Column

Nee, je Chocomel! 

De conclusie van een commercial, die start met een swingende grijzende vijftiger, op een zonnig festival, het blikje in zijn hand. De camera zoomt weg naar backstage, achter het zwart plastic scherm, waar een stel predemente ouderen voorzichtig wandelen, de blik naar de grond. De camera zoomt terug naar onze coole vijftiger, danst hij alleen of met tegenover hem het jeugdig goudlokje, vol van zijn blikje? En toen snapte ik het. Ook ik was een vijftiger geworden, quantité negligable voor de jonge garde. En vijftigers die moeten verhalen, daar heeft ons nageslacht genoeg van, ook al is mijn oude cabrio natuurlijk wel aantrekkelijk. 

Vijf jaar geleden vond ik mij nog slechts eigenzinnig, ik deed niet mee met Facebook, en ook niet met Instagram, ik hield er mijn eigen mening op na, keerde mij niet af van de moderniteit, vond ik. Ik snapte het niet, toen een trendy suïcidale psychologie student mijn spreekkamer uitrende ‘te erg, dan ook nog gezien worden door een psychiater, met een buikje en zwarte bril!’. Ja, in onze beeldcultuur gaat het toch vooral om de vorm. 

Recent gingen mijn vrouw en ik voor een culinair weekendje naar een heerlijk landgoedhotel. Na een genoeglijke avond wilden we de volgende dag onze calorieën eraf fietsen op de zonnige Veluwe. Worden we ingehaald door een bejaarde met opgevoerde scootmobiel – het dilemma van de vijftiger: voor de jongere niet relevant, maar om nou ongeneerd invalide te wezen, dat gaat nog een stap te ver. Want het beeld moet wel aantrekkelijk genoeg blijven natuurlijk, om aansluiting bij de maatschappij te blijven houden, of althans bij wat wij geacht worden ons daarvan voor te stellen. 

Aan grijzende haren valt geen gezag te ontlenen, maar die ga ik niet tegenhouden. Aan het buikje kan ik werken, ook zonder sportschool (waar ik echt een hekel aan heb), alhoewel mijn vetverbranding vertraagt. Mijn laatste redmiddel hierbij is mijn speedpedelec, met de accu verborgen in het frame ziet die er eerder uit als een brommer dan als een bejaardenfiets. En dan heb ik ook nog een racehelm met een lampje er achter op! De manier om cool te zijn tot voorbij mijn houdbaarheids-grens, door te doen of ik zelf heel stoer en hard kan rijden, en ook nog milieubewust. 

Toch zal ik ook hiermee er niet aan ontkomen dat alles zijn tijd heeft, zoals het boek Prediker spreekt. Niet voor niets nemen verkeersongevallen toe: tweederde van de ongevallen met speedpedelecs zijn eenzijdig, omdat wij ‘oudere jongeren’ helaas ook scherpte verliezen bij overzicht en reflexen in het verkeer. Grijnzend ten ondergaan is mooi, revalidatie van een verkeersongeval minder natuurlijk. 

Tja, wat dan? Zal ik de jongere garde maar ontlasten van mijn traagheid voor de kassa, en in het verkeer? Huis in de verkoop, fijn voor de woningmarkt, en mij met mijn lief en veel drank terug trekken in Frankrijk, om daar met een geel hesje een beetje zielig misbaar te gaan maken? De YOLO bejaarde ‘waar is de drank? Daar is het feestje!’, ze zijn in opmars, ik kom ze veel tegen in mijn werk. 

Al met al kan ik het mij dus goed voorstellen van mijn dochter, die het zat is dat zeurende vijftigers ook nog hun zegje moeten doen: het zijn er teveel en ze kennen hun plaats nog niet, backstage predement. Ja, de volgende generatie gaat nog heel veel te verduren krijgen met de grijze tsunami. En dan heb ik het niet alleen over het straatbeeld en de pensioenen, maar ook over de immer stijgende zorgkosten. Parasieten zijn het, ouderen. 

Toch hoop ik in deze column nog wat te bespiegelen op de gekte die Nederland heet, als u dat niet tegenstaat. Reacties zijn welkom!  

Lucas Elfferich is een Utrechtse psychiater die regelmatig op De Nuk een ballonnetje oplaat. Meestal als gewone Utrechter, soms vanuit zijn professie.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *