Zoektocht

Op bezoek bij De Parade:”Waar is Cor?”

Foto: Erik van 't Hof

De trouwste bezoeker van theaterfestival De Parade schijnt de Haagse Cor te zijn, die elke voorstelling heeft gezien. Als iemand kan vertellen waar je heen moet, is het dus Cor wel. Maar… bestaat Cor wel? Fenna Riethof ging op zoek. 

Theaterfestival De Parade is weer in Utrecht. Zoals altijd op dat vale veld waar de rest van het jaar niemand naar omkijkt: het Moreelsepark. Zoals altijd betaal je tot 15.00 uur niets om het terrein op te komen, daarna 8,50 euro, en voor alle voorstellingen 3,- tot 10,50 euro. Zoals altijd zijn er vele theatertenten, bars en restaurantjes met terrassen. En zoals altijd staat in het midden van dat alles de Parade-zweefmolen. 

Zoals altijd, ja-ja, en toch snappen veel mensen het systeem van de Parade nog niet. Eenmaal de poorten door duizelt het ze. Twee meiden die het terrein op komen blijven stokstijf staan. ‘PRIKKELS,’ roept er eentje. Organisator Lisa Mosmans legt uit wat er in de hoofden gebeurt. ‘Mensen zijn overweldigd door alle indrukken en vragen zich af: waar moet ik naartoe? Waar koop ik tickets voor die ene voorstelling? En: waar is de sangriatent?’ Om hen dit jaar beter van dienst te zijn, is er een ‘VVV’ geopend, een Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer. Het bevindt zich onder in de Theatertoren, zichtbaar vanaf de ingang. Een medewerker helpt verloren zielen op weg (‘dáár vindt u de sangriatent!’). Dus ook de Nuk gaat langs. 

Welke voorstelling de aller- allerbeste is? ‘Dat moet je eigenlijk Cor vragen,’ zegt de VVV-medewerkster. Ze legt uit dat Cor de trouwste Parade-bezoeker ooit is die élke voorstelling heeft gezien; eind jaren negentig ontdekte hij het rondreizende festival en sindsdien is hij er niet weg te slaan. Hij bezoekt de Parade bijna dagelijks, in elke stad waar die plaatsvindt, van Rotterdam tot Amsterdam. Élke voorstelling? Het zijn er nogal wat; alleen al in Utrecht staan er meer dan 40 op het programma – de muzikale shows niet meegerekend. 

In een minibioscoop achter de VVV vertellen diverse mensen die met de Parade te maken hebben, zoals een tentenbouwer en een kok, op beeld hún verhaal over het festival. Zo ook Cor, die een besnorde Hagenees van in de vijftig blijkt te zijn. Hij draagt ‘altijd’ een pet zoals in het filmpje, volgens de VVV. En vandaag ook een oud Parade-shirt.  Op zoek naar Cor, dus. 

Op zoek naar Cor 

Cor is in elk geval niet bij de voorstelling Compagnie red yellow & blue van Daan van Bendegem, die het twintigkoppige publiek op absurd hoog tempo het tragische verhaal vertelt van het beroemde schilderij van Barnett Newman. Na afloop is er maar weinig tijd om bij de show van The Ruggeds te komen, een dansgroep die in een clip van Justin Bieber heeft gedanst en grote prijzen heeft gewonnen. Onderweg moet er echt wat gegeten worden, vlugvlug, poffertjes bij de poffertjeskraam dan maar. Die blijk je zelf te moeten maken – dus giet De Nuk braaf de vormpjes vol en wacht met stijgende spijt tot de rakkers aan twee kanten gaar zijn. Algauw is het duidelijk: geen The Ruggeds vanavond. 

Bij de Fontijnbar zoeken Fay (25) en Toine (28) een vrij tafeltje. Dat kost wat moeite, het is druk. Ze hebben nooit van Cor gehoord, hem ook nog nergens gezien. ‘Misschien bestaat-ie niet,’ merkt Fay op. Toine knikt. ‘Net als Michael van Lowlands.’ Hij legt uit dat Lowlands-bezoekers vaak om ene Michael riepen, een uit de hand gelopen grap. 

Ook geen Cor te bekennen bij de toneelvoorstelling van TG Dewi, Trojaanse Wijven. Die gaat over gevluchte vrouwen van verschillende afkomsten en de verhaallijn is geïnspireerd op de oude teksten van Euripides. Else (28) begrijpt wel wat de vrouwen probeerden te vertellen: ‘Onder andere dat het belangrijk blijft waar je vandaan komt.’ Ze vond het interessant. Enne… Cor? Nooit van gehoord, niet gezien. Ook Else heeft twijfels over het bestaan van Cor en herinnert De Nuk eraan dat de Parade een theaterfestival is. ‘Hier vertellen ze vele verhalen.’ 

Laat je mee-flowen  

Geen Cor bij de toiletten, geen Cor bij de cocktailbar, geen Cor in de zweefmolen. Als Cor bestaat, is-ie misschien alweer onderweg naar Den Haag. In Hotel Vilé, de open tent waar vanavond de band Nachtschade optreedt, staat een jongen voor zich uit te kijken. Het is niet Cor (of de acteur die Cor speelt), maar Reid, ‘de toetsenguy’ van Nachtschade. Cor? Nooit van gehoord, niet gezien. Reid suggereert: ‘Misschien moet je het aan een theatermens vragen.’ Twee schreeuwende halfnaakte jongemannen marcheren voorbij, ze proberen publiek te werven voor hun naderende voorstelling. ‘Theatermensen zijn een ander soort mensen dan muziekmensen,’ merkt Reid op. Wat hij van het idee vindt dat Cor niet bestaat? ‘Dat kan. Zoals Leo van Lowlands.’ De bassist van Nachtschade, Maarten, komt er ook bij staan. Cor? Nooit van gehoord, niet gezien. Hij zegt: ‘Misschien moeten we heel hard ‘COR!’ roepen.’ Maar geen van drieën doet het. Geen theatermensen, tenslotte. 

Cor laat zijn snor ook al niet zien bij het optreden van Nachtschade. Zonde, want dat blijkt een leuke band te zijn die een meeslepende show weggeeft. Reid trekt zelfs zijn overhemd uit – best theatraal. Lisa Mosmans van de organisatie noemt dit de magie van De Parade: ‘Je kunt stilzitten op een terras, leuk. Maar wanneer je je laat mee-flowen ontdek je de leukste dingen.’ 

Ze moet lachen als ze hoort over de zoektocht. ‘Cor is echt! Hij heeft plakboeken vol Parade-tickets en aantekeningen, en geeft elke voorstelling een cijfer.’ Lisa weet toevallig wél welke voorstelling Cor met een gulle 8 heeft beoordeeld als de aller- allerbeste: de dansshow van The Ruggeds. ‘Oh, heb je die precies gemist? Wat zonde!’ 

 

 

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *