Een serie over inspirerende Utrechtse vrouwen die een jaartje ouder worden. Mireille Geijsen: “Ik hou van de wijsheid die met de jaren komt. Het leven gaat wel schrikbarend snel, het mag van mij wel een tandje minder.”
Al jaren gebruik ik mijn blauwe vilten tas van i-did. Een strak ontwerp waar je de wereld in mee kunt slepen. Wereld is eigenlijk wel toepasselijk omdat hij gemaakt is van oude KLM cabin crew uniformen. Ik kan mij voorstellen op welke bestemmingen mijn tas is geweest en hoeveel vlieguren hij eigenlijk al heeft gemaakt. Bij Doreen Boonekamp zag ik een laptophoes van i-did op haar bureau liggen en we spraken even over het product maar ook over Mireille Geijsen (55) de initiatiefneemster van i-did. “Haar wilde ik eigenlijk voordragen als mooiste meisje”, zegt Doreen. Zo gebeurt het dat ik op een druilerige donderdagmiddag het huis van Mireille binnenstap, de ontwerpster van mijn favoriete blauwe tas.

Mireille Geijsen, geboren in Den Bosch als oudste dochter in een gezin met drie kinderen. “Eigenlijk moet ik zeggen vier kinderen omdat mijn zusje Femke er ook bij hoort. Zij overleed toen zij anderhalf was. Ik was tien toen zich het drama voltrok en heb het eigenlijk heel bewust meegemaakt. De schattige peuter die al een paar dagen hangerig op de bank lag en na het bezoek van de huisarts voor onderzoek opgenomen werd in het ziekenhuis. Ik lag met mijn twee jaar jongere zusje bij mijn ouders in bed toen de telefoon ging en mijn vader naar beneden liep om hem op te nemen. Ik weet en voel nog de ontreddering toen hij de slaapkamer weer inkwam. Femke was overleden. De periode die toen volgde was een tijd van groot verdriet, een totaal ontwricht gezin met een huis waar de gordijnen wekenlang niet open werden gedaan. Met terugwerkende kracht kan ik vertellen wat een dergelijke gebeurtenis voor impact op je heeft als kind.”
“Ik zag het verdriet van mijn ouders en liet mijn eigen verdriet niet toe om het voor hen niet nog erger te maken”
“Toen ik zelf kinderen kreeg en zij rond een jaar of tien waren realiseerde ik mij hoe zij alles feilloos konden registreren en opmerken. Ik had als kind het verdriet niet toegelaten. Ik zag het verdriet van mijn ouders en liet mijn eigen verdriet niet toe om het voor hen niet nog erger te maken. Ik nam hun verdriet op mijn schouders. De oma’s ruimden het kamertje van Femke leeg, foto’s werden weggestopt en niets herinnerde meer aan de peuter. Er was geen plek om te rouwen en te praten. Kennissen verstopten zich achter de schappen in de supermarkt wanneer ze mijn moeder zagen. Misschien misten ze het vocabulaire om het onbeschrijfelijke te benoemen. Het was de tijd van doorgaan en zorgen voor je gezin en het rouwen niet toelaten. Het heeft mij getekend maar van daaruit kon ik wel gaan groeien. Ik werd heel close met mijn zusje, we sliepen daarna samen op een kamer en spraken over Femke.”


“Hoewel wij niet gelovig waren opgevoed vonden mijn ouders veel steun in de katholieke basis en praatten mijn zusje en ik in de vorm van gebedjes ‘s avonds met ons zusje. Mijn moeder raakte weer zwanger maar verloor dit kind na een miskraam. Weer kwam het rauwe verdriet terug, maar twee jaar later kwam ons kleine broertje. Ik denk dat mijn moeder een oergevoel had ontwikkeld: ik wil als moeder nog een keer het leven schenken. Dit kind zal nooit het andere kunnen vervangen maar nog een kind kan mij helpen. Deze nieuwe baby, dit nieuwe leven bracht ons vreugde maar de vreugde was niet blanco omdat het verdriet toch ergens aanwezig bleef. Bij ons thuis was het toch anders dan in andere gezinnen. Zelfs mijn gedrag als puber bleef gerelateerd aan het overlijden van mijn zusje. Uit een soort schuldgevoel hield ik altijd rekening met mijn ouders en wanneer ik uitging zorgde ik ervoor om niet te laat thuis te komen. Ik wilde mijn ouders niet onnodig ongerust maken en dat vormde mijn gevoel voor verantwoordelijkheid. Vele jaren later zou ik pas echt begrijpen waarom ik mij zo had gedragen.”

“Ik wist: dit is hem, met hem ga ik trouwen”
“Ik ging naar de middelbare school in Vught, dezelfde school waar mijn vader leraar Duits was. Over iedere leraar wordt geroddeld maar daar trok ik mij niets van aan. Ik wist wie mijn vader was: een hele leuke man, een bevlogen leraar en een romanticus. Op deze school zag ik een jongen lopen die een paar klassen hoger zat en ik wist: dit is hem, met hem ga ik trouwen. Alle meisjes waren verliefd op Maarten, hij leek sprekend op Sting. Ik oefende met verschillende vriendjes en toen ik eenentwintig was heb ik Maarten toch aan de haak geslagen. Met hem ging ik zorgvuldig om en we zijn na 10 jaar verkering met inmiddels twee kinderen getrouwd. Ik had een B-pakket en na mijn eindexamen lag de wereld aan mijn voeten. Ik kon studeren wat ik maar wilde, had eindeloze gesprekken met de decaan, maar koos voor de kunstacademie in Utrecht richting mode. Ik zat als tienjarige al achter de naaimachine, maakte gekke kleren met rare verzinsels. Ik werd aangenomen op de academie om mijn creativiteit, ik kan helemaal niet tekenen. In het eerste jaar volgden we naast het basisprogramma workshops van andere disciplines. Zo kwam ik in aanraking met grafisch vormgeven en wist dat dit de richting voor mij was. Met veel plezier volgde ik de volgende vier jaar van de opleiding en voor mijn eindexamenproject wilde ik het libretto van een opera van Prokofiev in beelden vormgeven. Mijn docenten waren het niet eens met mijn idee, zij wilden mij niet begeleiden omdat ze dachten dat mijn grootse plannen niet haalbaar waren. Ik vond in de ontwerper Pleun Vos een externe begeleider voor mijn eindexamenproject. Ik had een heel lokaal nodig in plaats van een enkele tafel. Het was me toch gelukt en opeens vond iedereen hetgeen ik had gemaakt geweldig.”

“We hebben heerlijk gewoond in Bilthoven, je vindt overal wel gelijkgestemden”
“Na de academie begon ik als zelfstandig grafisch ontwerper en kreeg een opdracht voor het Centraal Museum. Het verdiende bijna niets maar het stond goed op mijn CV. Ik had een atelier in Hooghiemstra en kreeg steeds meer opdrachten. Het NFF, de Werkplaats, de gemeente en de provincie Utrecht. Ik gaf de folders voor alle toeristische uitingen vorm. We woonden in de Bellamystraat en hadden inmiddels twee kinderen. We zochten naar een huis in een dorp omdat we de “koters” niet door het drukke verkeer in de stad wilden voeren. Het werd de Soestdijkseweg in Bilthoven Noord, wist ik veel. De vooroordelen waren niet van de lucht: “Een kakdorp, jij van de HKU doet je kinderen op hockey”. We hebben heerlijk gewoond in Bilthoven, de inmiddels drie kinderen gingen naar de Werkplaats, het Heidepark als achtertuin en tenslotte vind je overal wel gelijkgestemden. Toen de kinderen allemaal uit huis gingen zijn we drie jaar geleden weer teruggegaan naar Utrecht. We kregen de kans om een duurzaam huis te laten bouwen op het voormalige terrein van de Veemarkt.”
“Mijn ideaal kon ik zo realiseren: een sociale en circulaire samenleving, waar niemand wordt buitengesloten”
“In Bilthoven leerde ik een Koerdische vrouw kennen, zij had in haar thuisland alles goed voor elkaar gehad. Maar gevlucht naar Nederland, telde ze niet meer mee. Ze sprak weinig Nederlands en miste daardoor de aansluiting. Ze wilde graag werken maar kreeg de kans niet. Ik was tegen een probleem aangelopen en wilde daar graag met ondernemerschap iets aan doen. En zo kwam in 2009 de mode toch weer terug in mijn leven. Ik begon een naaiatelier waar mensen, die langdurig werkeloos waren of zelfs nooit hadden gewerkt, duurzame kleding maakten, ontworpen door jonge Nederlands ontwerpers. Zo ontstond i-did, een duurzaam sociaal geproduceerd mode label. Mijn ideaal kon ik zo realiseren: een sociale en circulaire samenleving, waar niemand wordt buitengesloten. Later beseften we dat de sociale doelen klopten maar het businessmodel niet. Het bleek erg moeilijk om een nieuw modelabel in de markt te zetten en daarom was het iedere maand weer puzzelen om de salarissen te kunnen betalen. Ondanks de vele publiciteit die we kregen, liep het niet. De financierende fondsen haakte daardoor één voor één af, als dit een film was geweest had ik hem uitgezet. Toen kwam Michiel Dekkers op mijn pad, hij had zijn bedrijf verkocht en wilde vijf maanden met zijn gezin zeilen om daarna in mijn bedrijf te investeren.”
“Iedereen verklaarde ons voor gek om van dit laagwaardige materiaal designproducten te maken“

“Maar het faillissement dreigde en het zou niet lang meer duren voor de curator het lint zou spannen. Ik realiseerde mij dat wanneer iets niet loopt, je er afscheid van moet nemen. Hoop alleen kan je zaak niet draaiende houden. Het businessplan moest op de schop. Ik zag de vijf maanden dat Michiel ging zeilen daarom als kans om dit nieuwe businessmodel te bedenken voor het sociale atelier. En zo ontstond het plan om van onverkochte voorraden en stoffen iets nieuws maken. Michiel kwam terug van zijn zeiltrip, vond een modelabel geen goed idee en wilde zich terugtrekken. “Dat komt goed uit, want ik heb een heel ander idee”, riep ik. Het was geen vijf, maar één voor twaalf geweest. Met Michiel sloegen we met het atelier deze nieuwe richting in. Redesign voor modelabels als Wehkamp en Sissy-Boy. Maar een paar jaar later bleek ook dit plan behoorlijk ingewikkeld en niet schaalbaar. Geen makkelijk repeterend werk voor een atelier waar tenslotte geen professionele naaisters in dienst zijn. In een programma van MVO Nederland (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) om de transitie in de fashion te versnellen liepen we uiteindelijk tegen het gerecycled vilt aan. Kunnen we daar niet iets mee? Vilt knipt, naait en lasert makkelijk en zo konden we op deze manier ontwerpen maken gebaseerd op de skills van het atelier. Iedereen verklaarde ons voor gek om van dit laagwaardige materiaal designproducten te maken.”

“Maar inmiddels een paar jaar verder hebben we van de afgedankte bedrijfstextiel van o.a. de Efteling, Heineken, IKEA en de cabin crew van KLM, duizenden producten van gerecycled vilt voor deze bedrijven gemaakt. Bij iedere kleur wisten we ons verhaal aan te passen. De witte jassen uit de zorg die de grondstof waren voor ons Care-white vilt: wat hadden die niet voor mensen gedaan en de KLM-kleding: wat had dit vilt niet gezien van de wereld. Inmiddels zijn ook architecten geïnteresseerd geraakt en vormt ons vilt toepassingen op muren en in akoestische producten. Het gerecyclede vilt werd hét succes waar onze sociale onderneming op kan draaien en we onze sociale impact kunnen halen. Zeventig procent van onze deelnemers kan na een coachingsprogramma op de werkvloer bij ons doorschuiven naar een betaalde baan elders. We hebben een leuk hecht team met zelfstandig werkende mensen die dit mogelijk maken. En we zijn op dit moment bezig met onze eigen viltfabriek in Den Haag. Dan zijn we het eerste bedrijf waar afgeschreven textiel ingaat en designproducten van gerecycled vilt weer naar buiten gaan. IKEA is hier onder meer de leningverstrekker en heeft als voorwaarde dat we ons sociale model wereldwijd kunnen uitrollen. Met de hulp van IKEA kijken we nu naar hoe we i-did als social franchise in de wereld kunnen zetten.”

“Achter iedere voordeur is wel iets, maar hoe ga je ermee om?”
“In ons sociale model zien we onze deelnemers weer in hun kracht komen en vluchtelingen de weg weer terug vinden naar een bestaan in een veilige sfeer. Want iedereen kan in zijn leven de weg kwijtraken. Zelf had ik ook de weg kwijt kunnen raken door het verlies van ons baby-zusje. Later in mijn leven leerde ik door het programma van “Be the Change” dat er met iedereen wel iets aan de hand is waar we het liever niet over willen hebben: “If you really knew me”. Achter iedere voordeur is wel iets, maar hoe ga je ermee om? Mijn handelen in mijn jeugd was om mijn ouders mijn verdriet te besparen en er niet over te praten. Ik creëerde mijn eigen werkelijkheid en negeerde de verwerking. Wij proberen de mensen bij ons in het bedrijf dat te bieden wat wij allemaal nodig hebben wanneer de omstandigheden tegen zitten. Een groot vangnet en een stabiel en veilig “gezin”.
Hoe is het om ouder te worden?
“Fijn, rustig, ik hou van de wijsheid die met de jaren komt. Het leven gaat wel schrikbarend snel, het mag van mij wel een tandje minder. Ik wil alsjeblieft nog een tijdje meegaan, dan maar oud, gerimpeld en krakkemikkig worden. De fase waarin ik nu zit is zo leuk met de kinderen als jongvolwassenen. Ze studeren, gaan op kamers en komen thuis met hun hele aanhang. Nu, in deze tijd, woont de oudste weer tijdelijk hier thuis, zonder Covid was dat niet gebeurd.”
Wat is je geheim?
“Ik zie overal het positieve van in en ben niet snel uit het veld geslagen. Ik kijk kritisch naar mijn eigen gedachten, tuurlijk heb ik ook stress gekend. Bijvoorbeeld toen ik achtendertig was en nog grafisch ontwerper voelde de chemie in mijn hoofd niet zo positief als het altijd geweest was. Ik had een burn-out, en tijdelijk was alles zwart en uitzichtloos. Tegenwoordig wordt mijn positieve instelling bekrachtigd met “The Work©” van Byron Katie . Met “The Work©” mediteer je op je stressvolle gedachten.”
Tennis, Bridge of Yoga?
“Wandelen en fietsen. Tijdens het wandelen met de hond komen de beste ideeën op. Maarten en ik maken dan plannen en verzinnen we dingen. Ook fietsen we veel. De afgelopen zomers fietsten we naar Tsjechië en Venetië.”
Is je stijl veranderd?
“Vroeger kleedde ik mij extreem en stond ik bekend om mijn gekke schoenen. Nu interesseert kleding mij niet meer zoveel. Ik koop veel tweedehands en let er op dat de kleding die ik koop duurzaam geproduceerd is. Alleen al in Nederland wordt 240 miljoen kilo kleding per jaar weggegooid, vaak met het prijskaartje er nog aan. Daarom ben ik zo blij dat we met i-did daar nog iets mee kunnen doen.”
Waar sta je over tien jaar?
“Mijn droom is dat er vele impactvolle i-did’s over de hele wereld verspreid zijn. Privé is mijn droom om met de hele familie ergens buiten te wonen, een soort commune, zelfvoorzienend. Een plek waar iedereen voor elkaar zorgt en mensen elkaar kunnen ontmoeten.”
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“De vrouwen die ik ken zijn inspirerend, vaak doeners en staan hun mannetje.”
Aan wie geef jij het stokje door?
“Aan Jolien Reddigius, zij is een oud deelnemer van i-did en voor mij een mooi voorbeeld van een vrouw die haar mannetje staat.”
Prachtig verhaal. En zo lezende dacht ik: het is misschien een goed idee om een bundel te maken van alle meisjes die gepasseerd zijn
Mooi verhaal. Het geeft aan dat het goed is om je te blijven ontwikkelen.
Zoek nieuwe uitdagingen!
Zo’n 25 jaar geleden heb je een folder gemaakt voor het aannemersbedrijf Van Zoelen over een prijswinnend ( de nationale renovatie prijs ) project in Ede.
Het was een bijzonder geslaagd ontwerp zowel qua vormgeving als de kleurstelling.
Een prachtig verhaal van het mooiste meisje van de stad! Bijzonder om je familiegeschiedenis te lezen en jou en Maarten in jullie jonge jaren op de motor te zien.
Fantastisch Mireille, wat je hebt bereikt met I-Did! Je doorzettingsvermogen en creatieve geest, loont! Dankbaar dat ik je heb leren kennen in het Soestdijkse rijtje!