Hinderickx & Winderickx, al jaren het mooiste antiquariaat van Utrecht, gaat ermee stoppen. Eind augustus zijn ze weg. Antiquaar René Hesselink, alias mr. Hinderickx, heeft een boodschap voor wie dat moeilijk vindt. ‘Ik heb het 43 jaar gedaan. Ze moeten niet zeuren’.
Kijk ‘m zitten, dat willen we allemaal wel. Aan zijn bureau bladert Rene Hesselink wat in een boek en zoekt een papiertje. Het licht is gefilterd door de platanen van de gracht. Daar zit René, alias mr. Hinderickx, dan in. Omringd door duizenden boeken die hij zelf heeft neergezet, er is niet één ongenode gast. Als je wilt, kun je ze kopen. Zo niet. Ook best.
René is tweedehands boekhandelaar, antikwaar, een begenadigd beroep. Hij heeft een boek binnen handbereik met een uitspraak van Graham Greene en leest voor: For more than thirty years of my happiest dreams have been secondhand bookshops. Dat mag dan zo zijn, maar na drieënveertig jaar heeft ie er toch genoeg van. Op de laatste dag van augustus gaat de deur dicht van wat je gerust het mooiste antiquariaat van Utrecht mag noemen.
Nou goed, zoveel zijn er niet meer. Toen ze begonnen waren er nog veertien. ,,Daar hebben al die liefhebbers zelf voor gezorgd,’’ zegt hij. ,,Hadden ze maar vaker moeten komen en niet alle boeken via internet moeten kopen.’’
Zelf doet ie daar trouwens hard aan mee. Ook een secondhand bookshop vol happy dreams kan niet meer zonder internet. Hinderickx en Winderickx haalt al heel lang (‘We waren daar vroeg mee, eerder dan De Slegte’) meer dan de helft van de omzet uit online verkoop. Dat heeft het vak veranderd. ‘Vroeger zeiden we weleens dat we gebenedijden waren, tegenwoordig zijn we meer pakjesezels’, schrijft René in september 2012 in het winkeldagboek.

Hinderickx en Winderickx, Hans Engberts en René Hesselink, begonnen 43 jaar geleden aan de Herenstraat een antiquariaat. Twee boekengekken die een leven tussen de boeken wel voor zich zagen. Alleen al met de naam trokken ze de aandacht. Hinderickx en Winderickx, de hoofdpersonen uit het Alpejagerslied van dichter Paul van Ostaijen, hoedenmakers maar vooral twee niet heel serieuze figuren die allebei hun eigen weg gaan. René: “Een doodenkele keer was er iemand die vroeg of we echt zo heetten. Of wie Hinderickx en wie Winderickx was. We hadden een duidelijke regel: wie in de winkel stond was Hinderickx, wie iets anders deed was Winderickx.‘’
Oudegracht
Ze begonnen gewoon en het was daarna nooit meer opgehouden. Van de stille Herenstraat verhuisden ze in 1989 naar de Oudegracht, de omzet groeide gestaag, maar spectaculair werd het nooit. Ze hadden immers meer verstand van boeken dan van handel. René: ,,Geld interesseert me helemaal niet, dat blijft altijd wel een beetje een probleem. Ik vind het leuk hoor om een grote slag te slaan, iets kostbaars te vinden en dat dan weer te verkopen. Maar eigenlijk ben ik heel slecht in het onthouden van bedragen en prijzen. ’’
Met Hans was het niet veel anders. Het is in al die jaren één keer voorgekomen dat er aan het eind van de middag 0 gulden was omgezet. Hans had toen geweigerd om tegen vijven toch nog een boek af te rekenen. Hij wilde dan ook per se de nul houden.
Hans kon last hebben van hevige winkelblues. Zo noteerde hij in 1991 na een kleine tien jaar in het Winkeldagboek: ‘Over dit bestaan valt nauwelijks te klagen. Iets zelfstandigers, vrijers en leukers kan ik niet bedenken. Maar de gedachte dat ik nu 33 ben en dat ik misschien nog wel zestig word, beklemt me. Nóg dertig jaar op deze wijze voortgaan, in Utrecht, de stad die steeds kleiner wordt en waarin ik steeds meer mensen ken, nog 27 jaar elke dag om vijf uur naar een biertje verlangen, nog 27 jaar geconfronteerd worden met onwilligen, gekken en gierigaards. Je zou zeggen dat het niet altijd zo door kan gaan, maar je zult zien dat het wèl kan’.

Literatuur
Eigenlijk was het de bedoeling dat ze zelf zouden gaan schrijven, de literatuur zouden bedrijven met de winkel als dekmantel. Daar is niet heel veel van gekomen en toch ook weer wel. Hun winkeldagboeken, verschenen in drie kloeke delen, zijn vermaard. ´(…) Scherpe observaties, nu en dan vertroostend sarcastisch, ik heb ervan genoten´, schreef Jeroen Brouwers. Collega/boekengek Martin Ros zei: ‘Ik zou hier ook wel willen zitten’.
Dat is maar de vraag:
Maandag 29 november 1993
‘Heeft u ook boeken van Jaanletats?’
‘Van wie?’
‘Jaanletats’ (geïrriteerd)
‘Nee, nooit van gehoord.’
‘Dus u heeft er ook geen boeken van?’
‘Nee, helaas.’
‘En van Sven Hassel?’
‘Nee, heb ik ook niet.’
‘Dus u heeft helemaal geen romans?’
‘Alleen literaire romans.’
‘O, alleen literaire romans. Nou dag.’
Zo kon het dagen doorgaan. Geen wonder dat de antiquaren niet altijd het zonnetje in huis zijn. ,,Een beroepskwaal’’, zegt René. ,,Hans en ik waren eens in Hay-on-Wye, een dorp in Wales in the middle of nowhere met dertig tweedehandsboekwinkels. Daar waren al die boekhandelaren zonder uitzondering bijzonder chagrijnig.’’
Hans overleed in november 2011, de dertig jaar die hij nog voor zich zag, heeft hij niet gehaald. Altijd hadden ze het samen gedaan, René de praktische, Hans de sociale. Dat evenwicht was weg toen René het alleen moest gaan doen. ,,Het is geen vervelend werk hoor, ik ben nooit met tegenzin hierheen gegaan. Maar het is hard werken, in je eentje zo’n winkel gaande houden.’’
Tijdens de corona-pandemie merkte hij hoe prettig hij het vond dat de winkel dicht was. ,,De online verkoop ging door, ik kon de winkel openen als ik dat wilde, rustig pakjes maken. Niet elke dag om elf uur hier moeten zijn. Ik vond het heerlijk.’’
Zijn vaste klanten, niet zelden gevestigde namen in boekenland, vinden het maar niks dat ze deze mooie winkel, een pleisterplaats met zijn bijzondere sfeer, gaan kwijtraken. René (67): ,,Ik heb het 43 jaar gedaan. Dus ze moeten niet zeuren.’’
Hij en zijn vrouw Carolien keken al een tijdje uit naar een plek waar ze mooi konden wonen, konden drukken en nog een beetje in boeken konden blijven handelen. Een winkelpandje in het oude deel van Amerongen, dat is het geworden. In de werfkelder aan de gracht staan nu nog hun twee persen waar ze eigen uitgaven mee drukken. Er ligt een tekst klaar van Menno Wigman, die is straks als eerste aan de beurt.

Alles gaat weg
Het neusje van de zalm gaat mee naar Amerongen, de rest gaat weg voor de helft van de prijs. Verhuizingsverkoop. Het Zoutpad ligt in goede staat prominent in de etalage. Met vijftig procent korting wil iemand er vast nog wel de gracht mee af wandelen. De hoge hoed van Hinderickx (of Winderickx) hangt op de kapstok bij de deur, klaar om verder te trekken.
Utrecht heeft straks nog maar twee antiquariaten over: Aleph op de Vismarkt, een grote winkel met een breed aanbod en Eureka in de Herenstraat, gespecialiseerd in filosofie en esoterie. En dan is er nog het sympathieke Books 4 Life aan de Koningsweg, niet echt een antiquariaat, maar wel met een mooi ruim aanbod van behoorlijke tweedehandsboeken.
Hinderickx en Winderickx worden eind augustus van de gevel gehaald en waardig opgevolgd door de Utrechtse lampenicoon De Duif dat na honderd jaar de Lijnmarkt gaat inruilen voor de Oudegracht. Is er toch nog een lichtpuntje.
Winkeldagboek 2007-2022 dl 3 – Uitgeverij IJzer – met een inleiding van L.H. Wiener is nog in beperkte hoeveelheid tot 30 augustus te koop voor de helft van de prijs.
Mooi verhaal Bert, antiquariaten worden schaars in Utrecht, worden echt gemist.