Een geluidstechnicus ben ik nooit geworden, maar dat is ook niet nodig om te weten dat het harde nachtelijk uitgaanslawaai in de binnenstad eindelijk is doorgedrongen tot in de bureaus van het Stadskantoor. Dwars door de goed isolerende driedubbele HR+++ beglazing heen en met enige vertraging – het lawaai is halverwege de nacht op z’n hoogtepunt, maar de waarneming ten kantore geschiedt pas overdag, nadat de ambtenaren rond negen uur zijn binnengedruppeld. Geluidstechnisch is dat een hoogstandje, want de afstand tussen Nobelstraat en Stadskantoor bedraagt hemelsbreed 1230 meter (met dank aan het liniaaltje van Google Earth) en met de geluidssnelheid van 343 meter per seconde ofwel 1234,8 kilometer per uur zou de herrie er slechts één duizendste uur ofwel 3,6 seconde over moeten doen om van de Nobelstraat een ambtelijk oor te bereiken. Maar ach, traagheid hoort wel een beetje bij de overheid.

Alle gekheid op een stokje, het feit dat er een probleem is met nachtelijke herrie begint ten stadskantore in te dalen. Dat is verheugend nieuws. De gemeente gaat dus met de getergde binnenstadsbewoners in gesprek. Eerst was er op 22 november vorig jaar een inloopavond georganiseerd in de kerk in de Boothstraat. Een honderdtal bewoners konden in gesprek met een ruimhartig opengetrokken blik ambtenaren. Allemaal mensen van goede wil, maar ja, dat waren wel mevrouw Van ’t Kastje en de heer De Muur, en de beide heren Kluitje en In ’t Riet. Aardige mensen hoor, daar niet van, maar het schoot niet echt op. 

Vorige week was een avond georganiseerd door de Stichting Binnenstad 030, die keer niet in de Boothstraat maar op het Domplein. Ook binnenstad. En ook druk bezocht. De gemeentelijke aanwezigheid was anders dan de keer ervoor: deze keer waren mevrouw Kool en de heer De Geit aanwezig. Twee spaarzame types. De problematiek, die als epicentrum de Nobelstraat kent, bleek zich ook te openbaren in andere uitgaansgebieden zoals de Ganzenmarkt / Korte Minrebroederstraat, Mariaplaats en Ledig Erf. Ook bleek niet alleen de takkeherrie van dronken feestcafébezoekers, maar ook het lawaai van ronkende koelinstallaties van horecabevoorradingswagens (galgjewoord!) de mensen tot wanhoop te drijven. 

Lieve gemeente: mag het allemaal een paar decibel minder? In de Nobelstraat worden geluidsniveaus gemeten die de omwonenden van Schiphol niet ervaren. Het is er ’s nachts dus erger dan onder de start- en landingsbanen in de Haarlemmermeerpolder. En daarbij komt een opeenstapeling van oorzaken en gevolgen. De Nobelstraat is smal: een smal trottoir, een smal fietspad en dan meteen de busbaan. Er is nergens plek om fietsen te stallen, dus die worden in de zijstraten gedumpt. Wanneer dan de feestcafé’s uitgaan, zo ergens tussen half drie en vier uur in de nacht, zoeken de feestgangers hun fietsen op, hopend dat ze niet zijn gejat en dat ze ze nog kunnen terugvinden. Daarbij wordt luidkeels gejoeld en geschreeuwd omdat de stembanden nog steeds denken dat ze tegen een geluidsniveau van 103 decibel moeten opboksen. Maag en blaas worden vrijelijk geledigd. Eventueel meegenomen glaswerk wordt achtergelaten (in het gunstige geval) of kapot gegooid (ook altijd leuk!). Er is dus sprake van een combinatie van drie zaken: een fietsenprobleem, het lawaai en de vervuiling. Een irritante drie-eenheid. Er komt gelukkig steeds meer gemeentelijke aandacht voor. De tijd is voorbij dat de bewoners zich met een kluitje in het riet laten sturen. 

En dan nog dit: er is altijd wel iemand die dan gaat zeggen dat de bewoners die er niet tegen kunnen maar moeten verhuizen naar een hutje op de hei, liefst in Drenthe of anders wel op een onbewoond eiland. Lekker ver weg. Maar men kan zich de moeite besparen, want het is een drogargument. Het is een argumentum ad hominem (zoek dat maar even op), dat niet alleen op de man speelt, maar daarnaast ook het probleem ontkent. Bovendien zal het verhuisadvies niet werken, want het huidige landelijke woningtekort strekt zich ook uit tot de vastgoedcategorie hutjes-op-de-hei-in-Drenthe. Daar is namelijk een schrijnend tekort aan. 

We laten ons niet wegjagen.