In de aula van de SBO Luc Stevensschool aan de Marco Pololaan in Kanaleneiland zit vandaag een bijzonder gezelschap. Er wordt niet rondgerend, maar de mensen uit het gezelschap zitten rustig op een stoel. Wel praten ze honderduit. Het zijn de ouderen van De emigratie generatie. Ze gaan vandaag aan de kinderen uit de hoogste groepen vertellen hoe het voor hen was om naar Nederland te komen.
Een voor een komt een groepje kinderen naar de groep ouderen geschuifeld. Ze zijn een beetje zenuwachtig. “Meneer Vincent?”, vraagt een van de jongens. “Dat ben ik!”, zegt de 76-jarige Vincent uit Noord-Spanje. Hij was in gesprek met de 71-jarige Mbarek uit Marokko. Beide mannen wonen al meer dan veertig jaar in Nederland en vinden herkenning in elkaars verhalen. Ze zouden bijvoorbeeld allebei niet meer terug kunnen keren naar hun geboorteland. “Mijn kinderen en kleinkinderen wonen hier”, vertelt Mobark. “Er is ook veel veranderd in de tijd dat ik hier woonde, ook in Marokko.” Vincent heeft wel geprobeerd om weer in Spanje te wonen. “Daar is een lekkerder klimaat, dus ik ben er na mijn pensioen naartoe verhuisd met mijn vrouw. Maar na drie maanden had ik al heimwee. Ik droomde van het bos in Amelisweerd”, vertelt hij.
De migrantenouderen komen uit verschillende landen, onder andere uit Indonesië, Mexico, Spanje, Italië, Suriname, Marokko. Ze zijn op school via De emigratie generatie. Het onderwijsproject, opgezet door Saskia Derks, won dit jaar de Tolerantieprijs. Die prijs wordt ieder jaar uitgereikt door de gemeente Utrecht aan mensen, bedrijven of andere organisaties die zich op een creatieve manier inzetten voor een verdraagzame samenleving. Enkele doelen van De emigratie generatie zijn het verbinden van generaties, van mensen in de wijk en het vastleggen van migratieverhalen voor later. “De verhalen van onze ‘opa’s en oma’s’ zijn onze gezamenlijke recente geschiedenis. Het is belangrijk dat die verhalen verteld worden en worden doorgegeven”, vertelt Derks. Voor haar kwamen in het project dingen die ze zelf belangrijk vindt bij elkaar: ze studeerde af op minderheden en de levensverhalen van migranten, werd later leraar en is nu sociaal ondernemer. “Mijn belangrijkste doel is om de wereld een beetje beter te maken, om mensen nieuwsgierig te maken naar elkaar en om onderling begrip te kweken.” Derks werkt voor De emigratie generatie samen met een team. Samen met de migrantenouderen bezoeken ze basisscholen in de hele stad. Bijzonder is dat veel van de kinderen zelf ook een familie met een migrantenachtergrond hebben. Die link probeert Derks meestal ook te leggen.
De ouderen zijn inmiddels verdeeld over kleine groepjes kinderen. In sommige groepjes worden veel vragen gesteld, in andere groepjes zijn de kinderen nog een beetje voorzichtig. De ouderen hebben foto’s meegenomen uit hun jeugd. “U lijkt op Jackie Chan!”, roept een van de leerlingen vrolijk. “Op wie?”, vraagt Vincent. “Die ken ik niet.” De kinderen komen er gaandeweg wel achter dat Vincent Fortnite speelt. Dat hadden ze niet verwacht.
Winnie (67) vertelt dat ze uit Indonesië komt, of beter gezegd: Nederlands-Indië. Ze vertelt over haar ouders en over de lange reis naar Nederland die ze met hen en haar broertjes en zusjes maakte. “De bootreis duurde zes weken, dat is heel lang. Mijn moeder had een sarong aan toen ze in Nederland kwam, dat was veel te koud.” De kinderen willen weten hoe het leven was in Indonesië. Winnie geeft de kinderen wat mee over de geschiedenis van haar geboorteland, over de Jappen en het KNIL. Dat doet Jo ook. Zij komt van de Molukken en vertelt de kinderen dat daar heel veel kruiden vandaan komen. “Wat is uw lievelingseten?”, wil een van de kinderen van haar weten. “Hutspot!”, lacht Jo.
Florie (76) uit Suriname heeft ook een bijzonder verhaal. Ze heeft wel zestien broertjes en zusjes. Ze heeft ook één vader en twee moeders. Hoe dat kan? “Mijn vader wilde er nog een vrouw bij in het gezin, dus toen had ik twee moeders.” Ook vertelt ze over haar godsdienst, het hindoeïsme.
Het grappigste verhaal dat de kinderen vandaag hebben gehoord is toch wel het verhaal van Fatma, de moeder van een van de kinderen uit de klas. Op de vraag: “Hoe gingen jullie naar de wc?” kwam voor de kinderen een onverwacht antwoord. “Die hadden we niet! We moesten plassen achter een boom.” Er wordt gegiecheld. Fatma vertelt ook dat ze speelde met stenen en stokken toen ze zo oud was als de kinderen met wie ze praat. “Ik had nooit speelgoed gezien tot ik in Nederland kwam.” Ook dat kunnen ze zich niet goed voorstellen.
Laat uw reactie achter
Reactie