureau had ons aangeraden om op de luchthaven van Bangkok ook even naar de mogelijkheden te informeren. ”Zoals u ook heeft meegekregen verandert de situatie in Thailand niet per dag maar per uur”, stond in de opbeurende mail van Travel Experience. Wat wij aantroffen op Bangkok was heel naar, honderden mensen bij de KLM balie die allemaal ook te maken hadden met gecancelde vluchten. Huilende mensen die wanhopig waren en alle vluchten van de KLM die helemaal vol zaten. De Air France vlucht was onze enige hoop, zaten we daar bij? We konden geen kant meer op, we zaten in een prachtig hotel met maar een handjevol gasten en alles was dicht. Eindelijk goed nieuws: we zaten op de repatriëringsvlucht van de Ambassade op zaterdag, als het doorging. Het hotel zou maandag dichtgaan, maar het personeel mocht er nog wel slapen en de manager had ons verzekerd dat hij ook een kamer voor ons zou hebben. Zaterdag ruim op tijd bij de gate, taferelen meegemaakt: duwende en voordringende mensen, huilende IPB’ers (Indien Plaats Beschikbaar, personeel van een luchtvaartmaatschappij dat goedkoop kan vliegen. red.) en ronduit agressieve mensen in paniek.”
“Terug op Schiphol besloten we onze mondkapjes af te doen”
“Toen ik aan boord stapte, heb ik wel even een traantje gelaten. Via Parijs terug op een uitgestorven Schiphol. Wij waren er al zo aan gewend om onze mondkapjes te dragen, maar mensen hier keken vreemd naar ons. Ze liepen met een boog van tien meter om ons heen: die twee zijn zeker ziek? We besloten om onze kapjes af te doen. We zaten alleen in de trein naar Utrecht en kwamen aan op een doodstil Centraal, bijna spooky. Maar we waren thuis! Home sweet home!! Ik kan mijn kinderen en kleinkinderen nog niet zien. We hebben de verjaardag van mijn op één na oudste kleinzoon maar gevierd door te Facetimen en voor hem te zingen. Al met al een krankzinnig avontuur. We doen het misschien nog wel eens over, want we hebben prachtige dingen gezien, gelogeerd in heerlijke hotels, verrukkelijk gegeten en erg aardige mensen ontmoet. Maar er zat altijd in ons hoofd: wat zijn we aan het doen?”
Lees hier het interview met Ans dat eerder op De Nuk stond.

“We kwamen aan op een doodstil station. Bijna spooky.”
Herkenbaar verhaal Ans! Ik heb genoten van Tanzanië en hou voor ogen dat ik exact sta waar ik hoor te zijn! Ik ben blij dat jullie gezond en wel thuis zijn lieve buren!
Onvoorstelbaar -en misschien ook onverantwoordelijk naar je gezin toe- om na de waarschuwingen van MP Rutte op vrijdag 13 maart toch op maandag 16 maart! naar Thailand te vertrekken!