In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Claudia Juffermans, eigenaar van Kunsthandel Juffermans.

Na het plotselinge overlijden van haar man nam Claudia Juffermans de leiding van Kunsthandel Juffermans aan de Lange Jansstraat over. “De dood van Jan was niet te bevatten. Maar ik moest verder en de zaak ook. je doet wat er gedaan moet worden. En nu, na tien jaar, is het echt mijn eigen zaak geworden.”

Claudia Juffermans (52), is geboren in Halle, een plaatsje in de Achterhoek. “Ik groeide op met mijn twee zussen, 8 en 14 jaar ouder. Ik was het nakomertje, mijn moeder was wel klaar met het opvoeden. Dat maakte dat ik mijzelf moest zien te redden en dat ging mij goed af. Ik ging al snel mijn eigen gang, was een druk meisje en in de familie heette ik ‘Zoef, de Haas’. Ik kon snel lopen en al vroeg lezen. Ik was een vrolijk kind dat niet graag op de voorgrond trad. Mijn vader had een kleine meubelfabriek waar wij naast woonden. Ik kon mijn energie kwijt bij het voetballen. In ons dorp had je geen tennis of hockeyclub, maar wel de voetbalvereniging en daar speelde ik in het dameselftal. Ik ging naar de lagere school in Halle, een kleine dorpsschool met weinig leerlingen. Daarna naar de middelbare school in Doetichem.”

“Ik zag mijzelf pleiten voor de rechtbank met vlammende pleidooien”

“Als ik nu aan mijn kinderen vertel dat ik iedere dag 12 kilometer moest fietsen, dan roepen ze: ”Ja mam, dat weten we nu wel”. Ik was nog 11, klein, en kon nauwelijks bij de trappers van mijn fiets. Iedere dag om 7.15 op de fiets, door weer en wind met een regenpak aan en plasticzakken om mijn schoenen. In mijn herinnering hadden we altijd wind tegen. Het was een grote overgang van de basisschool in Halle naar een grote scholengemeenschap met 1500 leerlingen. Ik was voordelig jarig en altijd de jongste in de klas, wat maakte dat je overal extra je best voor moest doen . Aan mijn middelbareschool tijd heb ik geen speciale herinneringen, ik vond het niet echt heel leuk op school. Ik deed eerst HAVO en daarna VWO en ging rechten studeren in Utrecht. Dat was de enige studie die mij wel trok. Ik was een talig kind, keek op de televisie naar LA Law, een serie uit de jaren ‘80 en wilde de advocatuur in. Ik zag mijzelf pleiten voor de rechtbank met vlammende pleidooien. Ik vond een kamer in een gemengd studentenhuis aan de Antonius Matthaeuslaan. Mensen leerde ik kennen in de werkgroepen van mijn studie. Mijn sociale leven bestond uit hen en mijn toenmalige vriendje. Verder kende ik niemand in Utrecht.”

“Bij UNITAS maakte ik vrienden voor het leven”

“Ik besloot lid te worden van UNITAS, daar leerde ik weer andere mensen kennen die vrienden voor het leven zouden worden. Met mijn Jaarclub proberen we nog steeds om de zoveel tijd bij elkaar te komen. Ik maakte mijn studie af en kwam tijdens mijn stageperiode terecht op een advocatenkantoor in het Wilhelminapark en daar mocht ik blijven. Het was een klein kantoor waar voornamelijk huis, tuin en keukenconflicten werden behandeld, waarbij het alleen maar ging  over de feiten. Overzichtelijk maar er zat voor mij geen uitdaging in. Gaandeweg  ontdekte ik dat de advocatuur niets voor mij was. Ik werd intercedent bij een uitzendbureau, was nog even vestigingsmanager en ging naar PWC in Amsterdam. Daar vond ik de sfeer die ik had verwacht bij het kleine advocatenkantoor in Utrecht. Een team met leuke, jonge collega’s. Ik heb er elf jaar gewerkt. Toch ben ik in Utrecht blijven wonen in de Annastraat. Ik leerde mijn man Jan Juffermans kennen, zoon van de kunstcriticus en galeriehouder Jan Juffermans. Hij was een grote naam in de Nederlandse kunstwereld.  

“De arts had een kort bericht: ‘uitgezaaide kanker.’ Ik viel flauw in de spreekkamer”

“Toen Jan  Juffermans sr in 2011 overleed nam mijn man de  zaak volledig over. Ik raakte ook steeds meer betrokken bij de kunsthandel en ging mee op reis. We bezochten beurzen en exposities om in te kopen en ik hielp exposities in te richten. Inmiddels was ik weg bij PWC en vestigde ik mij als jurist op zzp-basis. De opdrachten begonnen binnen te komen, maar ik moest ze teruggeven toen mijn man in 2015 ziek werd en we meteen wisten dat het “foute boel” was. We waren in mei in Parijs en Jan voelde zich niet goed. Pijn in zijn zij en we dachten dat zijn chronische darmziekte hem parten speelde. Er werd nog even gedacht aan iets met zijn galblaas en zijn internist liet een echo maken. “Zo gek’’, zei Jan “die vrouw die de echo maakte zei helemaal niets.” direct daarna moest er nog een scan gemaakt worden. Twee dagen later kwamen we voor de uitslag. De arts had een kort bericht: “uitgezaaide kanker”. Er wordt wel gezegd dat je de grond onder je voeten weg voelt zakken en dat was ook echt zo. Ik ben flauwgevallen in de spreekkamer. Het is op zo’n moment allemaal niet te bevatten”.

We hadden twee kinderen van 9 en 11 jaar oud, waar je voor moet opstaan en overeind moet blijven”

“Jan bleef zijn laatste vijf maanden actief in de zaak en maakte me wegwijs in de kunsthandel. Ik was al veel betrokken geweest bij de zaak, maar nu moest ik het zelf gaan doen. Hoe ga je verder? Ze moeten toch naar school, eten en naar bed. Zes weken voordat Jan overleed, was zijn moeder overleden. Mijn man en mijn schoonfamilie waren weg, en met hen alle herinneringen. Maar ik had nog wel veel tastbare herinneringen omdat Jan en ik in 2012 in zijn ouderlijk huis in Oog en Al gingen wonen. Een huis in de stijl van de ‘Nieuwe Zakelijkheid’, waar mijn schoonouders het interieur aangepast hadden aan de stijl van de buitenkant. Ik ben daar blijven wonen in dat huis vol herinneringen en spullen. Dat vond ik heel erg fijn, het bood troost. Ik moest verder en de zaak ook. We hadden twee kinderen van 9 en 11 jaar oud, waar je voor moet opstaan en overeind moet blijven. Ik moest het gaan doen en dus doe je wat er gedaan moet worden. De zaak bleef open. Doordat er zoveel mensen langskwamen, had ik afleiding. De mooie verhalen over mijn schoonvader en mijn man deden me goed. Nu tien jaar later is de kunsthandel echt mijn eigen zaak. Ik doe het op mijn manier, ik verkoop nog steeds Chagall, Picasso en Matisse. Maar ook Kees van Dongen, Jeroen Hermkens en Dolf Zwerver. Het gaat goed met mij en de kinderen. Kinderen zijn veerkrachtig en inmiddels heb ik twee volwassen kinderen en ook weer een nieuwe relatie. Gisteren werd onze zoon achttien.”

De keuzes van Claudia

Muziek

“De muziek uit de jaren ’80, de jaren waarin ik ben opgegroeid. Muzikanten als Prince en Michael Jackson. Ik heb altijd muziek om mij heen. Als ik het heb over de muziek uit de jaren ’80 heb, dan sluit daarbij ook mijn filmkeuze aan. ‘The Greatest Night in Pop’. Op een januarinacht in 1985 komen de grootste sterren van de muziek samen om “We are the world”, geschreven door Lionel Richie en Michael Jackson, op te nemen. Dit zijn mijn helden uit de popmuziek. De film legt vast hoe deze legendarische nacht tot stand is gekomen, hoe iedereen mee kon en wilde werken. Het was het Amerikaanse antwoord op Live Aid van Bob Geldof.”

‘Dit zijn mijn helden uit de popmuziek’

Film

“Ik heb al de documentaire ‘The Greatest Night in Pop’ genoemd. Mijn favoriete serie is The Sopranos. Die heb ik nu drie keer gezien. Je denkt bij de Sopranos aan geweld en de maffia, maar vooral de verhaallijnen, de humor en de karakters, maken de serie zo geweldig. In The Sopranos wordt vaak ‘ziti’ gegeten, een soort pasta, er staat altijd wel een restje in de koelkast. Ik wilde weten wat dat was, zocht het op en nu maak ik het zelf ook weleens.”

