Gisteren gingen in alle hoeken van Utrecht burgeronderzoekers aan de bak, voor veldwerk op De 2de Nationale Prullenbakteldag. In totaal werden er meer dan 12.000 exemplaren gedocumenteerd. Doel is om die eeuwige (vooruit dan, die al vier jaar durende) discussie over het vermeende negatieve effect van statiegeldjagers eens op basis van harde cijfers te voeren, in plaats van onderbuikgevoelens. Wat is de eerste conclusie na 760 geregistreerde bakken in 030?
Gisteren promoveerden de plandelaars van Utrecht tot citizen scientists en Plastic Avengers, zoals de onderzoeks-app van Dirk ‘Zwerfinator’ Groot en Merijn ‘Plastic Soup Surfer’ Tinga heet. Plandelman liet zijn vertrouwde grijpstok daarom thuis en gebruikte de smartphone om door heel Utrecht prullenbakken in het wild te spotten.

Sinds de invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes is hun aandeel in het zwerfafval met tachtig (!) procent verminderd, maar de ironie wil dat juist statiegeld als boosdoener wordt opgevoerd om grote troep op straat te verklaren. Het beeld van die geplunderde Vondelpark-bak staat daarbij direct op het netvlies, en de beschuldigende vinger gaat dan linea recta naar ‘zwervers’.

Mooi groen is niet lelijk
Uit het onderzoek van vorig jaar bleek echter dat die probleembakken de uitzondering zijn. Tja, die 1000 schone bakken, die zien we niet of maken simpelweg niet zo’n indruk. En laten we wel wezen: het Vondelpark is al sinds de jaren zestig een zooitje, dat zonder de gemeentelijke inzet al lang en breed tot onbegaanbaar gebied was verklaard.
Op de Prullenbakteldag gaat het dus niet zozeer om het aantal bakken te tellen, maar vooral om de verhouding tussen open en gesloten bakken vast te leggen, en te kijken of bij de open bak ook sprake is van vervuiling op de grond.

Klare taal
Van de 237 bakken die Plandelman fotografeerde, stond slechts een handjevol open. Het merendeel in het Griftpark, vermoedelijk omdat die door de gemeente zelf standaard open zijn gezet in het kader van preventie. En in Tuindorp deed zich de zonderlinge situatie voor dat de gele prullenbakken (een van de minderheden in het Utrechts straatbeeld) vaak wel open stonden, maar hun groene broeders en zusters een gesloten indruk maakten.
In totaal werden er in heel Utrecht op de Nationale Prullenbakteldag 760 bakken geteld, waarvan 21 open stonden. Overigens was er bij geen enkele bak, ook niet bij die open gevallen, sprake van een berg zwerfafval onderaan de voet.

Zouden de fascisten die gisteren Utrecht op stelten hoopten te zetten dit soms bedoelen met ‘Nederland is vol’? In ieder geval heeft deze prullenbak een ander probleem dan statiegeldjagers.
Op de Oudegracht trof Plandelman de enige echte puinbak van Utrecht aan die deze dag werd geregistreerd. Maar dat was geen prullenbak, maar een defecte perscontainer, met daarom heen neergepleurde vuilniszakken. De boosdoener lijkt daarmee dus eerder in de bewoners- of ondernemershoek te moeten worden gezocht, dan bij een statiegeldjager.

De blauwe punten zijn ‘niks aan de hand’-bakken, de gele de openstaande exemplaren en die ene rode is zooitje.
Overigens lagen er in de openstaande bakken nog een aantal statiegelddragende blikjes en flesjes. Er zijn in heel Utrehcht maar een handjevol bakken voorzien van zogenoemde statiegeldbeugels of doneerringen. Het gros van de gevonden blikjes doneerde Plandelman aan twee meisjes, die met hun net uitgepakte grijpstokken hun allereerste plandelrondje door de buurt maakten. Dát zijn de helden! Net als Froukje die met haar grijper over de Maliebaan trok, en al meer dan twintig jaar doet. Ze bekende dat ze ooit geïnspireerd was door de acties van Merijn Tinga, de Plastic Soup Surfer, die nu dus een van de drijvende krachten achter deze nationale telling is.

Nee, een glasbak ziet er écht anders uit.
Wat Plandelman op het laatste stuk van zijn 21 kilometer lange onderzoektraject nog aan statiegeld vond, had hij graag in de statiegeldmachine van Utrecht CS te gelde gemaakt. Om een bakkie te doen. Maar helaas: de automaat weigerde dienst. Dat is overigens chronisch, dus wellicht eerlijker om volgende keer minder naar daklozen en statiegeldjagers te wijzen, en meer naar de inzamelingsinstantie die ons opzadelde met een vaak frustrerend innamesysteem.

Altijd hetzelfde liedje op CS. Foutmelding: bin is full.
Of zoals mede-initiator Dirk Groot, alias de Zwerfinator, het verwoordt: “Statiegeld werkt, we hebben minder zwerfafval en er wordt beter gerecycled. Het systeem kent nog kinderziektes en die moeten we bestrijden. We moeten statiegeld niet afschaffen en zo het kind met het badwater weggooien. Op de Prullenbakteldag was er de klimaatmars om aandacht te genereren voor het klimaat in de verkiezingscampagnes. Aan zwerfafval, plastic vervuiling en circulaire economie mag ook wel wat meer aandacht worden gegeven. Hopelijk helpt onze actie daarbij”.

Een open einde? Welnee, binnenkort het vervolg wanneer Tinga & Groot hun rapport over de situatie in heel Nederland publiceren, met aanbevelingen.
Laat uw reactie achter
Reactie