Cabaretière Janneke Jager stond aan de vooravond van haar tweede avondvullende programma toen de coronacrisis uitbrak. Vier geannuleerde premières later, lijkt ze nu echt het toneel op te kunnen. “Het mag best een beetje over the top zijn.”
Verregende studenten in plakkende shirts schieten door de straten van de binnenstad. Het is een aanstekelijk aanzien, die volgende generatie op trektocht door hun nieuwe thuisstad. Neem daarbij dat een boel Nederlanders hun immuniteit tegen corona een vrijwillige boost geven en het is niet moeilijk om hoopvol te zijn: het einde van de crisis lijkt in zicht. Althans, voor ons.
In café Orloff ’t Wed, waar cabaretière Janneke Jager is aangeschoven, is het gezellig rumoerig. Dit voorjaar zong ze een mijmerende ode aan de Utrechtse horeca, die toen nog potdicht zat. Terug naar het Domplein, heet het liedje. ‘Ik wil terug naar waar het feest ooit was’, zingt ze daarin. Ja, het café is een belangrijke plek voor haar. En dan vooral het type van het bruine soort, met schimmig licht, die schrale bierlucht, rood pluche en stamgasten die al decennia meegaan. Wil je wortelen in een stad, dan moet je je in de horeca begeven, zegt ze. De reuring opzoeken. “Voor mij betekent in een stad wonen dat ik ook in die stad beweeg. Een stad voel je in de horeca.”
Dus ben je als het ware ontworteld als de boel maanden sluit. Het zag er goed uit in maart 2020. Haar carrière liep lekker. Ze zou snel met twee muzikanten een rondje langs de zalen maken met haar voorstelling Fantoomgeluk. Een pittige periode volgde. “Door corona werd ik geconfronteerd met de lichte…neiging tot alcoholisme. Dat zeg ik gekscherend, maar ik vond het echt een moeilijke tijd. Ik was eraan gewend om een paar keer per week buiten de deur af te spreken. Tijdens de depressie die volgde, zat ik wel wat vaker thuis aan de wijn.”
Bevroren
Fantoomgeluk lag maanden op de plank – de show is vier keer uitgesteld -, maar in november moet ‘ie toch echt in première gaan. Het is een avondvullende kleinkunstshow, met verhalende liedjes, anekdotes en grappen. Directe inspiratie vond Janneke in een tas oude cassettebandjes uit haar jeugd in de jaren tachtig. Denk aan werk van Wham!, Michael Jackson en het Belgische Technotronic. Casettebandjes die stuk voor stuk ooit ergens gestopt zijn, waarna Janneke nooit meer op play drukte. “Die bandjes zijn een opname van wie ik toen was, de soundtrack van mijn leven toen. Frozen in time. Het was de periode dat ik als puber ging nadenken: ‘Wie ben ik?’, ‘Wie ga ik worden?”.
Janneke groeit op in een “heel kerkelijk” gezin in het noorden van Groningen. “Er zijn cabaretiers die op jonge leeftijd hele conferences van Youp van ’t Hek uit hun hoofd kennen, maar ik wist nauwelijks wie dat was. We keken weinig tv, alleen naar het journaal, de NCRV en de EO. Ik zong in de kerk, schreef gedichten en verhalen en deed mee aan schoolshows. De spotlights vond ik toen al leuk.”
Fantoomgeluk mondt uit in overpeinzingen over het lot. “Kun je daar eigenlijk aan ontkomen, of koers je er hoe dan ook op af? Ik vind het eindeloos fascinerend om na te denken over alle deurtjes die zijn opengegaan. Als mijn ouders nooit waren gescheiden, was ik nooit met mijn moeder van het dorp naar Groningen verhuisd. Dan had ik weer nooit zoveel drive gehad om daar weg te gaan om in het westen te studeren. En als ik dat niet had gedaan… nou al die stappen.”
Over the top
Die kerkelijke achtergrond is een dankbaar onderwerp. “Religie is sowieso een onuitputtelijke voedingsbodem. En dan ook de hypocrisie eromheen. Mijn vader kwam uit de kast toen ik 15 was. Terwijl we al die tijd voorin in de kerk zaten en homoseksualiteit gewoon niet bestond in ons leven. Ik ga het niet eindeloos uitmelken, maar religie, of fundamentalisme… dat blijft interessant. Wat beweegt iemand om zo star achter iets te staan?”
Ze is fan van meeslepend theater, toog in haar studententijd naar Scheveningen om de producties van Joop van den Ende te zien: de avonden waarop je je in een andere, magische realiteit waant. Ze streeft die grootsheid ook na in haar eigen werk. “Ik heb nu een groot, opgeblazen cassettebandje als decor. Iedereen die de jaren tachtig heeft meegemaakt voelt daar gelijk iets bij. Mijn vorige voorstelling ging over het circus als metafoor voor het leven. Die show speelde ik drie keer in een circustent. Het mag best een beetje over the top zijn”.
Aan de poorten rammelen
Het podium is lang bijzaak, maar rond haar dertigste– ze woont dan inmiddels in Utrecht – gooit Janneke het roer om. Vanaf dan bouwt ze gestaag aan haar theatercarrière. Ze deed onder meer mee aan het Leids Cabaret Festival en maakt in 2018 met Femme Façade haar eerste avondvullende programma.
Ja, het was soms zwoegen en ploeteren de afgelopen vijftien jaar. Nu, lang na die eerste lockdown, is ze aan het opkrabbelen. De theaters boeken wat veilig en de agenda van 2022 zit al die uitgestelde shows in de weg. “Het voelt alsof ik een paar stappen terug heb gedaan. Veel shows zijn geannuleerd en andere comedians, cabaretiers en kleinkunstenaars kampen daar ook mee. We staan met zijn allen aan de poorten van de schouwburg te rammelen. Dan zegt zo’n theater: ‘Oké, ,maar het programma voor 2022 stond al. Het handjevol speelruimte dat overblijft gaat naar bekendere acts. Grote namen worden altijd eerder geprogrammeerd. Dat is logisch, ze hebben er hard voor gewerkt.”
Toch heeft ze een aardige speellijst voor de boeg. Grappen zijn belangrijk in die nieuwe show, maar liever nog ontroert ze, bijvoorbeeld met een verstild liedje: “Als je mensen raakt, heb je iets kunnen betekenen. Ontroering blijft langer bij dan een grap. Ik vind het mooi als mensen naar huis gaan en dat dat gevoel hen bijblijft, ook al vergeten ze wat ik precies zong. Iets teweeg brengen, dat is voor mij theater.”
Naast ons is een gezin inmiddels vriendelijk naar het terras gestuurd. Te veel mens voor dat ene tafeltje.
Fantoomgeluk is op 7 oktober te zien in DE KOM (Nieuwegein). De première volgt op 27 november in de Utrechtse Muziekschool.
Laat uw reactie achter
Reactie