‘Ik heb deze serie al drie keer gezien’

Boek

“De verborgen Geschiedenis’ van Donna Tartt. Ik heb het in mijn studententijd gelezen. Het gaat over een eliteclubje op een Amerikaanse universiteit. Een jongen van eenvoudige komaf wordt tot zijn verbazing opgenomen in een clubje arrogante en excentrieke mede-studenten. Hij raakt betrokken bij een drama dat zich in hun midden heeft afgespeeld. Het boek maakte destijds veel indruk op mij omdat ik in dezelfde fase van mijn leven zat. Voor een debuutroman is het zo goed geschreven en zo pakkend”.

‘Het boek maakte destijds veel indruk op mij omdat ik in dezelfde fase van mijn leven zat’

Kunstenaar

“Dat is bijna net zo onmogelijk als mijn favoriete kunstwerk. Maar ik kies toch Picasso,  een dan vooral zijn litho’s, etsen en linodrukken. Hij heeft al deze verschillende technieken onder de knie gekregen. Ik vind het heel erg mooi en we hebben zijn werk ook in de kunsthandel”.

‘Een bijna onmogelijke vraag maar ik kies voor Picasso’

Kunstwerk

“Voor mij is er verschil tussen kunst die je in een museum moet zien en die je thuis zou willen ophangen. Een werk dat ik thuis heb hangen is ‘Meisje met de parelketting’ van Kees van Dongen. Dat is mijn favoriet van hem. Het schilderij blijft je intrigeren. Toen het in de kunsthandel hing waren er vaak mensen die iemand in haar gezicht herkende. Ze vonden trekken van hun vrouw of vriendin in het gezicht terug.  Een schilderij kan vaak door iets heel kleins een bepaalde emotie oproepen.”

‘Het schilderij blijft je integreren’

Stad

“Parijs. Ik ben zoveel in Parijs geweest. We logeerden altijd in een appartement in Saint Germain op de linkeroever van de Seine. Zo herinner ik mij dat we meededen aan een beurs in het Grand Palais en dan van Saint Germain naar het Grand Palais liepen. De straten waren net schoongespoeld en toen rook Parijs zoals alleen Parijs kan ruiken. In Parijs wonen is nu onbetaalbaar. Maar als ik er ooit zou kunnen wonen, zou ik nooit meer zelf koken. Dat kan ook bijna niet in de piep kleine keukentjes op twee pitten. Maar met alle restaurants en de traiteurs is dat ook niet nodig. Traiteurs in iedere straat, waar je alles wel zou willen kopen, zou mooi en lekker”.

‘Als ik ooit in Parijs zou kunnen wonen, zou ik nooit meer zelf koken’

Restaurant

“Madeleine, dat wordt al zo vaak genoemd, maar toch doe ik dat ook. Voor het heerlijke eten en de sfeer. Chef Rik de Jonge kookt fantastisch en het is gezellig. Gisteren hebben we daar nog de achttiende verjaardag van onze zoon gevierd. Voor een borrel en een hapje ga ik graag naar Villa Orloff “.

‘Chef Rik de Jonge kookt fantastisch en het is gezellig’

Drank

“Witte wijn uit Alto Adige, Südtirol. De pinot bianco, pinot grigio of gewürztraminer uit die streek hebben mooie aroma’s en toch frisheid door de hoogte waarop de wijn wordt verbouwd”.

‘Mooie aroma’s en frisheid’

Utrechter

“Jeroen Hermkens, een heel groot kunstenaar. Hij was bevriend met mijn schoonvader, maar ook met mijn man. Ik heb hem door hen leren kennen. Jeroen heb ik als persoon leren waarderen doordat we het verdriet en het verlies samen konden delen. Hij is loyaal gebleven aan mij, maar ook aan mijn zaak. Voor hem zijn privé en werk één. Hij is altijd aan het werk en hij blijft zich vernieuwen. Hij heeft zich de techniek van Delfts Blauw eigen gemaakt, een aparte techniek die hij zelf moest uitvinden. Nu is hij aan het beeldhouwen”.

‘Jeroen is loyaal gebleven aan mij en de zaak’

Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?

“Je moet er maar zin in hebben om burgemeester te zijn. Ik zou iets willen doen aan de Lange Jansstraat waar de kunsthandel aan ligt. De stoep en het fietspad worden gescheiden door een natuurstenen randje dat spekglad wordt zodra het heeft geregend. Ik zie hier wekelijks iemand onderuitgaan. De bussen denderen door de straat en het fietspad is veel te smal. Het is wachten op een ernstig ongeluk. Ook zou ik willen dat het winkelgebied in de binnenstad aantrekkelijk blijft om naartoe te gaan. De kleine zaken moeten blijven . Vaak hebben zij het moeilijk door de hoge belastingen, de huren en de bereikbaarheid”.

‘Het is wachten op een ernstig ongeluk’