Harlem in Amersfoort, in een grote rijkdom aan beelden uit de beroemde zwarte wijk in New York. Het alledaagse straatleven, een druk bezochte barbecue, jazzclubs en bars – alles van dat bonte bestaan. Dat en nog veel meer over de zwarte Amerikaanse cultuur is te zien in de tentoonstelling Jacob Lawrence, African American Modernist, in Kunsthal KAdE. Het is het eerste grote overzicht van het werk van Lawrence. Overweldigend, als groots vertoon van een vrijwel onbekende kunstenaar. En pijnlijk actueel, omdat dit soort kunst in Amerika onder druk staat als te woke.
KAdE heeft nog wat te winnen aan bezoek van buiten Amersfoort, met name uit Utrecht. Met de expositie over Jacob Lawrence slaat de kunsthal een stevige slag. Ze kregen landelijke sterrenpubliciteit in Trouw, de Volkskrant en het NRC. Een fraai resultaat voor vijf jaar gecompliceerd werk om alles uit uiteenlopende collecties over te laten komen. Niet eerder had Amersfoort zo’n bijzondere tentoonstelling. Ook voor Utrecht komt Harlem heel dichtbij.
KAdE-directeur Robbert Roos weet wel waarom Lawrence grotendeels onbekend is. Hij zegt: ‘Het is tweeledig. In New York heeft hij een zaaltje in het Whitney, er hangen doeken in het MOMA. Hij krijgt minder aandacht dan hij verdient. In Nederland zijn zwarte kunstenaars onderbelicht gebleven. Dat wordt pas de laatste tien jaar gecorrigeerd. Europa is natuurlijk hét continent van het modernisme, het is een Parijse uitvinding. Naar de kunst uit Amerika werd met dedain gekeken, behalve naar Edward Hopper en Georgia O’Keeffe. Lawrence had in Amerika zijn erkenning wel, maar hij werd een beetje een anachronisme. Je kreeg popart in de jaren ’60 en in de jaren ’90 kwam Jeff Koons. Lawrence kwam steeds in de schaduw te staan van andere stromingen.’
De term negro was er een soort geuzennaam
Lawrence is op 7 september 1917 geboren in Atlantic City, New Jersey. Met zijn moeder vertrok hij als 13-jarige naar New York. In de grote zwarte wijk in het noorden van de stad was een belangrijke culturele beweging ontstaan met grote en trotse aandacht voor de eigen identiteit: de Harlem Renaissance. De term negro was er een soort geuzennaam. Jacobs moeder wilde niet dat hij foute vrienden kreeg en zorgde ervoor dat hij kunstonderwijs kreeg in community centers. De leermeesters Charles Alston en Augusta Savage zagen snel wat voor talent hij had. Ze lieten hem vooral vrij in zijn eigen stijl. Het was figuratieve schildering van personen, vaak niet meer dan silhouetten zonder veel detail, of eenvoudige lijnen voor gezichtsuitdrukkingen, met felle tempera kleurvlakken, tegen het kubistisch aan.

Lawrence was gefascineerd geraakt door strijders tegen de slavernij. Als jonge schilder maakte hij series over de Haïtiaanse verzetsman Toussaint L’Ouverture en de vooraanstaande Amerikaanse vrijheidsvechters Frederick Douglass en Harriet Tubman. Die zijn te zien in de ruime benedenzalen in KAdE. Bij binnenkomst in de eerste zalen boven ligt de nadruk op de impressies uit Harlem en de reeks waarmee Lawrence voor het eerste grote bekendheid kreeg: zijn Migration Series uit 1941, 60 panelen over de massale zwarte volksverhuizing van het zuiden naar het noorden van de States, toen daar grote behoefte was aan migrantenarbeid. Het was een enorme drukte met overvolle treinen, veel stress en onzekerheid, na vertrek uit boeren gebieden naar dicht bevolkte steden.
Wat we al veel langer kenden van indringende bluesmuziek, wordt zo zichtbaar op schilderijen. Robbert Roos is een gretige reiziger naar Amerika. In de jaren ’90 zag hij de Migration Series in het MOMA. Zijn fascinatie bleef levend. In 2020 organiseerde KAdE de expositie Tell Me Your Story, over 100 jaar Afrikaans-Amerikaanse kunst, gebaseerd op Storytelling. Daar hing al werk van Lawrence. Het werd Roos’ persoonlijke project om een totaaloverzicht over Lawrence te maken, voor het eerst in Europa. Hij had daar in 2020 al overleg over met het Amerikaanse verzamelaarsechtpaar Walter en Linda Evans uit Savannah, Georgia. Ze waren direct enthousiast, maar COVID zorgde voor aanzienlijke vertraging.
In Amersfoort komt het werk van Lawrence indrukwekkend binnen
In Amersfoort komt het werk van Lawrence indrukwekkend binnen. Het is conform zijn opvatting, te lezen in citaten tussen de werken door. Zijn kerngedachte was: ‘Voor mij moet een schilderij drie dingen hebben: universaliteit, helderheid en kracht. Universaliteit zodat iedereen het kan begrijpen. Helderheid en kracht, zodat het esthetisch goed is.’

