Opening kapperszaken

Salon B.: “Op de ochtend na de persconferentie hadden we driehonderd gemiste oproepen”

Eva Wolters: “Afstand houden en alles ontsmetten: dat is al bijna m’n tweede natuur geworden.”

Kinderen weer naar school, vaders en moeders weer naar de kapper. Sinds maandag ontdoet Utrecht zich van wat vicepremier Hugo de Jonghe zijn “Coronakapsel” noemde. Zo ook in de Utrechtse vestiging van Salon B.

Het is betrekkelijk rustig op dinsdagnamiddag rond zes uur in het Utrechtse filiaal van Salon B aan de Mindebroederstraat in Utrecht. De zaak is behoorlijk ruim opgezet en dat komt in de anderhalve meter samenleving behoorlijk goed uit. “Ik doe even m’n mondkapje af, lacht Eva Wolters, die als zelfstandig kapper is verbonden aan de Salon. “Dan zie je tenminste hoe ik eruit zie.”

Driehonderd gemiste oproepen

Philippa (48) wacht aan de hoge tafel in de voorkant van de zaak op haar afspraak, waarvoor het nog behoorlijk dringen was. “Ik heb vrijdag de halve ochtend aan de lijn gehangen, maar uiteindelijk is het toch gelukt.” Te midden van de opluchting over kinderen die weer naar school mogen, blijkt de kapper voor veel Utrechters toch een matig te missen luxe: “Ik zat net als veel anderen de persconferentie te kijken. Precies op het moment dat de kappers werden genoemd hoorde ik bij mij in de straat iemand hardop juichen.”

Salon B werd dan ook vrijwel direct overspoeld met boekingen. Eva: “Op de ochtend na de persconferentie hadden we al driehonderd gemiste oproepen: dat ging helemaal nergens over. Uiteindelijk zijn er al twee kapsters naar de salon gegaan om alleen maar de telefoon aan te nemen.” Ook na het weekend nam de stroom telefoontjes nauwelijks af: “Op een gegeven moment hebben we tegen elkaar gezegd: we nemen de telefoon niet meer op, want we komen niet meer aan knippen toe.”

“Klanten gaan er ook heel ontspannen mee om.”

Exit leesmap

Vanaf 11 mei mogen de kappers weer open, uiteraard onder bepaalde voorwaarden. Brancheorganisatie Anko publiceerde daarop een hygiëneprotocol, waarin onder andere de kenmerkende leesmap het moet ontgelden. Ook wordt de jas wordt niet meer aangenomen en koffie wordt alleen nog in papieren bekertjes geserveerd. Mondkapjes zijn niet verplicht en handschoenen alleen voor behandelingen waarvoor een verplichting volgens de normen van de kappersbranche altijd al gold, zoals wassen en kleuren.

“Klanten gaan er ook heel ontspannen mee om”, zegt Eva tussen twee knipbeurten door. “Er is eigenlijk niemand die van mij verwacht dat ik een mondkapje draag.” Bovendien gaat ze ervanuit dat haar klanten, waarvan ze enkelen al jaren kent, hun verantwoordelijkheid nemen en niet naar de kapper komen met gezondheidsklachten.

Helemaal hyper

“Ik werd er bijna een beetje hyper van, al gebeurt dat bij mij toch al redelijk snel”, vertelt ze als ze terugdenkt aan de ochtend dat ze naar twee maanden weer de kapsalon binnen liep. “Ik heb de eerste dag echt op adrenaline gewerkt.” Een beetje gespannen was ze wel, na twee maanden in isolatie: “Ik bedoel: ik heb maandenlang één iemand per dag gezien, nu zie ik er ineens tien en ook nog eens van heel dichtbij.” Inmiddels beweegt ze zich weer vrij rond in de zaak: “Afstand houden en alles ontsmetten: dat is al bijna m’n tweede natuur geworden.”

Corona kapsel

Vicepremier Hugo de Jonge maakte zich al grote zorgen over zijn “Coronakapsel” en liet op Twitter trots zien hoe zijn vrouw zijn haar knipte op virtuele instructie van zijn échte kapper. Het haar van premier Rutte heeft naar eigen zeggen “de neiging dan uit te groeien tot een stoeptegel” maar grapte dat hij nog altijd kon terugvallen op “het Grapperhaus model”.

Ook Eva kreeg behoorlijk wat verzoekjes voor knipinstructies op afstand. De verleiding om fysiek haar vak voort te zetten voelde ze in het geheel niet: “Ik kreeg overheidssteun, dus ik vond het niet rechtvaardig om er ook nog bij te gaan werken.” Bovendien, zegt ze: “Ik wilde ook écht niet bijdragen aan de verspreiding van het virus, want dan zou ik de opening van de salon nog verder hebben uitgesteld.”  Misschien leidt al dat thuisknippen zelfs wel tot een permanente herwaardering van haar vak, denkt ze: “Ik dacht bijna: laat mensen het maar zelf doen, dan krijgen ze goed door dat het toch echt een vak is.”

Veel werk

Leidt dat thuisknippen niet tot enorme missers? “Het valt nog mee”, vertelt ze. “Deze meneer heeft z’n bakkenbaarden zelf een beetje bijgewerkt”, laat ze zien, “maar dat zie je eigenlijk alleen met een kappersoog.” Echte dramatische gevallen heeft ze nog niet in haar stoel gehad. Ze lacht: “Misschien blijven die mensen nog even thuis omdat ze zich hier niet durven te vertonen.” Lang haar leidt ook niet per sé tot meer werk, weet ze nog van haar kappersopleiding: “Het eerste model dat ik ooit heb geknipt wilde van haar tot bijna op haar kont naar een bob-line. Ik zal altijd onthouden wat mijn docent toen zei: ‘Het maakt niet uit of je er twee of twintig centimeter afknipt, het is in principe dezelfde handeling.’”

Toch maar weer dicht

Als je nog terecht wil bij Salon B, moet je snel zijn: de komende twee weken kun je in ieder geval al niet meer terecht. “Ik sta deze week meer dan vijftig uur in de salon. We noemen het hier ‘Kerst 2.0’”, blikt Eva alvast vooruit. Helemaal opgelucht is ze echter nog niet: “Misschien denken we over twee weken: dit was toch een heel slecht idee.” Aan de kappersbranche zal het volgens haar in ieder geval niet liggen: “Als ik zie hoe we hier alles desinfecteren, dan is de kans dat je het virus oploopt in de supermarkt veel groter dan bij de kapper.”

“We noemen het hier ‘Kerst 2.0’”,

 

Logo De Nuk
Auteur

Joep Lucassen

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *