Een serie over inspirerende Utrechtse vrouwen die een jaartje ouder worden. Claudia Coutinho (56): “Ik word er soms een beetje angstig van, het lijkt een beetje alsof je aan het aftellen bent naar iets wat je niet kent.”
Claudia Coutinho (56) geboren in Rio de Janeiro, de stad van de Samba. Zij groeide op in een klein gezin met een één jaar oudere broer. Vader werkte in een elektronica winkel en moeder was secretaresse. “Mijn oudere broer speelde graag de baas over mij maar verder groeide we op in goede harmonie”. In 1960 had de grote verandering plaatsgevonden. Rio de Janeiro was niet langer de hoofdstad van Brazilië, maar het 1000 kilometer verder gelegen Brasilia werd de nieuwe hoofdstad en de plaats waar de regering zetelde. Het idee om de hoofdstad naar het midden van het land te verplaatsen was een oud plan. De stad werd in enkele jaren tijd uit de grond gestampt en grote namen in de architectuur zoals Costa, Niemeyer en Le Corbusier waren verantwoordelijk voor het ontwerp. “Mijn moeder kreeg een baan aangeboden als secretaresse op het Ministerie van Landbouw. Het betekende een hoger salaris en een betere toekomst voor ons gezin. Niemand wilde toentertijd naar Brasilia, duizend kilometer van familie en vrienden vandaan. Er waren nog geen woonhuizen, alleen de overheidsgebouwen waren klaar. Toch vertrok mijn moeder, ze logeerde in een hotel en eens in de veertien dagen kwam zij het weekend naar Rio. Thuis zorgde Adenira, ons Dedê, voor ons en zij werd mijn “tweede moeder”.
“Veertig dagen leefde zij in volstrekte isolatie en mochten wij alleen maar even zwaaien bij de deur van haar slaapkamer”
“Na twee jaar vertrokken mijn broertje en ik samen met ons Dedê ook naar Brasilia. Mijn vader bleef in Rio en overleed korte tijd later aan een hartstilstand. We waren net een paar maanden daar toen mijn moeder een griepje kreeg. Bij de apotheek kreeg zij een injectie maar de injectiespuit was niet steriel en zij liep hepatitis op. Veertig dagen leefde zij in volstrekte isolatie en mochten wij alleen maar even zwaaien bij de deur van haar slaapkamer. Het heeft diepe indruk op mij gemaakt en in de afgelopen tijd kwam alles weer boven: de quarantaine en het zwaaien naar dierbaren. Mijn broer nam nog meer de rol van de vader in het gezin over, maar onze band bleef hecht. Ik doorliep de middelbare school zonder problemen en studeerde pedagogiek aan de Hogeschool. Geen Universiteit. Die was dan wel gratis in Brazilië, maar de aanschaf van de boeken bleef een grote kostenpost, die mijn moeder alleen niet kon opbrengen. Ik studeerde af en vond een baan in de volwassen educatie bij een hogere beroepsopleiding. Ik maakte lesmateriaal voor studenten en docenten, ik was ontzettend blij met mijn werk. In 1992 ging ik met vrienden op vakantie naar Natal, een stad in het noorden van Brazilië. Onze zomervakantie valt in januari en februari maar het kan dan nog wel regenen. We waren ’s avonds met elkaar gaan dansen toen het vreselijk begon te regenen. Iedereen schuilde onder een afdak maar één stel bleef door dansen.”
“Ik keek hem aan en ik herkende de “gringo” die was blijven dansen in de regen”
“Een Braziliaanse vrouw met een blonde man. We keken een beetje verbaasd naar die “gringo” die bleef dansen in de regen. Mijn broer was in Recife, in de buurt van Natal, op vakantie en vroeg of ik ook kwam. Hij had een leuk hotel, vlakbij het strand en ik besloot naar hem toe te gaan. Ik zat bij de receptie van het hotel op hem te wachten toen en een blonde man naast mij kwam zitten. Ik keek hem aan en ik herkende de “gringo” die was blijven dansen in de regen. Het bleek een Nederlander, Rein, te zijn op vakantie in Brazilië. Wij nodigden hem uit om met ons en een Portugees echtpaar die avond wat te gaan drinken. Hij kwam niet opdagen en ik vroeg bij de receptie of hij nog op zijn kamer was. ”Nee, hij is daar niet”, was het antwoord. Aan het ontbijt zagen wij hem, een beetje beteuterd, zitten. Rein vertelde dat zijn kamer de avond ervoor was opengebroken en alles van waarde was verdwenen. Paspoort, rijbewijs, Traveller Cheques, weg. Hij had de hele avond op het politiebureau gezeten en dat had de receptionist van het hotel ons niet willen vertellen. We hielden een beetje contact, ik stuurde af en toe een kaartje naar Nederland en kreeg soms een briefje terug. Zo’n anderhalf jaar later ging ik op vakantie met een vriendin naar Frankrijk. Ach, Nederland was toch in de buurt en ik besloot hem op te zoeken. Rein werkte bij het KNMI en hij had verteld dat de zomers in Nederland zich kenmerkten door enorme temperatuurschommelingen. Ik kon mij daar niets bij voorstellen, bij ons is de zomer een zomer. Ik pakte uitsluitend korte broekjes en hemdjes in. In Nederland merkte ik dat hij gelijk had gehad: het was gewoon koud. Ik leende een grote rode trui van hem en die heb ik niet meer uitgetrokken. In 1994 werden in Brazilië een grote bezuinigingsmaatregelen van kracht en ik verloor mijn baan. Tussen Rein en mij voelde het goed en ik besloot een ticket voor twee maanden te boeken naar Nederland. Na twee maanden besloot ik om in Nederland te blijven. Het was een gok, een beetje alsof ik meespeelde in de loterij. Ik kon de hoofdprijs winnen of ik kon het lot weggooien om dat er geen prijs op gevallen was. Ik kwam in Utrecht terecht in een huis dat we niet samen hadden uitgezocht, waar de meubels niet mijn keuze waren. Tussen vrienden die we niet samen hadden leren kennen. Ik kwam terecht in zijn leven, als een gedropte parachutist.”

“Ik leende een grote rode trui van hem en die heb ik niet meer uitgetrokken.”
“Soms had ik het idee dat mensen vonden dat ik dankbaar moest zijn dat ik in zo’n rijk land mocht wonen”
“Ik maakte een rouwproces door, miste mijn familie, vrienden en Brazilië. We hadden geen internet zoals nu en niemand sprak Portugees. Ik sprak een klein beetje Engels en de communicatie verliep moeizaam. Soms had ik het idee dat mensen vonden dat ik dankbaar moest zijn dat ik in zo’n rijk land mocht wonen dat er een huis voor mij klaar stond en dat er voor mij gezorgd werd. Maar de mensen vergaten dat ik in Brazilië een goede baan had met een eigen flat en een auto. Ik was echt niet de arme Braziliaanse op zoek naar een betere toekomst. Ik had de liefde van mijn leven gevonden en die woonde in toevallig in Nederland. Wij hadden niet de normale gang van zaken meegemaakt die je als verliefd stel beleeft. Eerst een paar keer samen uitgaan en elkaar leren kennen. Wij woonden meteen samen. Ik denk dat het ook met onze leeftijd te maken had dat het zo goed ging. We waren geen achttien meer. Ik volgde lessen Nederlands aan de Volksuniversiteit en bij het ROC en Rein nam privé les Portugees. Ik volgde een opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming bij De Horst in Driebergen. Bij Rasa en het UCK werden percussielessen gegeven en ik speelde mee. Het idee ontstond om bij Rasa Sambalessen te gaan geven en de uitnodigingen stopten we zelf bij mensen in de brievenbus.”

“Ik miste mijn familie en vrienden en Brazilië.”
“We waren de eerste Samba band in Utrecht en nu 24 jaar later bestaat de dansschool nog steeds”
“We huurden een percussionist uit Amsterdam in en Oladom was een feit. We waren de eerste Samba band in Utrecht en nu 24 jaar later bestaat de band nog steeds. We organiseerden Braziliaanse avonden en vaak vonden de optredens in de weekenden plaats. Inmiddels werkte ik in de zorg bij Reinaerde waar ik verantwoordelijk ben voor de dagbesteding van ouderen met een verstandelijke beperking. De optredens in de weekenden met Oladom, waar ik percussie speelde, werden een beetje te veel en ik bedacht wat anders. Vier jaar geleden richtte ik een Braziliaans koor op, we zingen uiteraard in het Portugees en dat is de enige eis: je moet wel de taal spreken om mee te kunnen doen. Verder ben ik druk met Brasil 030, we organiseren optredens met Braziliaanse muziek, Samba en de Bossa Nova. Aanstaande zondag vanaf 16.00 uur in het Bunk Hotel, wel met in achtneming van de anderhalve meter afstand. Dat zal nog wel wat worden: Braziliaanse muziek en op je stoel blijven zitten. Wij waren van plan om in juni naar Brazilië te gaan, maar dat kon natuurlijk niet. Nu hopen we in december te kunnen gaan. Wanneer wij naar Brasilia gaan, waar mijn moeder en mijn broer met zijn gezin zijn blijven wonen, dan komt “ons Dedê” ook altijd uit Rio. Zij wijkt dan geen moment van mijn zijde en is altijd bij mij”.

Moeder, Claudia en ons Dedê
Hoe is het om ouder te worden?
“Ik word er soms een beetje angstig van, het lijkt een beetje alsof je aan het aftellen bent naar iets wat je niet kent. Ik ben nu gezond en mankeer niets, maar mijn moeder van 86 is aan het dementeren en is afhankelijk geworden. Tot twee jaar geleden woonde zij nog zelfstandig maar nu woont zij bij mijn broer. Dat was een moeilijke beslissing om voor haar te nemen. Je neemt iemand de zelfstandigheid en een eigen huis af. Wij bepalen nu dingen voor haar en zij is haar autonomie kwijt. De hiërarchie is veranderd, de rol die ik nu speel was die van haar. En dat is waar ik moeite mee kan hebben dat mensen later voor mij gaan beslissen en ik mijn autonomie kwijtraak”.
Wat is je geheim?
“Optimistisch en vrolijk blijven en genieten van de kleine dingen”.
Is je stijl veranderd?
“ Ik droeg en draag nog altijd, zomer en winter, iets met een bloemenprint. Ik moet eigenlijk een beetje afslanken, maar ik hou te veel van lekker hapjes en een glas wijn”.
Tennis, Bridge of Yoga?
“Drie maal in de week loop ik hard, verder loop ik veel en pak de fiets”.
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Ik woon nu al 26 jaar in dit straatje bij het Griftpark en zag mensen die twee kinderen kregen verhuizen naar Leidsche Rijn. Nu is dat anders, mensen wonen graag bij het centrum en blijven nu, zelfs met drie kinderen, hier wonen. Hier wonen weer veel jonge gezinnen en vaak zijn dat geen “echte “ Utrechters.
Aan wie geef jij het stokje door?
“Aan Rosanne Koevoets, zij is getrouwd met een Braziliaan, dat is dan weer de andere kant van het verhaal.”
Bladeren door het fotoalbum.

Moeder van Claudia.

Jeugdfoto.

Met moeder.

Claudia en Rein getrouwd, natuurlijk met Braziliaanse muziek.

WK 2014, voor De Winkel van Sinkel.

Nog steeds gelukkig met Rein.
Ik heb respect voor mensen die niet de weg van de minste weerstand kiezen. Claudia lijkt mij zo iemand. Nog veel geluk op deze weg……