Samen met je beste vriend of vriendin een café of lunchroom beginnen: het is de droom van velen, maar slechts enkelen openen ook écht dat leuke zaakje. Renske van Kooten en Floor van Gurp, de eigenaars van Meneer Peer aan de Bemuurde Weerd, deden het wel. Sterker nog, binnenkort openen ze een tweede zaak in het oude seinhuis langs het spoor bij de Eykmanlaan.
Als je Meneer Peer binnenloopt, een ontbijt- en lunchroom formaatje pijpenla in een laat 19e-eeuws pand aan de Bemuurde Weerd Oostzijde, vallen twee dingen op. Ten eerste het gezellige interieur, samengesteld uit een ratjetoe van meubels, potten en pannen. De keuken bevindt zich letterlijk in de zaak, op zo’n laagdrempelige manier dat je bijna geneigd bent zelf wel even koffie te zetten. Ten tweede is de zaak gevuld met tevreden peuters, die op verkenning gaan door de zaak en rustig hun speelgoed kunnen laten slingeren. In een tijd van ‘kindvrije’ campings niet heel alledaags.
ZZP’ers en laptops
Kinderen zijn dan ook niet geheel toevallig de aanleiding voor Meneer Peer, vertelt Floor. Zij en Renske liepen al langere tijd rond met het idee om samen een zaak te beginnen. Hun toenmalige baan was voor de jeugdvriendinnen uit Wageningen niet bepaald hun droomcarrièr en allebei misten ze wat in de Utrechtse horeca. “Veel koffiebars en cafés zijn tegenwoordig overgenomen door ZZP’ers en laptops. Terwijl de horeca voor ons toch draait om een stuk ontmoeting”, vertelt Floor.
Toen ze enkele jaren terug met haar zus en haar kind ’s ochtends in het Griftpark wandelde, viel het kwartje. “Geen enkel koffiebarretje bij het Griftpark is open voor 11 uur, waardoor je tijdens je papa- of mamadag nergens terecht kan”, vertelt Floor. “Ik belde meteen Renske: Dit is wat we moeten doen!”
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Floor en Renske hadden geen ervaring als ondernemers. Bovendien bleek een ontbijt- en lunchroom in een woonwijk lastig te verenigingen met het huizenkader van de gemeente Utrecht. Ook het vinden van een geschikt pand viel tegen: de twee wilden bij voorkeur in een karakteristiek, oud gebouw. “Elke keer als we een leuk, leegstaand pand zagen, gooiden we een briefje door de brievenbus”, vertelt Renske. Tijdens hun zoektocht probeerden ze het onder ander bij het Griftpark en het oude seinhuis bij Blauwkapel, maar telkens ging het niet door. Uiteindelijk kwamen ze aan de oostzijde van de Bemuurde Weerd terecht, waar nummer 36 al 11 jaar leeg stond. “Een half jaar nadat we daar een briefje door de brievenbus hadden gegooid, kregen we een belletje: of we nog interesse hadden.”
Het pand was nog lang niet wat de twee vrouwen voor ogen stond. Ze wilden er een ‘op-visite-gevoel’ creëren, maar toen ze de sleutel kregen hing er een halfvergaan systeemplafond in. Dat vereiste veel sloop- en verbouwwerk. Bijna alles deden ze zelf: schilderen, het maken van de bar en tegeltjes plaatsen. “Man, wat vielen die er vaak af”, verzucht Renske.
‘Waar is meneer Peer?’
Mede daardoor zit de zaak vol herinneringen. De twee liepen kringloopwinkels in binnen- en buitenland af om het interieur bijeen te sprokkelen. Het kleurenschema werd gebaseerd op gebruikte Franse vloertegeltjes die op de bar een nieuw leven als wandbekleding hebben gekregen. Tafeltjes werden zelf gemaakt. De kerkbank waarop dit interview plaatsvindt komt uit hun oude stamkroeg uit Wageningen, het melkkannetje is zelfs van Floors oma geweest. “We hebben bij alles een verhaal, we hebben alles in handen gehad. Daarom wilden we het ontwerp ook niet overlaten aan een architect”, legt Floor uit. “Alles zat al zo erg in ons hoofd! En alles is echt oud, in plaats van imitatie-oud.” De naam kwam uit een lange brainstormsessie rollen. Meneer Peer is de zogenaamde bewoner van het huis, waar iedereen te gast is. Renske: “Het is voor ons een handig concept, want het creëert wat afstand tussen ons en de zaak. En het leuke is dat iedereen de naam onthoudt. Kinderen vragen vaak: ‘waar is meneer Peer?’.”
Begin 2017 ging Meneer Peer open. Ze hadden kort daarvoor enkele tijd proefgedraaid in de zaak van een vriendin die met zwangerschapsverlof was, zodat ze wat ervaring konden opdoen. Twee jaar later is de vriendschap tussen Floor en Renske er niet minder op geworden. “We zien elkaar nu minder buiten de zaak, maar we kunnen niet zonder elkaar – al was het begin wel heftig”, zegt Floor. Toen werkten de twee rond de 70 uur per week. “We hebben dan ook vroeger samengewoond, en veel samen gereisd. We vullen elkaar aan: Rens is van de cijfers, ik van de broodjes.” Rens: “Ik ga nog steeds elke keer met plezier naar werk, maar het is wel heel fijn dat je samen bent.”
Spoormannen en overwegbellen
Nu gaan de twee opnieuw de uitdaging aan om een oud pand om te toveren in een ietwat onorthodox horecaconcept. De verbouwing van het oude seinhuis wordt waarschijnlijk wel ingewikkeld. “Een verlaten pand triggert iets. We hadden hier kunnen blijven zitten en geld verdienen”, zegt Floor. “Maar we hebben die uitdaging nodig.”
Dat het seinhuis ooit het domein was van stoere seinwachters was, spreekt tot de verbeelding. De nieuwe zaak moet nét zo gezellig worden als Meneer Peer, met ruimte voor ouders met kinderen, en krijgt een Spoors tintje. Bovendien zal de rust er regelmatig worden verstoord door voorbijrazende treinen en het geklingel van de nabijgelegen overweg. “De overwegbel duurt acht seconden”, weet Floor. Ze dromen hardop over gebruikte treinbanken als interieur en een elektrisch treintje.
Voor mensen die net als zij met hun beste vriend of vriendin een zaak willen beginnen hebben ze ter afsluiting een paar tips: “Doe het”, zegt Floor resoluut. “Maar het kan je vriendschap wel kapot maken, mocht er iets gebeuren. Regel alles juridisch dus goed. En het belangrijkste: zorg dat de zaak elkaars dromen niet in de weg staat. Je hebt maar één kans en je zaak samen moet geen belemmering zijn.”
Laat uw reactie achter
Reactie