Vanaf nu ga ik elke week voor De Nuk plandelen, voor een van straat geplukt verhaal of onverwachte ontmoeting. Plandelen?
Dat is geen tikfout, maar betekent wandelen (wat gezond is voor jezelf) en ondertussen plastic oprapen (wat gezond is voor de hele omgeving). Want je kunt je wel groen en geel ergeren aan zwerfafval, maar je kunt er ook wat aan doen.
Als het aan mij had gelegen, was ‘plandelen’ aan het eind van 2020 verkozen tot Woord van het Jaar. Omdat het, anders dan het uit van het Zweeds afgeleide en al redelijk ingeburgerde plogging oer-Hollands in de oren klinkt. Helemaal niet hip, wél gezellig. Een tikkie lullig, maar daardoor klinkt er in door dat iedereen kan plandelen. Wat ook zo is. Van peuter tot pensionado, van kantoorslaaf en student tot zzp-er, van milieuridder tot de burger die graag zijn eigen straatje schoonveegt: steeds meer mensen pikken het niet langer. Of beter gezegd: pikken het juist wel. Plastic. Blikjes. Zakjes. Van straat. Uit plantsoen en parken. Uit het water. In hun uppie, met de kids, samen met buren of de hele wijk. Met handschoenen, een knijpstok of een hightech, via een speciale app.
De P is van Plandelen, de C van Corona. Dankzij dat nare virus is het vast de ‘coronaelleboog’ of ‘anderhalvemetereconomie’ die de Van Dale haalt. Ach, gelukkig draait het bij dit fenomeen meer om daden dan om woorden. En het plandelvirus, dat blijkt pas écht besmettelijk. Kijk maar op https://www.plandelen.nl/
Laat uw reactie achter
Reactie