Impact Café

‘Meer dan 60 procent van onze kleding bestaat uit plastic!’

De sprekers van de avond, van links naar rechts: Yolanda Wessels van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden; Marieke Vinck, oprichtster van het mode adviesbureau Charlie + Mary; Jos Cozijnsen, werkzaam bij de Climate Neutral Group, lid van de Nederlandse tak van de internationale organisatie Fashion Revolution; Yvana Wagter, vertegenwoordigster van fairtrade kledingzaak Nukuhiva, opgericht door de bekende televisiepresentatrice Floortje Dessing - Foto's: Rosa Mosch, Impact Café

De mode-industrie is, op de olie- en gasindustrie na, de meest vervuilende ter wereld. De meeste mensen weten niet waar hun kleding vandaan komt. Onder wat voor omstandigheden het wordt gemaakt. En welke stoffen er allemaal worden gebruikt. Bijvoorbeeld dat meer dan 60 procent van onze kleding uit plastic bestaat.

De zaal van de Social Impact Factory tegenover TivoliVredenburg zit deze avond bomvol. Meer dan 80 aanwezigen luisteren en discussiëren mee over de invloed van kleding op het milieu tijdens de eerste editie van het Impact Café, een initiatief van studenten van de faculteit Recht Economie Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht, ter ondersteuning van het verblijf van de Skyscraper, de Plastic Walvis in de Catharijnesingel tegenover TivoliVredenburg. Met zes nieuwe collecties per jaar, webshops die gratis kleding laten retourneren en jurkjes voor een tientje lijkt de mode-industrie zichzelf dol te draaien. Onze kleding, zo hoort de zaal, is allesbehalve duurzaam.

Yolanda Wessels van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden start de avond met een ontnuchterend filmpje. Veel kleding bevat plastic, denk aan fleece-jasjes, sportkleding en stretchbroeken. Per wasbeurt verliezen deze kledingstukken tussen de 600.000 en 1,7 miljoen microplasticvezels. Deze vezels zijn zo klein dat ze uiteindelijk terechtkomen in de oceaan, in plankton, in vissen en dus in ons eten. Goed nieuws is dat er fabrikanten zijn die inmiddels werken aan filters voor wasmachines om deze microvezels uit het water te zuiveren. Maar voorkomen is natuurlijk beter dan genezen.

‘Goedkope kleding heeft een prijs die in arme landen wordt betaald’ 
Jos Cozijnsen, werkzaam bij de Climate Neutral Group en lid van de Nederlandse tak van de internationale organisatie Fashion Revolution, geeft meteen aan dat de mode-industrie strenger moet worden aangepakt door overheden. De relatie tussen maker en koper is verdwenen. Hij herinnert de zaal aan het ongeluk van de half illegaal gebouwde textielfabriek in Dhaka, Bangladesh. Het acht verdiepingen tellende gebouw stortte in 2013 in. Meer dan 1100 mensen overleden ter plekke en 2500 raakten gewond. In de fabriek werd kleding geproduceerd voor grote modemerken, waaronder Benetton, H&M en Zara. Goedkope kleding heeft een prijs die in arme landen wordt betaald.
Maar, zegt Jos Cozijnsen, je kunt consumenten niet opzadelen met de keuzes of kleding duurzaam en sociaal is geproduceerd. “Koop ik vandaag een door een slaaf gemaakt goedkoop shirtje of een slaafvrij shirtje? Zo’n vraag slaat toch nergens op”, houdt hij de zaak voor. “Je moet er als consument op kunnen vertrouwen dat kleding sociaal en duurzaam wordt geproduceerd.”

Als vertegenwoordigster van de duurzame mode-industrie is Marieke Vinck, oprichtster van het mode adviesbureau Charlie + Mary en vertegenwoordiger van duurzame kledingmerken, het niet helemaal eens met Jos Cozijnsen. “De consument heeft ook een verantwoordelijkheid. Door te kiezen voor duurzame merken kan hij of zij aan de industrie ook het signaal geven: wij willen eerlijk geproduceerde kleding. Als Charlie + Mary laten we zien dat je ook stijlvolle en modieuze kleding kunt kopen, die duurzaam is geproduceerd. Dus ik wil ook tegen de zaal zeggen: praat er met elkaar over. Kies ervoor. Het kan.”

Transparantie
“De mode-industrie moet veel transparanter worden”, vindt Yvana Wagter, filiaalmanager van de fairtrade kledingzaak Nukuhiva, opgericht door de bekende televisiepresentatrice Floortje Dessing. Yvana Wagter is afgestudeerd op duurzame kleding productie. “Klanten moeten wél weten wat ze kopen. Op dit moment zijn de meeste modemerken daar niet duidelijk over. Uiteraard zijn wij dat wel. Je kunt je voorstellen dat we in de toekomst ook naar andere vormen van bezit gaan kijken. Waarom zouden we kleding niet kunnen leasen? Dan blijft het in handen van de industrie. Zij kunnen de grondstoffen direct hergebruiken.”

Dat de ‘race to the bottom’ in de mode-industrie moet stoppen, vindt ook de zaal. Oplossingen zoeken ze vooral bij zichzelf. Hoogleraar Europees en nationaal waterrecht Marleen van Rijswick, die de plastic walvis naar Utrecht heeft gehaald, peilt de meningen. Minder kleding kopen. Kleding ruilen. Tweedehands kleding kopen. Want er moet domweg minder kleding worden geproduceerd, vindt de zaal. “Misschien”, oppert Marieke Vinck, “moet de overheid reclame voor niet-duurzaam geproduceerde mode verbieden. Net zoals ze reclame voor sigaretten hebben verboden. Dat is makkelijk te regelen, en dan gaat de industrie wel overstag.” Optimisme overheerst ook bij de andere sprekers. Jos Cozijnsen zoekt oplossingen ook in nieuwe technologie. “Ik zie veel in 3D-printen. Stel je voor dat je kleding die je kwijt wilt in een 3D-printer stopt om er iets nieuws mee te maken. Dat zou toch geweldig zijn!“

Maar, beamen ook Yolanda Wessels van het Waterschap Stichtse Rijnlanden en Yvana Wagter van kledingzaak Nukuhiva, het begint allemaal met bewustwording. Van de industrie zelf, de overheid en uiteraard ook de klanten.

 

Discussieleider van de avond was Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht, die de Skyscraper, de plastic Walvis, naar Utrecht heeft gehaald – Foto: Rosa Mosch, Impact Café

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *