Een serie over inspirerende Utrechtse vrouwen die een jaartje ouder worden. Astrid Birza: “Ik vind ouder worden helemaal niet erg. Ik heb de illusie dat ik het leven wat beter door heb, oordeel minder snel en vind het leven leuker worden.“
Ik heb afgesproken met Astrid Birza (56). De vrouw achter “Ik smelt voor jou”, de leuke roze ijsfoodtrucks, in een oude Citroën HY of Renault Estafette, die iedereen in Utrecht kent. Wanneer zij de deur voor mij open doet, zie ik een mooie vrouw, sluik bruin haar en grote bruine ogen. Een vrouw die je zo in Napels of Rome tegen zou kunnen komen. Het zullen wel haar “roots” zijn waardoor zij in het Italiaanse ijs is terecht gekomen, denk ik bij mijzelf. Met Birza als achternaam, kan ik bijna niet mis zitten. Schijn bedriegt zal uit ons gesprek blijken.
Astrid Birza geboren in Apeldoorn, groeide op samen met haar twee en een half jaar oudere broer. “Mijn vader kwam uit Groningen, de familienaam Birza is een echte Groningse naam. Mijn moeder komt uit voormalig Nederlands-Indië, van haar heb ik mijn bruine haar en donkere uiterlijk. Zij is geboren in het Jappenkamp en na de oorlog met haar moeder, broer en oudste zus naar Nederland gekomen. Mijn oma was in Oost-Groningen, waar zij met haar kinderen terecht gekomen was, een bezienswaardigheid: een gesoigneerde vrouw met een getinte huid. Zij heeft geleerd om van niets iets te maken en dat doorgegeven aan mijn moeder. Wat zij ook doorgaf aan haar dochters was de liefde voor koken en vooral voor de Indonesische keuken. Op haar beurt gaf mijn moeder dat weer door aan mij. Toen ik acht jaar was, wist ik feilloos de ingrediënten voor satésaus op te noemen: ketoembar, laos, djinten……en altijd in een achtje roeren.”

“Ik kom uit een geslacht van sterke vrouwen, die zelfs in de overlevingsstand nog iets van het leven wisten te maken. Mijn moeder zegt altijd: “tel je zegeningen, hoe moeilijk het soms ook is”. Ik kan niets dan bewondering hebben voor hen en voor wat zij van het leven hebben gemaakt. Ik leerde om je passie te volgen, als je echt iets wilt moet je het doen. Ik groeide op in een warm gezin waar delen belangrijk was. Wat mij vooral is bijgebleven zijn de etensgeuren en de lichamelijkheid. Het is een luxe om als kind veel aangeraakt te worden. Van mijn beide ouders leerde ik hoe belangrijk het is om de humor van de dingen in te zien. Ik kan met niemand zoveel lachen als met mijn moeder. Het motto van mijn vader was: leven en laten leven. Hij is jong overleden, op zevenenvijftig jarige leeftijd. Zelf word ik 29 december ook zevenenvijftig. Het is maar een getal, maar je staat er toch wel even bij stil. Toen ik een jaar of tien was zijn mijn ouders gescheiden, dat is nooit leuk voor een kind en in die tijd was ik het enige kind met gescheiden ouders in mijn klas. Je neemt het mee, het zijn thema’s in je leven. Mijn vader vertrok naar Curaçao en mijn moeder ontmoette een andere man, een echte ondernemer. Samen met mijn moeder runde hij een bedrijf in lederen kleding. Ze maakten en ontwierpen veel zelf maar ook importeerden zij Afghaanse jassen, leren hoeden en Marokkaanse tassen van kamelenhuid. Naast twee eigen zaken, stonden zij ook op braderieën en jaarmarkten, waren creatief bezig en dreven handel. Mijn broer en ik gingen vaak met hen mee en ik als ondernemer in de dop had mijn eigen grabbelton. Ik leerde presteren: ’’Astrid die kan dat wel”, zei mijn moeder vaak.”

“Ik ontwikkelde mij en werd “wakker” en van toeschouwer werd ik deelnemer”
“Als kind kon ik met mijn duim in mijn mond op een hoekje van de bank luisteren naar de gesprekken van volwassenen. Ik aanschouwde en vond het interessant om te bedenken wat mensen beweegt. Ik ontwikkelde mij en werd “wakker” en van toeschouwer werd ik deelnemer. Er waren veel dingen die mijn belangstelling hadden, maar na de middelbare school koos ik voor de opleiding Omgangs-en Gezondheidskunde aan de lerarenopleiding in Utrecht. Ik had een kamer aan de Nachtegaalstraat en om wat bij te verdienen werkte ik bij Pierre’s IJssalon in dezelfde straat. Na een week kon ik de zaak al alleen draaien en het leek Pierre een goed idee dat ik met een karretje in parken zijn ijs zou gaan verkopen. Mijn ondernemershart kwam boven en ik besloot dat voor mijzelf te gaan doen. Ik leende geld van mijn moeder en van mijn oma en kocht zelf een karretje. Het eerste weekend verdiende ik al mijn kamerhuur en na een jaar betaalde ik mijn lening af. Ik kocht nog een karretje en stopte met mijn studie. Begin jaren tachtig had je in het onderwijs toch geen garantie op werk. Als meisje van tweeëntwintig begon ik al voor mijzelf. Ik ging naar de gemeente om een vaste standplaats te krijgen. De ambtenaar vroeg zich af waarom ik geen baantje bij de gemeente wilde hebben, dat bood toch meer zekerheid. Maar in de ijskarretjes kon ik mijn creativiteit en mijn ondernemerschap kwijt. Als jonge vrouwelijke ondernemer in een mannenwereld was het soms wel knokken. Zo iets van vrouwen weten dat toch niet. Natuurlijk zijn mannen en vrouwen heel verschillend, maar door het verschil hoef je niet ongelijk beoordeeld te worden. Overigens vind ik het wel prettig om met mannen te werken. Ze zijn vaak directief, reageren snel en daar hou ik wel van.”

“Ik noemde mijn bedrijf “Ik smelt voor jou”, blije mensen en altijd een glimlach wanneer men een ijsje koopt”
“Ik kreeg de vergunning voor een standplaats op de Maartensbrug waar ik veelal mijn standplaats moest bevechten wanneer er een ander stond. Ik kocht een oude Citroën HY, schilderde die roze en lag zelf onder de auto wanneer die stuk ging. Ik noemde mijn bedrijf “Ik smelt voor jou”, blije mensen en altijd een glimlach wanneer men een ijsje koopt. In de zomer verdiende ik mijn geld zodat ik in de winter in mijn “winterstand” kon gaan. De zomer spreekt bij mij andere kwaliteiten aan dan de winter. De zomer is voor mij druk, snel kunnen schakelen, beslissingen nemen, creatief zijn en geen negen tot vijf baan. Tijdens mijn winterstand vind ik tijd voor verdieping en ben ik wat meer naar binnen gericht. Dan kan ik uitvinden waar mijn interesses liggen en kan ik andere kanten van mijzelf ontwikkelen. Zo volgde ik cursussen bij het Centrum voor Leven en Intuïtie aan de Maliebaan, deed een opleiding coaching en counseling en rondde ik drie jaar geleden een HBO opleiding Massagetherapie af. Ik volgde de koksopleiding, liep stage bij Jon Sistermans in de Mariënhof en deed een cursus bij Leon de Mazairac in Podium. In de winter heb ik ook tijd om mijn vrienden weer te zien en een grote reis te maken. Behalve ijs verkopen bleek mijn onderneming mij hetzelfde te bieden wat ik in mijn jeugd ook graag had gedaan, namelijk mensen beschouwen: hoe men een ijsje koopt is een studie waard. Twee vrouwen lopen langs en de ene heeft zin in een ijsje en de ander niet, dan weet ik: die kopen geen ijsje. De naam stracciatella te ingewikkeld, dan wordt het gewoon vanille. Je kunt de smaken die de mensen kopen ook al inschatten: een aardbeienijsje of een totally-nuts type. Ik kocht andere leuke oude auto’s en kreeg meer vaste standplaatsen toegewezen.”
“Nu leer ik dat ik het allemaal niet alleen hoef te doen, dat ik ook anderen kan toelaten”

“De grote evenementen dienden zich aan: de Huishoudbeurs, de Motorbeurs, Pinkpop, personeelsfeesten voor Essent en de Rabobank en feestjes van BN’ers. Voor iedere gelegenheid bedachten we leuke namen voor onze ijsjes en smoothies die we ook gingen verkopen. Op de Huishoudbeurs noemden we onze papaja, mango en ananas smoothies: Superwoman. Hoewel deze smaken destijds niets waren voor de vrouwen op de beurs, vlogen ze toch de toonbank over. Op de Motorbeurs hadden we bijvoorbeeld smaken als Easyrider en die vonden dan ook gretig aftrek. What’s in a name! Op ingewikkelde congressen zien we mensen zich ontspannen en ontdooien wanneer ze met elkaar een ijsje eten. “Ik smelt voor jou”, bleek ook daar te werken. Drie jaar geleden wilde ik mijn eigen praktijk Massagetherapie gaan starten, maar toen diende het Henschotermeer zich aan. Ik kon het vaste strandhuis daar overnemen en de rest van de horeca om het meer gaan verzorgen. Ik had daar iemand bij nodig. Ik ontmoette Janienke van Bommel, het klikte en zij bleek de expertise in te kunnen brengen die ik nodig had. Het personeel, de logistiek en de leveranciers, het bedrijf groeide. Wij kunnen snel opschalen wanneer er een hittegolf verwacht wordt en we naar een opdracht moeten, maar we kunnen ook net zo snel weer afschalen. Het Henschotermeer maakt deel uit van ons bedrijf, we hebben behalve het strandhuis nog vier andere punten met eten, drinken, smoothies en pannenkoeken. Verder hebben we “de Loods”, waar al onze verschillende ijskarretjes en foodtrucks staan die we verhuren op locatie. We hebben geen vaste standplaats op de Maartensbrug meer. Een eigen praktijk, in Massagetherapie, is waar ik weer aan denk nu de winter zich aandient. Ik heb als jonge vrouwelijke ondernemer veel moeten bevechten, maar van huis uit had ik altijd gehoord “dat kan jij wel”. Nu leer ik dat ik het allemaal niet alleen hoef te doen, dat ik ook anderen kan toelaten. Al die kennis en al die cursussen, alles wat ik heb geleerd in mijn jeugd, ik wil het zo graag doorgeven. Mensen leren om elkaar aan te raken, luisteren naar de signalen die je lichaam je geeft, lichaam en geest verbonden laten zijn. Wat wil je zijn? Gelukkig zijn, in contact staan met de ander en je verbonden voelen. Het moment dat samen een ijsje eten voor je kan betekenen.”
Hoe is het om ouder te worden?
“Ik vind ouder worden helemaal niet erg. Ik heb de illusie dat ik het leven wat beter door heb, oordeel minder snel en vind het leven leuker worden. Ik ben van toeschouwer deelnemer geworden. Ik kijk met een mildere blik naar mijzelf. Ik hoef minder te vechten en kan meer uit handen geven. Ik heb geleerd dat alles een eigen ritme heeft en dat het soms beter is om mee te bewegen met de stroom. Niet alles hoeft leuk te zijn, maar duw het niet weg, laat het toe en dan kun je het daarna loslaten. Wanneer het tegen zit bepaal dan wat het met je doet en hoe je er naar kijkt, je hoeft niet onmiddellijk iets te veranderen”.
Wat is je geheim?
“Jezelf kunnen relativeren en van heel veel dingen de humor inzien. Gezond eten, niet alleen vullen maar ook voeden. Ik ben niet zo dat ik trends volg en plotseling vegan ga eten. Ik hang niets aan en volg geen grote groepen, ik pik eruit wat voor mij belangrijk is. Ik ben ook nooit een meisje geweest dat de poster van een idool boven haar bed had hangen. Jezelf goed blijven verzorgen: je lichaam en je geest. Ach, en die kilo te veel is een haute cuisine kilo en niet van de Mc Donalds”.
Yoga, bridge of tennis?
“Geen sport, ik zou willen dat ik daarin de discipline van mijn moeder had. Ik doe een beetje krachttraining thuis. Wanneer ik opsta ga ik dansen op muziek. Even alles eruit, lekker bewegen. Voor mij een heerlijke uitlaatklep. Als ik zou sporten zou ik een teamsport kiezen, de passie en de dynamiek van de groep, dat lijkt mij fantastisch”.
“Is je stijl veranderd?
“Eigenlijk niet, maar als ik één kledingstuk zou moeten kiezen en nooit meer iets anders zou kunnen dragen, dan koos ik voor een goed zittend maatpak, daar kan je alle kanten mee op. Ik heb veel jurken maar die draag ik bijna niet meer, ik draag waar ik mij prettig in voel”.
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
Tsja…wat zie ik? Fantastische vrouwen, die het druk hebben en veel op hun scherm kijken, slim en veeleisend zijn. Ze stellen hoge eisen aan zichzelf en aan hun gezin. Alles moet perfect gemanaged worden en dat mag best ietsje minder. Voor wie streef je perfectie na? En word je daar gelukkig van? Wat is echt belangrijk voor je? Zie je wat er nog steeds beweegt als je even stilstaat”.
Aan wie geef jij het stokje door?
“Aan Marije van Bommel, zij is docent aan de Herman Brood Academie en mocht zich in 2019 een jaar lang “Duurzame docent mbo” noemen. Zij is een van de meest inspirerende voorbeelden voor studenten en voor andere opleidingen.”
Wat leuk om dit over mijn vroegere buurmeisje te lezen.
Was toen al een stoere meid in veel opzichten.
Was jouw vader schoolhoofd en leraar (6e klas) op de Van de Bergschool in Groningen (1970)? Zo ja, dan heb ik een klassefoto van onze klas met hem erbij uiteraard. Hij was een geweldige man cq leraar. Wat hij ons leerde was o.a. om nieuwsgierig te zijn, naar alles wat het leven leuker maakt. Bovedien was hij iemand die grappig was en tegelijkertijd ons wel volop dingen leerde… En dat in een klas van 40+ kinderen.