Broese boekverkopers

Broese top 10 (+ boekverkoper Puck Gerkema tipt “Dit gaat niet over grasmaaien”)

Puck Gerkema tipt.

Top 10 van 28 oktober 2020 

Het spraakmakende boek van Utrechter Daniël Verlaan komt binnen op 6.
  1. De avond is ongemak / Marieke Lucas Rijneveld  
  1. Flavour / Yotam Ottolenghi  
  1. Utrecht / Ellen de Bruijn, Brigitte Nieubuur 
  1. De meeste mensen deugen / Rutger Bregman 
  1. Mark Rutte / Petra de Koning  
  1. Ik weet je wachtwoord / Daniël Verlaan 
  1. De dag dat de walvis kwam / John Ironmonger 
  1. Stoorzender / Arjen Lubach  
  1. Mrs. Degas / Arthur Japin  
  1. Het geschenk / Edith Eger 

Met “Dit gaat niet over grasmaaien” helpt Ellen Deckwitz ons van poëzie-fobie af

Toen de eerste coronagolf uitbrak en iedereen (verplicht) thuis moest werken, maakte veel mensen allerlei ambitieuze plannen. Nu je eindelijk zoveel vrije tijd had, was dit hét moment om die cursus Italiaans te volgen of je schildertalent te ontwikkelen. Ook begonnen veel mensen te schrijven, wat o.a. resulteerde in de website coronagedicht.nl, waar nu al meer dan 700 gedichten te vinden zijn. 

Grappig eigenlijk, want poëzie is nu niet de meest populaire vorm van literatuur. Gedichten zijn voor de meeste mensen te ingewikkeld, te zwaarmoedig, of zo vol symboliek en diepe lagen dat het niets zinnigs meer zegt. Dichteres en schrijfster Ellen Deckwitz probeert Nederland al een tijdje van haar poëzie-fobie af te helpen. In 2016 verscheen “Olijven moet je leren lezen: eerste hulp bij het leren begrijpen van poëzie” en sinds kort is haar nieuwste ‘hulpboek’ uit: “Dit gaat niet over grasmaaien. Hoe lees je poëzie.”  

In elk hoofdstuk licht Deckwitz – met veel humor – verschillende kenmerken over poëzie uit: waarom het helpt een gedicht hardop voor te lezen, of populaire insta-dichters als Rupi Kaur echt zo goed zijn, en waarom je poëzie juist niet altijd hoeft te begrijpen. “Er bestaat een niet uit te roeien veronderstelling dat het gedicht een te decoderen tekst is, een plak hiëroglyfen met de maker als de Steen van Rosetta. Terwijl veel dichters nooit helemaal zeker weten wat hun eigen teksten nou precies betekenen. Ze voelen gewoon aan dat de combinatie van onverwachte beelden, woorden en/of klanken iets losmaakt. En hopen dat het ook iets met de lezer doet. Daardoor is het kunst, in plaats van de gebruiksaanwijzing voor een neustondeuse.” (blz. 48).  Met dat laatste ben ik het sterk eens, want dezelfde (verkeerde) aannames over poëzie hebben mensen ook vaak over kunst. Terwijl een schilder als Edward Hopper (1882-1967) door de corona opeens erg in trek kwam: Hopper’s figuren die eenzaam in een café of hotelkamer zitten, waren opeens erg herkenbaar. Ik ben benieuwd welke kunstenaar in deze tweede golf populair wordt… 

In de tussentijd heb ik van Deckwitz een hele leeslijst poëziebundels en dichters gekregen om de herfst mee door te komen: Anne Sexton, Ingmar Heytze, Rumi, en Radna Fabias. En het boek van de dichteres zelf natuurlijk, dat over heel veel mooie dingen gaat, maar inderdaad niet over grasmaaien.  (Puck Gerkema)  

Puck Gerkema tipt.

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *