In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Josien Paulides, directeur van Museum Catharijneconvent. Ze staat aan de vooravond van een enorme verbouwing. “We krijgen er 600 vierkante meter bij.”
Ik spreek met Josien Paulides af in het museum. Precies een jaar geleden werd zij de nieuwe directeur. Wanneer ik op Josien wacht bij de receptie valt mij de leeftijd van de gemiddelde bezoeker op. Josien Paulides: “We zijn heel blij met de groep die onze tentoonstellingen nu al bezoekt, maar we gaan ook een vertaalslag maken om ook jongeren te trekken. Onder andere door mee tentoonstellingen tegelijk te programmeren en speciale activiteitenprogramma’s te organiseren. We hebben nu al de kerststal en het Huis van Sinterklaas, die mensen van alle leeftijden trekken. Ook ontvangen we jaarlijks duizenden schoolkinderen met onze speciale programma’s voor het onderwijs.’’ De vierjarige dochter van Josien is in ieder geval al fan van het museum. Zij vindt de werkomgeving van haar moeder de mooiste plek die er is. Werken in het huis waar Sinterklaas woont wanneer hij niet in Spanje is. Eigenlijk werkt zij bij Sinterklaas in huis.
Josien Paulides (41) geboren in Waalwijk, groeide op met twee zussen en twee broers in een leuk en hecht gezin.
“Ik kom uit een heel warm nest. Mijn vader heeft een fabriek in elektromotoren en mijn moeder was docent op een VMBO waar zij later teamleider is geworden. Mijn broers en zusjes zijn in de voetsporen van mijn ouders getreden. Mijn zussen werken in het onderwijs en mijn twee broers zijn gepromoveerd op elektrotechniek. Mijn moeder vond het onderwijs ook iets voor mij, daar zou ik wel goed in passen, maar ik was een balletmeisje dat van theater hield. Dat ballet is nooit een echt succes geworden. Ik heb er het lijf niet voor, alles is veel te lang aan mij. Ik wilde graag naar de toneelschool, maar mijn moeder vond het verstandiger, mocht een theater carrière er niet inzitten, om na mijn HAVO de HEAO te gaan doen.”
“Ik doe als sinds de middelbare school de boekhouding van ons familiebedrijf”
“Ik was goed in economie en doe al sinds de middelbare school de boekhouding van ons familiebedrijf. Ik richtte de boekhouding opnieuw in en ben nog steeds een beetje betrokken bij het familiebedrijf. Dat zakelijke ligt mij wel en ik denk dat men daarom ook voor mij gekozen heeft als de nieuwe directeur van Museum Catharijneconvent. Er staat ons natuurlijk een enorme verbouwing te wachten en iemand moet de kosten in de gaten houden. Na mijn propedeuse HEAO bleef het theater trekken en ben ik Theater, Film en Televisie gaan studeren hier in Utrecht. Ik studeerde af op Kunst in de Islamitische klas op een basisschool. Ik had al onderzoek gedaan naar kunst op de reformatorische school en zag veel overeenkomsten tussen de Islamitische en de reformatorische school: zoals de (beperkte) inzet van afbeeldingen, Hoe andere levensovertuigingen en verschillende religies van invloed kunnen zijn op de maatschappij heb ik altijd heel fascinerend gevonden. In de Islamitische kunst is wel plaats voor zang, dans en prachtige geometrische vormen. In de oudheid zag je wel veel afbeeldingen van mensen en dieren, terwijl je dat nu minder ziet.”
“De liefde voor theater, kunst en kinderen is mij met de paplepel ingegeven”
“Als je naar het Alhambra gaat dan zie je daar de geometrische figuren en is het ook interessant om te zien hoe een gebedshuis door de jaren heen verschillende functies krijgt en verschillende geloven faciliteert. De liefde voor theater, kunst en kinderen is mij met de paplepel ingegeven. Mijn moeder is docent beeldende vorming en techniek. In mijn eigen gezin is ook plaats geweest voor een pleegkind. Een meisje met een lastige thuissituatie en even een “uitblaasplek” nodig had, even rust in een tijd dat het thuis niet zo lekker loopt. Voor onze eigen kinderen, 13, 10 en 4 jaar, was dit ook heel leerzaam. Zo zien ze dat niet alles vanzelfsprekend is. Na mijn studie werkte ik voor het Fonds voor Cultuurparticipatie hier in Utrecht en maakte de overstap naar Cultuur-Oost. Daar deed ik adviesklussen voor de gemeente en culturele instellingen. Je kan wel advies geven, maar je wilt ook dat er iets mee gedaan wordt. Dat was mijn verantwoordelijkheid en die wilde ik graag nemen. Toen werd ik zakelijk directeur van het Nieuwe Instituut in Rotterdam, het nationale museum voor architectuur, design en digitale cultuur. Ik wist toen nog niet veel van ontwerp, maar wel veel van de culturele sector in de breedste zin van het woord. In de architectuurcollectie van Het Nieuwe Instituut zaten veel religieuze invloeden en daar lag mijn fascinatie. Die poot was daar helemaal niet ontwikkeld. Door de combinatie van religie, kunst en maatschappij is deze baan bij Museum Catharijneconvent een geweldige volgende stap.
“We krijgen er 600 vierkante meters bij”
“De keuze om ook niet alleen andere religies aan het museum maar ook het hele beleidsdomein van internationale kerken toe te voegen is een belangrijke aanvulling. Er zijn ruim een miljoen christenmigranten in Nederland. Waar vinden zij hun plek en wat voor erfgoed nemen zij weer mee? Dat komt hier allemaal samen met een mooie verbouwing en een herpositionering van de collectie. Veel van mijn collega’s in Rotterdam waren architecten. Wat ik van hen heb geleerd zal goed van pas komen bij de verbouwing die de komende twee jaar op de planning staat. We krijgen er 600 vierkante meters bij en er zal veel aandacht zijn voor onderwerpen die voor het onderwijs en de leerlingen interessant zijn. Met thema’s zoals leven en dood, de kracht van de verbeelding en het leven in een klooster. Museum Catharijneconvent is per slot oorspronkelijk een klooster. Een tentoonstellingsruimte voor de vaste collectie, een ruimte waar men over geloof met elkaar kan praten en de tuin wordt zo ingericht dat het er in alle seizoenen mooi is. Het brutalistische kunstwerk dat er nu nog staat zal een andere plek krijgen.”
De keuzes van Josien
Boek
“Mijn favoriete schrijver is Haruki Murakami, een Japanse schrijver. Ik vind al zijn boeken fantastisch maar ik kies dan toch ‘De jacht op het verloren schaap. Hij schrijft over eenzaamheid en over het leven, zo absurdistisch, realistisch maar toch bijna poëtisch. Het heeft niets met mijn werk te maken maar toch inspireren zijn boeken mij. Juist het verstilde raakt me, misschien omdat ikzelf vrij druk ben. Hij beschrijft de rust en de eenzaamheid, die mij vreemd zijn in mijn volle leven. De poëtische kant trekt mij en de gestructureerde manier van schrijven en van leven. Alles komt samen in verhalen die je zelf niet kan verzinnen.”