Hij was trots op zijn afkomst: ‘Elk succes dat wij als creatieve kunstenaars hebben behaald, danken we in de eerste plaats aan de Zwarte ervaring die ons erfgoed is – een ervaring die inspiratie, motivatie en stimulatie geeft. Mijn schilderijen gaan over mijn leven en mijn ervaringen. Ik schilder de dingen die ik weet en de dingen die ik heb meegemaakt. De dingen die ik heb meegemaakt, komen voort uit mijn nationale en raciale groep en mijn sociale klasse. Dus schilder ik het Amerikaanse leven.’
In dat leven neemt honkbal een belangrijke plaats in. Lawrence hield van sport, genoot van zwarte atleten, dus ook van die jongen die op 15 april 1947 als eerste zwarte speler debuteerde in de blanke Major League Baseball: Jackie Robinson. Lawrence zette ook vijf zwarte hardlopers op een affiche voor de Olympische Spelen van München, 1972.
Hij schilderde niet met opgeheven vuist
Toen was het belangrijkste deel van de strijd om de zwarte burgerrechten al voorbij. Uiteraard raakte Lawrence daarbij betrokken. Hij schilderde over de demonstranten die met geweld werden tegen gehouden door de politie op de brug bij Selma, Alabama, 7 maart 1965. Later kwamen daar de portretten bij van prominente activisten als Jesse Jackson en Stokely Carmichael. Het engagement van Lawrence was duidelijk, maar hij schilderde niet met opgeheven vuist. Dat werd hem destijds kwalijk genomen door zijn studenten.

Lawrence schilderde later bij de inauguratie van Jimmy Carter enthousiaste aanhangers in de bomen in Washington. Hij kreeg een belangrijke onderscheiding van president Bush sr, had ontmoetingen met Nelson Mandela. Hij stierf op 9 juni 2000 in Washington.
Het bezoek in Amersfoort is in zijn totaliteit een indringende Afro-Amerikaanse ervaring. Het is hogelijk actueel, gelet op de culturele ingrepen door de regering Trump. Ze hebben de controle over musea, gesteund met federaal geld, zoals het Smithsonian National Museum of Natural History. Trump wil een gunstiger beeld voor wit Amerika, met vicepresident Vance aan zijn zijde. Robbert Roos is er zich danig van bewust: ‘Er is druk op het verhaal over slavernij en het afpakken van het land van de oorspronkelijke bewoners. Ze willen dat het op een andere manier wordt verteld, vriendelijker voor het witte volksdeel. Musea gaan projecten cancelen. Dat is nu aan de hand. Of ook het werk van Lawrence nu onder druk komt, weet ik niet. Het is een aanname. Er is angst dat dergelijk werken in de depots verdwijnen, in de periode dat Trump er zit. Die drukkende censuur blijft constant aanwezig en wij laten zien, wat nu onderdrukt wordt.’
Roos weet dat de Lawrence-tentoonstelling een openbaring is voor veel mensen, ook door de achterliggende verhalen. Er komt voor 60 procent landelijk bezoek naar Amersfoort. Ja, er mag meer publiek uit Utrecht komen. Roos: ‘We merken dat Utrechters Kunsthal KAdE nog niet zien als onderdeel van Utrecht. Er is veel ruimte voor internationale kunst. Noem het een Geheimtip.’
De mensen van buiten kunnen in Amersfoort ook naar de Elleboogkerk voor de aan Jacob Lawrence gerelateerde installatie van Nina Chanel Abney.
Jacob Lawrence/African American Modernist is nog te zien tot en met 4 januari 2026.
Laat uw reactie achter
Reactie