Muziek
“Queen. Wanneer alles tegenzit en ik Queen opzet dan is mijn dag weer goed. Ik word vrolijk van hun muziek, zing alles mee en dan vooral ‘We will rock you’. Die dagen waarin alles stom is, kan ik door die muziek weer aan.”

Film
“Les Intouchables, een heerlijke feelgood film. Dat zorgzame, de band tussen twee personen. Driss, een jongen uit de banlieues, gaat voor de gehandicapte aristocraat Philippe zorgen. Hoewel de zorg voor de gehandicapte medemens toch heel lastig kan zijn, doet hij dat op onconventionele wijze en er ontstaat een hechte vriendschap tussen de mannen. Dat raakt mij ook echt, dat heb ik ook met mijn pleegkinderen. Ik zoek niet de makkelijkste weg.”

Kunstwerk
“Meisje in rode kimono van Breitner. Dat borduursel is zo mooi geschilderd. Ik kan met kunstwerken ook de absurdistische kant opgaan. Jeroen Bosch ‘De tuin der lusten’ en onze eigen middeleeuwse kunst. Ik zag laatst een foto die geënsceneerd is zoals het meisje in de rode kimono. Die foto zou ik heel graag in mijn huis willen hebben.”

Stad
“Ik ben dol op Italiaanse steden, maar Bologna heeft een heel speciaal plekje in mijn hart. Zo mooi, met alle bogen die je er ziet. Misschien ook wel omdat het daar niet zo heel erg toeristisch is. Deze zomer gaan we er ook speciaal naar Bologna om het de kinderen te laten zien. Voor mijn werk bij Het Instituut ben ik heel veel in Milaan geweest, ook een feest om daar te zijn. De mensen gaan goed gekleed en ik geniet van de gepassioneerdheid van de bewoners onderling.”

Restaurant
“Florent, heerlijk eten. Als je echt een goede avond wil hebben moet je daar naartoe gaan.”

Drank
“Limoncello. Ik ga binnenkort verhuizen en als we gesetteld zijn ga ik zelf weer proberen om het te maken.”

Utrechter
“Claudia de Brey, Een woordkunstenaar, een stoere vrouw. Vooral het nummer ‘Mag ik dan bij jou?’. Zij is mijn favoriet Utrechter.”

Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?
“Ik zou een festival willen organiseren dat mensen echt samenbrengt. Zo heb je in Rotterdam het Braziliaans Carnaval dat in een stad met zoveel diversiteit dat carnaval mensen echt bij elkaar brengt. Festivals mogen in Utrecht wat feestelijker , meer op ontmoeting gericht en laagdrempeliger.”
Laat uw reactie achter
Reactie